Atrae Bilis – Apexapien
20 Buck Spin
Release datum: 08 oktober 2021
“Al met al een meer dan aardig debuut dat door de afwisseling en de genreoverschrijdende elementen ook goed te doen is voor de metalfan die geen death metal purist is.”
Jan-Simon Hoogschagen I 01 oktober 2021
Als er een checklist zou bestaan voor het maken van een typische death metal plaat dan kan de Canadese band Atrae Bilis heel wat hokjes afvinken: blastbeats – check, laaggestemde gitaren – check, onwerelds gegrunt – check, onverstaanbare teksten die gezien de titels over mythologie en ranzigheid gaan, al dan niet tegelijkertijd – check, een album dat net iets langer dan een half uur duurt – check. Tot zover is ‘Apexapien’ een schoolvoorbeeld van klassieke death metal, maar gelukkig houdt Atrae Bilis het niet bij het slaafs volgen van het sjabloon dat sinds de begindagen van het genre geldt als dé richtlijn voor het maken van death metal. Om het interessant te maken (en te houden) gaat dit kwartet uit Vancouver voor de kruisbestuivingsmethode. Er wordt gretig geleend uit de black, progressieve en experimentele extreme metal, wat leidt tot af en toe behoorlijk dissonante gitaargeluiden, een en al tempowisselingen en onverwachte breaks, ingenieuze drumroffels en songstructuren die verder gaan dan wat je op basis van het fictieve afvinklijstje zou mogen verwachten. Met wat goede wil zou je Atrae Bilis als een soort Ulcerate-light kunnen betitelen, al geeft dat meer aan welke richting deze Canadezen met hun benadering van death metal op willen dan dat ze zich op hun debuut al kunnen meten met de zoveel hoger op de Olympus van de extreme metal vertoevende Nieuw-Zeelanders.
Al met al een meer dan aardig debuut dat door de afwisseling en de genreoverschrijdende elementen ook goed te doen is voor de metalfan die geen death metal purist is. In ‘By The Hierophant’s Maw’ worden de death metal grunts en riffs afgewisseld met black metal gekrijs en zelfs een basgitaar die bij Primus niet zou misstaan. ‘Bacterium Abloom’ flirt met doom (death metal fans, vrees niet, het is maar heel even) en zo valt er in ieder nummer wel iets bijzonders te ontdekken. De enige kritiek op dit album is dat zelfs met al die afwisseling de acht songs op ‘Apexapien’ erg veel op elkaar lijken. Pas na een aantal keren aandachtig luisteren vallen de verschillen op en zelfs dan gebeurt het regelmatig dat je al halverwege het volgende nummer bent voor je het goed en wel in de gaten hebt. Dat is jammer, maar een kniesoor die daar een groot ding van maakt.