Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Khemmis – Deceiver
Nuclear Blast Records 
Release datum: 19 november 2021
“Khemmis heeft zijn persoonlijke brij van allerlei genres nog geperfectioneerd en bijgevolg is ‘Deceiver’ een topper in het doomachtige metal genre”
9.1/10
Vera Matthijssens  I 10 december 2021

Met ‘Desolation’ als Nuclear Blast debuut raakte de naam van het Amerikaanse Khemmis stilaan meer verspreid onder de fans van doom metal met vurige injecties. Tijdens de periodes van gedwongen isolatie werd er nog meer zelfreflectie gedaan dan anders, zodat hoofdschrijvers Phil Pendergast en Ben Hutcherson nog dieper in zichzelf groeven om ontwapend eerlijke emoties in de nieuwe songs voor hun vierde album ‘Deceiver’ te stoppen. Dit is altijd nagestreefd, maar de heren slagen er beter en beter in. Bassist Daniel Beiers kwam tot heel andere bevindingen na die periode van zelfreflectie en stapte op, zodat Khemmis nu een trio is dat live ondersteund wordt door sessiebassist David Small.

Zes nieuwe, lange composities belandden op ‘Deceiver’ en elk van hen is een verademing om naar te luisteren, ook al meldt men dat dit hun donkerste album is. Misschien komt het omdat de componisten enkel in schrijfmodus gaan wanneer ze hun dip al verwerkt hebben en beterschap of hoop op komst is, maar een sereen gevoel van troost overvalt je tijdens Phil’s heldere, zuivere zang die altijd sereen klinkt. ‘Avernal Gate’ start met mooie tokkelende gitaren en barst rockend los. De weemoedige zang maakt het doomy, maar knappe gitaarsolo’s gaan van sensitief naar vurig en op het einde voegt Ben enkele verwoestende grunts toe. Nog steeds doet de verheven cleane zang me wat aan While Heaven Wept denken, maar het kan ook wedijveren met de zangkunsten van Isole in feite. Zo plechtig, zo ongenaakbaar soms. Het gitaarwerk bevat veel speelse twingitaren, dat aspect wordt ook in ‘Living Pyre’ perfect uitgewerkt, zodat dit zeker een album met pit is dat slechts traag en slepend is waar nodig.

Er gaat nooit haast van uit, geniet uitgebreid van de prachtige opbouw van rustige reflectie tot dramatische lage grom in funeral doomsfeer in het extra lange ‘Shroud Of Lethe’. ‘Obsidian Crown’ start dan weer wild en levendig, maar ook daar heerst weemoed in de clean gezongen stukken. Op dit album zijn de diverse zanglijnen echt beter dan ooit, het contrast wordt optimaal gebruikt. De huilende, bluesy gitaarsolo’s aan het begin van ‘The Astral Road’ gaan over in aanstekelijke rockende passages met fervent klassiek gitaarwerk geënt op stomende, traditionele heavy metal. Wederom een passend contrast tussen beide zangstijlen, met de nodige reprises voor de herkenbaarheid. Khemmis heeft zijn persoonlijke brij van allerlei genres nog geperfectioneerd en bijgevolg is ‘Deceiver’ een topper in het doomachtige metal genre.