Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Helldorado Festival in Klokgebouw, Eindhoven – 18 november 2023

“Bijna jammer om deze band die serieus zijn best staat te doen om het relatief kleine publiek voor zich te behouden, toch te verlaten voor de helden van Eindhoven Rock City, die de grote Cobra hal doet uitpuilen, en tot helemaal achteraan de koppies doet knikken.”
Eén van de leukste feestjes zo tegen het eind van het jaar: Helldorado! Zo langzamerhand weet ik dat ik niet op het allerbeste geluid hoef te rekenen, maar hier ben ik wel altijd verzekerd van een dagje toporkestjes en een bijzonder goede, niet alledaagse sfeer en entourage. Bovendien wordt ik op dit festival altijd positief verrast door muziekjes die ik nog niet kende. Eigenlijk had ik heel graag Psychonaut en Prong ook willen zien, maar ik kwam er al snel achter dat deze bands gemist zouden gaan worden. Eerst proberen op tijd weg te komen van huis, met alles wat daar nog aan kant moet, dan de toch nog tegenvallende reistijd en zoektocht naar parkeergelegenheid. De weg voor het afhalen van persbandjes ken ik hier gelukkig en vanaf nu gaat alles soepeltjes; muntjes halen, spullen in de locker en gaan met die banaan!
1 december 2023 I Tekst: Cor Schilstra | fotografie: Linda 

Bij binnenkomst in Tarantula worden we energiek ontvangen door Speedmobile. De bandleden van Peter Pan Speedrock (bassist Bart Geevers en drummer Bart Nederhand) en Batmobile (zanger/gitarist Jeroen Hamers) spelen een aanstekelijke mix van hun “basisbands” en ze voelen zich er duidelijk thuis bij. Het publiek trouwens ook; bij Speedmobile is de zaal zo’n beetje vol te noemen en tot aan de achterste rijen zijn alle toeschouwers duidelijk in de ban van de overtuigende set van deze heren. Na een aantal nummers genieten van een strakke band die er duidelijk zin in heeft en er vol voor gaat (ondanks dat Geevers en Nederhand later nog een keer op het grote podium aan de bak moeten), wil ik toch ook nog een stukje van een andere band meekrijgen.

Misschien niet helemaal handig om tegelijkertijd een band die toch een beetje hetzelfde publiek zal aanspreken, in de grote Cobra hal te laten spelen. De jonge honden van Bad Nerves staan zich daar een potje in het zweet te werken en hun prettige garage punk knalt van het podium. Zanger Bobby Nerves is dan wel meestentijds vooral nonchalant over het podium aan het banjeren, terwijl hij zijn teksten het publiek in slingert, maar vooral het duo Jonathan Poulton (bas) en William Phillipson (gitaar) was indrukwekkend, niet alleen door hun muzikale prestaties, maar ook hun wervelende podium performance. De als “in bevroren toestand” bijna minuut compleet stilstaande band bij aanvang van ‘Mad Mind’, duurt het aanwezige publiek lang genoeg, maar wanneer ze dan uit de startblokken schieten is het wel een feestje voor het podium. Een aangename verrassing, deze Londense punkrockers.

Bij een festival als dit kom je vaak ook nog wel eens wat bekenden tegen of een collega waarmee even bijgekletst moet worden. Het is vaak sowieso niet mogelijk om alle bands te kijken en dat hoeft ook niet, maar even een biertje drinken en wat socializen zorgde voor een korte pauze. Daarna toch nog even een staartje meepikken van de thrash metal iconen Death Angel; de band staat een aardig feestje te bouwen. Lion is goed gevuld en het aanwezige publiek staat net te genieten van het “Tubular Bells”-achtige intro van “Ultra-Violence” als zanger Mark Osegueda onder begeleiding van vele vuisten in de lucht zijn (lange) aankondiging van het laatste nummer doet. Dit is ‘Thrown To The Wolves’ (zonder intro), waarna de voorste regionen van de hal in een door de zanger opgedragen kolkende massa verandert. Het blijft toch jammer dat het geluid (al niet één van de sterkste punten op dit verder geweldige festival) in vooral Lion vaak ondermaats tot regelrecht beroerd is. Dit doet ook zo’n best technische band als Death Angel beslist niet optimaal uit de verf komen.

