Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Metalgear: Toneshed Recording Studio

 
“Het ultieme doel voor mij is om elke keer de verwachtingen van mijn klanten te overtreffen. Wie dat ook zijn. De waardering die je daar dan voor krijgt is wat me blijft motiveren het steeds beter te doen. Verder wil ik met mijn studio een blijvende bijdrage leveren aan de (Nederlandse) metal cultuur en mensen overtuigen dat er nog steeds veel kwaliteit rondloopt.”
Het verschil tussen goede en werkelijk uitmuntende platen zit hem in de details. Soms is het de songwriting, het kan aan de vocalisten liggen die net een tandje beter zijn dan de concurrentie, of er is sprake van werkelijk fenomenale instrumentalisten. Toch valt of staat alles met goed geluid. Je kan van het bovenstaande genoeg in huis hebben, maar dit alles kanaliseren tot een product waarop deze kwaliteiten er werkelijk vanaf spatten is gewoon een vak apart. Dit vak wordt uitgeoefend door het personeel van opnamestudio’s, en daar komt veel meer bij kijken dan een leek op het eerste gezicht zou kunnen bedenken. Eén van de toonaangevende metal studio’s in Nederland is de Toneshed Recording Studio in Horst (Limburg), welke uitgebaat wordt door Erwin Hermsen. Een man met een rijk bandverleden die inmiddels al heel wat jaren met succes aan de andere kant van de mengtafel heeft doorgebracht. Hij vertelt ons over zijn verleden als muzikant, hoe het er aan toegaat in de Toneshed Recording Studio, en de beste man geeft ons tekst en uitleg over een aantal geluidstechnische begrippen die vaak gebruikt worden in de media, maar niet altijd even goed begrepen worden.
Horst Vonberg Ι  07 september 2020

Je bent zelf begonnen als muzikant. Op je zevende stond je al te rommelen met een akoestische gitaar. Wie waren eigenlijk de belangrijkste muzikale helden uit jouw jeugd, en wat voor invloed hadden zij op jou muzikale ontwikkeling?
Het begon eigenlijk allemaal met een cassettebandje dat ik ooit kreeg van een klasgenoot op de middelbare school. Daarop stond ‘Live After Death’ van Iron Maiden. Dat heb ik me toch een partij grijsgedraaid toen. Niet veel later volgde ‘Ride The Lightning’ van Metallica. Dat afdempen en hakken op de (toen nog) E-snaar, dat vond ik machtig. Later deed Anthrax daar voor mij nog een schepje bovenop met een kraker als ‘Madhouse’. Ik ben eigenlijk vrij lang in de thrash blijven hangen totdat in 1988 de Zweedse death metal werd uitgevonden. Bands gingen hun gitaar in B stemmen en dat zorgde voor een gruwelijk vet en nieuw geluid, voortgebracht door Thomas Skogsberg in zijn Sunlight Studio in Zweden. Entombed, Dismember, Grave, noem maar op. Later ben ik ook Cannibal Corpse en de Amerikaanse DM stijl gaan waarderen. Al die vette Morrisound producties gingen erin als koek.

Na de akoestische gitaar volgde natuurlijk al snel elektrische exemplaren. Aan welke gitaar bewaar jij je beste herinneringen?
Dat was toch wel de ultieme metal gitaar die je je kan voorstellen. Een BC Rich Ironbird, zwart met crackle hahaha. Ergens in de jaren tachtig kwam BC Rich ineens met van die betaalbare Koreaanse gitaren. Iedereen in de metal had er wel eentje.

Je hebt in een aantal bands gespeeld, waarvan de death metal formatie Mangled wellicht de meest bekende naam is. Hoe kijk je terug op de tijd dat je met Mangled bezig was?
Dat waren mooie tijden natuurlijk, echt onvergetelijk. We begonnen in 1989, hevig geïnspireerd door alle nieuwe death metal van die tijd. We waren eigenlijk een vriendengroep en gingen allemaal een instrument spelen, behalve degene die dat niet kon, die ging grunten hahaha. Wilko Reijnders was onze drummer en heeft het vijf jaar volgehouden. Hij is destijds zijn platenlabel Fadeless Records gestart waarmee hij Vomitory ontdekt heeft. Het werd te druk voor hem en de lat kwam ook steeds hoger te liggen. Wilko is nog altijd een goede vriend en werkt tegenwoordig voor andere platenlabels, waaronder Century Media. Gitarist Harold Gielen is ook geen onbekende in de Nederlandse scene. Hij stapte vlak voor het einde van Mangled als bassist over naar Legion Of The Damned. Eén van Nederlands beste live bands denk ik. Onze laatste bassist Boris Janssen is toevallig pas gestopt met zijn band Collision. Geen idee wat hij nu gaat doen, maar hij gaat zeker niet stilzitten. Drummer Floris de Jonge en zanger Pepijn Houwen zijn momenteel niet meer in bands actief.

