
Nad Sylvan – Monumentata
Inside Out
Release datum: 20 juni 2025
“Dit album toont het innerlijk en de toegankelijkheid van een artiest die gekend is in de – van oudsher flirtend met ingewikkelde patronen – progwereld. Deze benadering kunnen we evenzo geslaagd noemen.”
Vera Matthijssens I 20 juni 2025
Groot respect voor Nad Sylvan als zanger, want hij speelt een belangrijke rol bij Steve Hackett en zijn Genesis Revisited tournees. Met zijn gouden stem – die warempel het midden houdt tussen Peter Gabriel en Phil Collins – maakt hij telkens weer indruk, maar hij is nog een veel meer veelzijdig artiest. Op zijn soloalbums speelt Sylvan ook gitaar, piano en keyboards. Hij had ook al heel wat ervaring – en was ontdekt door Roine Stolt van The Flower Kings aangezien hij in Zweden woont – lang voor Steve Hackett hem in april 2012 ontdekte.
De reeks soloalbums die hij uitgebracht heeft, stokte even na ‘Spiritus Mundi’ uit 2021. De nieuwe start met ‘Monumentata’ schuift de progressieve rock een beetje naar het achterplan. Nu stelt Sylvan zich erg kwetsbaar op en is zijn muzikaal spectrum verbreedt naar zelfs pop en funk. Het titelnummer gaat over een belangrijk moment in het leven van Nad wanneer zijn vader overlijdt en hem zonder ouders achterlaat. Dat is erg confronterend, zeker ook met het besef van je eigen sterfelijkheid. ‘Monumentata’ kent een woordspeling omdat ‘tata’ vader in het Hongaars betekent en zijn vader half Hongaars was. Die titelsong is dan ook een erg weemoedige pianoballade die erg mooi is. Sylvan krijgt hulp van een reeks stermuzikanten. Op drums zijn Marco Minneman, Mirko DeMaio en Felix Lerhmann te horen. Op bas Jonas Rheingold, Nick Beggs en Tony Levin, allemaal muzikanten die hun strepen in de progwereld al verdiend hebben. Hoewel Nad zelf een aardig stukje gitaar speelt, zijn er ook gastgitaristen te horen, namelijk Randy McStine, David Kollar en Neil Whitford.
Het album gaat van start met de stevige rock van het ondeugende ‘Secret Lover’. Het swingt de pan uit en de stem van Sylvan is heel herkenbaar, maar verfrissend in deze nieuwe context. Men spreekt van een harder nummer met Deep Purple invloeden bij ‘Thats Not Me’, maar deze heftigheid is wel relatief. Ik zou het eerder een funky wulpsheid noemen dat we hier ervaren. De verhalende zang klinkt soms smeuïg en Hammondorgel is prominent aanwezig. Er zit heel wat weemoed in de plaat en ‘Monte Carlo Priceless’ en ‘Wildfire’ zijn dan ook eerder beschouwend van inborst. Daartussen prijkt het luchtige ‘Flowerland’ – speelt zich af in het flower power tijdperk toen een sfeer van optimisme naar de toekomst toe heerste – en is in feite een catchy popsong. Wat songs betreft die onmiddellijk catchy overkomen en simpelweg aanstekelijk zijn, vallen ook nog ‘Im Steppin Out’ (ja, zo geschreven) en ‘Unkillable’. Die speelsheid gaat hem goed af. En dan hebben we natuurlijk het titelnummer dat meteen imponeert. Dit album toont het innerlijk en de toegankelijkheid van een artiest die gekend is in de – van oudsher flirtend met ingewikkelde patronen – progwereld. Deze benadering kunnen we evenzo geslaagd noemen.
