Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Second Sun – Kampen Går Vidare
Gaphals Records
Release datum: 06 november 2020
“Elke noot, elk akkoord wordt gebracht alsof het de laatste kan zijn die de muzikanten in hun leven zullen spelen.”
9/10
Jan-Simon Hoogschagen I 22 oktober 2020

Er bestaat kunst die dingen in je los maakt waar je in andere omstandigheden nooit opgekomen zou zijn. Het maakt niet uit of het een schilderij, een boek of muziek is; in sommige gevallen inspireert het je, soms maar even, soms een leven lang. Meestal gebeurt er overigens niets.

Ik had zo’n moment bij het beluisteren van het nieuwe album van Second Sun, de retro heavy metal band van Jakob Ljungberg, in het verleden drummer bij de Zweedse gothic black metal band Tribulation. ‘Kampen Går Vidare’ (“de strijd gaat door”) zorgde ervoor dat ik ineens heel graag Zweeds wilde leren. Zweeds is niet bepaald waar je als eerste aan denkt als het om rock gaat, maar Second Sun maakt dat die taal zo vanzelfsprekend past bij de klassieke op NWOBHM en seventies hardrock gebaseerde muziek, dat je spontaan naar Ikea wilt gaan om daar de namen van alle boekenkasten en bankstellen hardop uit te spreken om te horen of het ook zo geweldig klinkt als in (bijvoorbeeld) ‘Gör alltid ditt bästa för de du älskar’ of ‘Slå tillbaks’.

Serieus, ik zou graag meer van die zangerige taal met zijn soms wat eigenaardige uitspraak (zoek voor de grap eens de klassieke Zweedse schlager ‘Sju sjösjuka sjömän’ op YouTube) leren om de negen songs op ‘Kampen Går Vidare’ luidkeels mee te kunnen brullen tijdens het luchtgitaar spelen. Het vorige album ‘Eländes Elände’ (dat overigens niet over hoefdieren gaat) wist mij al behoorlijk te bekoren, maar leed enigszins onder de moeizame totstandkoming. Personele wisselingen tijdens de opnames zorgden voor een gebrek aan eenheid in de songs. Daar is nu geen sprake van. Het nieuwe album is kort maar krachtig en vooral stijlvast. Een waslijst aan voorbeelden uit de jaren zeventig en tachtig, van Jethro Tull en Blue Oyster Cult tot Alice Cooper, Thin Lizzy en W.A.S.P. en een overkoepelend, ambitieus concept maken dit een album zoals tegenwoordig niet vaak meer gemaakt wordt. Als ik die cursus Zweeds zou volhouden kan ik misschien het verhaal volgen van de man die van optimistische jongeling vol idealen langzaam maar zeker verandert in een cynische, verbitterde oude man. Een levensweg die – toeval of niet – overeenkomt met de ontstaansgeschiedenis van dit album: begonnen in de lente en afgerond in de sombere, ijskoude Zweedse winter.

Ondanks alles klinkt ‘Kampen Går Vidare’ geen moment somber of melancholiek. In elk nummer schuilt een ongekende energie en speelplezier. Elke noot, elk akkoord wordt gebracht alsof het de laatste kan zijn die de muzikanten in hun leven zullen spelen. Hun ziel en zaligheid is in de songs gelegd die (daardoor misschien) niet geperfectioneerd en gepolijst klinken, maar door die geestdrift juist tot leven komen. Dit is geen muziek die volledig gedigitaliseerd tot op de microseconde is uitgedacht. Het is ook geen extreme metal van wat voor sub-sub-sub genre dan ook. Dit is muziek die tegen alle heersende trends in teruggaat naar de bron en zo iets ouds en vertrouwds nieuw leven in blaast.