Verwondering en waardering, dat kan ik zeggen over onze zuiderburen Brutus! Zo’n band waarvan ik op voorhand iets had van “vast leuk om toch heel even te gaan kijken” heeft me vol bewondering de hele show kunnen boeien. Dit is muziek die ik thuis niet snel zal opzetten. Shoegaze/wave met stoner en metal in combinatie met naar mijn eerste indruk theatrale vocalen is niet iets wat vaak tot mijn grote favorieten behoort. Maar hoe dit live toch helemaal kan overtuigen, is mooi om te merken. De sferische groove is behoorlijk meeslepend en de zang van Stefanie is toch behoorlijk overtuigend, erg knap ook, als je ziet hoe fanatiek (en kundig) ondertussen het drumstel onder handen wordt genomen. Zowel bas als gitaar heeft een hele (dubbele) rij aan effectpedalen, waar zo nu en dan ook behoorlijk op getapdanst wordt, maar de overschakelingen zijn in deze galmhal niet echt in het totaalgeluid terug te horen. Gelukkig is dat voor het totaalplaatje niet heel erg storend. Een zingende drummer zie je trouwens niet zo vaak, en wanneer er ook nog eens (enigszins gechargeerd) van die soms bijna engelachtige zanglijnen opkomen wanneer je even uithijgen zou verwachten, dan kan dat in ieder geval op een stuk verwondering en waardering rekenen. Gelukkig is het niet alleen maar “mooi” zingen, maar ook expressieve passages die niet echt binnen de lijntjes kleuren, vergezellen de pakkende jengelende wave melodielijnen en stoner metal grooves; fijn bandje! (om live te bekijken)

Hoog tijd voor een hapje, en dat hapje duurt natuurlijk weer veel langer dan gepland. Het is hier overal (lekker) druk, veel wachten, maar de atmosfeer is prima, er is genoeg te doen aan “mensjes kijken”, een praatje maken, een biertje drinken, en eten natuurlijk. Toch nog een beetje haasten voor Peter Pan Speedrock. Onderweg doorsteken in Tarantula, alwaar Carnivore AD voor een half lege zaal staat (en deze zaal is al niet zo groot), een paar minuten meepikken om een band te zien die echt voor zijn aanwezige publiek hard aan het werk is.

Bijna jammer om deze band die serieus zijn best staat te doen om het relatief kleine publiek voor zich te behouden, toch te verlaten voor de helden van Eindhoven Rock City, Peter Pan Speedrock, die de grote Cobra hal doet uitpuilen, en tot helemaal achteraan de koppies doet knikken. De eerste paar nummers gemist, maar het is wel duidelijk dat ze deze hele hal in no-time helemaal op de kop kunnen krijgen. Het gas gaat er aardig op bij de mannen; het zijn veelal de uptempo speedrockers die de revue passeren. Wanneer Hallelujah voorbij komt, is dat bijna een welkome “bijkomer”, als relatief langzaam nummer. Bart en Bart schijnen nog zo fris als een hoentje na hun Speedmobile optreden eerder die dag; de ritmesectie is retestrak en heel goedlachs. Ook Peter van Elderen is zichtbaar in zijn sas; de stoere poses worden regelmatig onderbroken door een brede glimlach, korte vreugdevolle onderonsjes op het podium en vriendelijke woorden voor het publiek.

Ook Dikke Dennis is natuurlijk van de partij. Meerdere keren betreedt hij het podium voor een bijdrage, om tussentijds al crowsurfend door het publiek te gaan alvorens weer terug te laten voeren naar het podium; een mooi gezicht. Na ‘Rock City’ is het tijd voor ‘Schoppenaas’, waar van Elderen de tekst toch echt alleen voor zijn rekening moet nemen aan het eind. Door de fijnzinnige omgang met microfoons door Dikke Dennis, is er toch echt een microfoon gesneuveld, en kan Dennis schreeuwen wat ie wil, maar hij is toch echt niet meer te horen. Voor de toegift vraagt van Elderen aan het publiek of ze een langzame of een snelle willen. Ik denk dat ik één van de weinigen was die eigenlijk nog wel een langzame wilde (daar hebben ze echt ook hele fijne nummers van). Het werd natuurlijk een snelle, en het zou me niet verbazen als bijna een kwart van de hal nog voor even veranderde in een mosh pit.

Het is al bijna twintig jaar geleden volgens mij, dat ik Life Of Agony voor het laatst live gezien heb. Toen vond ik ze erg goed, dus hier zag ik wel naar uit. Het geluid in Lion is net als bij het korte bezoekje aan Death Angel weer niet om over naar huis te schrijven en is het dus eerst best even uitkienen waar je nog een beetje de band kan zien en ook redelijk kan beluisteren. De hal is best afgeladen en een plekje op de het achterste balkon, net voor de platenboer (ondertussen even neuzen tussen het aanwezige vinyl) leek de beste keuze. Bijna per ongeluk kom ik er nu achter dat sommige bands dus hier op het achterbalkon hun merchandise hebben. Die van Psychonaut (had ik graag een stukje vinyl van meegenomen) en de “vers ontdekte” Bad Nerves heb ik trouwens nergens kunnen ontdekken.