Als ik me niet vergis ben je momenteel actief in de band Battersea. Muzikaal gezien hele andere koek dan wat je met Mangled uitspookte. Zo te horen ben je iemand die van veel stijlen muziek houdt…
Ja dat klopt, ik heb een tamelijk brede muzieksmaak en ik denk dat dat ook wel belangrijk is voor iemand met een opnamestudio. In de studio komen ook zeker niet alleen metal bands, maar wel het meeste. Ik vind dat ook gewoon erg leuk om te doen. Nadat ik met Mangled stopte heb ik even een ‘band stop’ doorgemaakt. Na een aantal jaren enkel projecten te hebben gedaan (o.a. Spitting Nails) begon het toch weer te kriebelen. Ik was oorspronkelijk gitarist bij Mangled maar speel nu bas. Bij Battersea is dat niet heel ingewikkeld en dat paste perfect naast een gezinsleven en twee drukke banen.

Hoe belangrijk is het voor je om naast je werkzaamheden in de studio nog steeds in bands te zitten en om op het podium te staan?
Zoals ik al zei ging ik het ‘samen in een band spelen’ erg missen. De repetities, het ouwehoeren, mensen ontmoeten, in het holst van de nacht op een tankstation hangen haha… Een vriend zei ooit: “Voor mij is optreden zoiets als de afwas doen. Je hebt recepten uitgezocht, je bent in de keuken in de weer geweest, je hebt lekker gegeten en dan krijg je nog de afwas”. Ik vond dit wel enigszins herkenbaar want ik voel me eigenlijk ook het meeste thuis in die ‘creatie-fase’. Daar kom ik het beste uit de verf denk ik. Dat is een beetje een rode draad door mijn leven ook. Ik was als kind al altijd alleen maar dingen aan het maken, uit het niets, tekenen, knutselen en zo. Als ik met de Lego speelde maakte ik niks van een voorbeeld, maar gewoon zelf iets. Ook bij mijn voormalig werkgevers werkte ik als ontwerper op de productontwikkelingsafdeling. Ik vind het zeker niet vervelend om op het podium te staan, anders zou ik het niet doen. Het geeft gezonde spanning, het knalt gewoon lekker hard en het geeft ook een kick om mooie reacties te horen. Als de set er dan opzit valt er wel altijd weer wat van me af…dat wel.

Je raakte geïnteresseerd in audio engineering toen je met Mangled de eerste demo opnam. Wat was hetgeen wat je toentertijd zo fascineerde aan dit proces dat je het zelf ook wilde gaan doen?
Dan kom ik toch weer terug op dat creëren. Van niets, iets maken. Die rode draad waar ik het over had. Dit was feitelijk weer een nieuwe verschijningsvorm van dat fenomeen. Ik herinner me die opnamesessies nog als de dag van gisteren. Ik was helemaal door het dolle heen en ik wist toen dat ik dat ook wilde doen. Helemaal zelf het geluid creëren dat je wil hebben. Het experimenteren om daar te komen. Dat ultieme geluid dat je in je hoofd hebt en wil bereiken. Het zal ergens in 1992 zijn geweest. In 1995 kocht ik mijn eerste spullen om zelf te kunnen gaan opnemen. De drive om de perfecte sound te krijgen is er vandaag de dag nog steeds. Ik heb ondertussen veel betere spullen en weet nu ook beter hoe ik bepaalde sounds kan maken maar ik stel mezelf elke productie ten doel om het weer beter te doen dan de vorige keer. Stilstand is achteruitgang zullen we maar zeggen…haha.

Voor de meeste beroepen bestaan er opleidingen, edoch voor hetgeen jij doet was er toentertijd er geen traditionele scholingsmethode. In hoeverre ben jij autodidact, en is dat ook de norm voor andere producers?
Er zijn tegenwoordig best wat opleidingen in deze richting te vinden volgens mij. Ik weet daar niet heel veel van want ik ben zelf, zoals je al aangeeft, autodidact. Dat geldt zowel voor de muziekproductie, als voor het muzikant zijn. Ik ben niet iemand die van bladmuziek kan spelen maar heb wel wat theoretische kennis. Ik heb gelukkig vooral een muzikaal gehoor. Toen ik begon met het opnemen van bands, ergens in de jaren ’90 heb ik heel veel boeken gekocht op het gebied van opnemen, mixen en mastering. Ik heb een hekel aan het lezen van boeken, maar blijkbaar niet als het gaat om informatie die relevant voor me is. Later ben ik natuurlijk op internet mijn zoektocht blijven voortzetten en ik heb de laatste jaren ook wel wat betaalde trainingen en cursussen gedaan, waarbij je instructievideo’s krijgt en multi-track-downloads om mee te oefenen. Daar heb ik ook best veel van opgestoken.