Hoewel ik verwelkomd word met mij toch erg bekende tracks als ‘Underground’, ’River Runs Red’ en ‘Through And Through’ (ik was net even te laat voor het begin), kon het me niet meer echt iets doen zoals destijds. Sinds een fataal mosh incident met iemand uit het publiek in 1994 is ook vanavond Caputo weer erg begaan met de veiligheid van het publiek, met meerdere malen de oproep “take care of the people” aan de security. Na een half uur was dit ondanks een aardig totaalplaatje; redelijk geluid, en een aardige performance ondersteund door geslaagde lichtshow, even genoeg en tijd om eens verder te struinen.

Een zeer welkome afwisseling was The Coffinshakers in Tarantula. Een stijlvol viertal karikaturen staat op het podium en het geluid is prima. De country/surfabilly in doodgraversstijl is verrekte goed uitgevoerd en het plaatje als geheel klopt ook gewoon. De typetjes op het podium, de (eeuwige) rust die het uitstraalt, tot die donker bruine Johnny Cash-achtige stem toe. Misschien had een contrabas spelende bassist het plaatje helemaal afgemaakt (al had die dan vast weer meer bewogen). Tot mijn verbazing staan heel veel mensen de teksten luidkeels mee te zingen en het is dan ook allerminst een grafstemming te noemen in Tarantula. Toch nog even terug naar de merchandise stand op het balkon, kijken of ze nog een stukje vinyl hebben van dit bandje (is eens heel wat anders en toch erg leuk; kan ik ook opzetten als mijn schoonpa, een liefhebber van Jim Reeves langskomt). De stand is echter al verlaten; ze waren dus niet aan het opbouwen, maar aan het inpakken, toen ik er eerder voorbij kwam. Mocht de organisatie trouwens voor volgende editie nog een “now for something completely different” Flamenco Punk Glamrock band zoeken; Gypsy Pistoleros zou ook prima op dit feestje passen.

Tijd voor de band die mij, toen ze samen met The Hellacopters in Doornroosje stonden, heeft laten kennismaken met de high energy rawk ‘n’ roll. Hier is de liefde voor dit genre voor mij mee begonnen. Gluecifer heeft ruim vijftien jaar op zijn gat gelegen, maar gelukkig kwam de reünie en mag ik ze nu als headliner op Helldorado weer meemaken. Toch wel bijzonder dat een band die al bijna twintig jaar geen nieuw studio materiaal uitgebracht heeft, zo lang op basis van “oude glorie” als afsluiter kan fungeren. Natuurlijk wordt dit een “greatest hits” show; ‘Get The Horn’, ‘Car Full Of Stash’, ‘I Got A War’, ‘Bossheaded’, ‘Automatic Thrill’, ‘Easy Living’ en ‘Black Book Lodge’ (inclusief erg lang intro over Sinterklaas, de kerstman en het Noorse onderwijssysteem), ze komen allemaal voorbij.

De band heeft het enorm naar de zin; zanger Biff Malibu is duidelijk een stukje ouder geworden, maar is zijn maniertjes en stem zeker niet kwijt geraakt, en ook Captain Poon vermaakt zich prima, breed glimlachend, met grote passen over het podium bewegend, buurtend bij bandgenoten, waar ze de grootste lol hebben. Mooi om te zien, hoeveel plezier deze mensen nog steeds hebben in het maken van muziek. De hal is weliswaar niet meer zo afgeladen als bij Peter Pan Speedrock, maar het toch nog groot aantal toeschouwers geniet toch duidelijk van deze band die vol vuur zijn energieke rawk ‘n’ roll de zaal in blaast. Ook op dit late tijdstip, na een hele dag bandjes kijken, is er nog de energie voor een (kleinere dan bij PPS, maar toch behoorlijke) moshpit voor het podium.

Biff en Captain Poon waren niet alleen bijzonder goed gemutst vanavond, ze waren allebei eigenlijk ook best wel in topvorm in muzikaal opzicht. De bassist (ik ben zijn naam even kwijt) kreeg als nieuwkomer in de band terecht een stukje extra aandacht van Biff. Deze gast stond er bij alsof hij nooit anders gedaan had; helemaal “thuis”, zichtbaar genietend, en ik heb hem op geen foutje kunnen betrappen (net als die andere helft van de ritmesectie trouwens, drummer Danny Young). Raldo Useless, de frivole tweede gitarist heb ik een paar keer kunnen betrappen op een scheef nootje in een solo (ik stond ook binnen gehoorsafstand van zijn podiumgeluid), maar die minimale foutjes in the heat of the moment mochten de pret absoluut niet drukken. Samen met velen heb ik genoten van deze band (en de andere bands). Onder het uitpakken van de locker, krijg ik nog wat flarden country van Sarah Shook and the Disarmers mee, maar het is genoeg voor vandaag. Spullen pakken en de auto opzoeken; Helldorado, heel graag tot volgend jaar!