Muzikanten bewonderen andere musici, dat is een gegeven, edoch ik kan me heel goed voorstellen dat jij als producer ook zo je helden hebt. Welke bekende producers in de muziekwereld hebben een onuitwisbare indruk op je gemaakt en waarom?
Vroeger was ik enorm fan van Fredrik Nordström van Fredman Studio in Zweden, maar dat had wellicht ook veel met de muziek te maken die hij deed. Dat vond ik ook allemaal te gek. Andy Sneap heeft me ook altijd wel geïntrigeerd vanwege zijn hele transparante en duidelijke mixen. Ik vind het echter erg belangrijk dat een band nog wat organisch en echt blijft klinken en dat alles niet over-geproduceerd is. Iemand die dat kunstje heel goed begrijpt is Jens Bogren. Zijn producties gaan er bij mij in als koek haha. Dat begon destijds met ‘Watershed’ van Opeth. Wat een plaat ook. Fantastisch. De nieuwe Sepultura of Exhorder en de nieuwste en vorige plaat van Katatonia zijn ook heel lekker qua productie. Ook Jacob Hanssen levert heel vet klinkende platen af tegenwoordig. De laatste Evergrey bijvoorbeeld. Had ik Will Putney al genoemd?

Mensen die een carrière in de studio ambiëren zullen sowieso naast een goed gevoel voor muziek ook de nodige technische kennis moeten hebben. Zijn er echter nog meer eigenschappen die onontbeerlijk zijn voor dit vak? Oppervlakkig gezien zou ik zelf zeggen dat je heel goed met grote ego’s om moet kunnen gaan…
Ik zeg wel eens dat je in de studio inderdaad vaak van pet moet kunnen wisselen. Je hebt binnen de studio al de verschillende vakgebieden zoals opname, editing, mixing en mastering, maar je bent in de studio ook vaak projectleider, teambuilder, psycholoog en dat soort dingen. Het is vooral heel belangrijk dat je goed kunt luisteren naar wat iedereen te melden heeft en probeert samen tot een optimale oplossing te komen. Voor grote ego’s is geen plek in een studio wordt vaak gezegd. Het gaat uiteraard om hoe het eindresultaat klinkt en minder om wie er bijvoorbeeld heeft ingespeeld, of welke instrumenten zijn gebruikt. Ik heb in de studio een heel arsenaal aan gitaren, versterkers, cabinetten, effectpedalen, snare drums en bekkens. Alles mag geprobeerd en gebruikt worden, maar soms is het voor een muzikant toch heel belangrijk dat zijn eigen gebouwde versterker of distortion-pedaal gebruikt wordt. Uiteraard soms vanwege de unieke sound, maar soms ook puur voor het gevoel en gemoedsrust. Dat moet je dan ook kunnen respecteren.

Je bent uiteindelijk je eigen studio begonnen, wat inmiddels uitgekristalliseerd is tot de ToneShed Recording Studio in zijn huidige vorm. Hoe is die ontwikkeling eigenlijk gegaan, vanaf je de eerste ingeving kreeg om zelf iets op dit vlak te gaan doen tot aan het punt waar je nu bent?
Na de opnames van de eerste Mangled demo’s, begin jaren ’90, ben ik gaan sparen voor mijn eerste eigen recorder. De Roland VS880 kwam destijds op de markt als concurrent van de toen reeds langer in omloop zijnde Tascam Portastudio’s. Daarin ging een cassettebandje waarvan kant A en B tegelijk werd gebruikt en dat tweemaal zo snel draaide. Alles voor een betere resolutie per spoor en dat waren er acht. De Roland VS880 had echter een harddisk en de mixer van 8 kanalen had virtuele sporen waardoor je feitelijk 64 sporen ter beschikking had. Je moest wel blijven bouncen maar dan kon je er weer sporen bij zetten. Wat een werk was dat achteraf. In die tijd ging ik met al mijn spullen naar bands toe. Ik had geen eigen ruimte. In de repetitieruimte, of soms beter aangeduid met het oefenhok, bouwde ik alles op en zat dan midden in de herrie met mijn handen op de hoofdtelefoon gedrukt om alles nog een beetje te kunnen horen. In 2003 begon ik met het bouwen van de huidige studio. In datzelfde jaar begon ik ook met het opnemen van bands. Ik gebruikte toen twee Roland VS1680 workstations, aan elkaar gekoppeld met midi, voor synchronisatie. In 2004 heb ik de naam Toneshed geregistreerd bij de KvK, maar ik had ook nog steeds een gewone baan naast de studio. Ondertussen groeide de inventaris van de studio. In 2006 ging ik over naar de PC met daarop Cubase en weer een aantal jaren later ging ik over op Mac en Pro Tools. In al die jaren nam ik meer dan 100 bands op en probeerde ik mezelf elke keer weer te verbeteren. Mijn gewone baan was ik qua uren al aan het afbouwen en ik heb in 2019 besloten daar helemaal mee te stoppen om me volledig op de studio te kunnen richten. Op 1 januari 2020 brak een nieuwe periode aan en het jaar begon voortvarend. De corona crisis heeft wat roet in het eten gegooid toen in april en mei weinig bands naar de studio kwamen, maar dat trekt gelukkig weer aan. Er staan weer allerlei leuke nieuwe projecten in de planning.

Ik kan me zo voorstellen dat je het liefst werkt met bands en/of muzikanten die muziek maken waar je wel wat mee hebt. Hoe moeilijk is het dan om muziek te produceren die je totaal niet ligt? Of is dat gewoon een kwestie van het sentiment uitschakelen en gewoon je werk doen?
Dat klopt inderdaad en het helpt dat veel mensen weten dat ik ooit de gitarist was in een death metal band. Dan komen er toch vooral metal bands naar de studio en voel ik me prima op mijn gemak. Tijdens mijn eerste contact met klanten leg ik altijd uit dat ik vooral een gitaar studio ben. Ik grap altijd: ‘Ik doe alles zolang er maar gitaar in zit’. Dan zit je al snel in de rock en metal hoek. Helemaal prima. Soms krijg ik rappers over de vloer die een uurtje wat vocals willen opnemen. Ook prima. Soms bellen er ook carnavalsverenigingen voor het opnemen van een lokale carnavalskraker. Daar begin ik echter niet aan. Die stuur ik door naar andere studio’s. Dan weten jullie dat ook maar…haha.

Laten we even gaan kijken naar de technische kant van het verhaal, en dan met name een aantal begrippen die te pas en te onpas in de media worden gebruikt, maar van velen de eigenlijke betekenis niet echt begrijpen. Graag zou ik van jou een allesomvattende edoch begrijpelijke definitie willen horen van de onderstaande begrippen:

Wat is een producer en wat is de rol van deze persoon in het opnameproces?
Er zullen vast allerlei definities bestaan van de producer maar ik zie mezelf in die rol vooral als iemand die de band begeleid naar en tijdens het opnameproces. Ik ben graag vanaf de schrijffase bij de band betrokken en fungeer daar vooral als klankbord. Ik geeft feedback en tips hoe de nummers beter te maken. Dat kan gaan over instrumentale invulling, arrangementen maar ook het kiezen van geluiden en opnametechnieken in de studio. Een efficiënte voortgang van de opnamesessies is ook iets waar ik bands mee help. Zeker als de band voor het eerst in een studio is hebben de muzikanten vaak niet zo’n goed beeld van hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Ik probeer daarbij vooral te helpen en duidelijk uit te leggen wat de opties en de daar aan verbonden consequenties zijn. Thema’s waar vaak over getwijfeld wordt zijn bijvoorbeeld het gebruik van click-track en het al dan niet allemaal tegelijk inspelen. Daar heb ik vooraf vaak gesprekken over met de band zodat ze de juiste beslissing nemen. Er zijn veel mogelijkheden en alles is bespreekbaar.

Wat is een engineer en wat is de rol van deze persoon in het opnameproces?
De engineer is in feite een studio techneut. Die heb je in diverse soorten en maten en bij Toneshed ben ik ze allemaal haha. De man die de knoppen bedient, de microfoons opstelt en de pre-amps instelt, instrumenten afstelt waar nodig en vervolgens alle werkzaamheden in Pro Tools of andere DAW uitvoert (editing, mixing en mastering).

Wat wordt er precies verstaan onder opname en editing?
Opname is het feitelijk vastleggen van de muzikale prestaties van de muzikanten. Meestal via één of meerdere microfoons aangesloten op pre-amps in een mengpaneel of interface en verbonden met een computer waarop een DAW draait (Digital Audio Workstation), zoals Cubase of Pro Tools. De muzikanten hebben daarbij vaak een hoofdtelefoon op met daarop een eigen mix zodat vooral de eigen partij en het tempo goed te horen zijn. Bij de drummer kan dat de clicktrack zijn en bij de anderen juist de drums. Wat je wil horen krijg je te horen.

Editing zijn alle werkzaamheden die als doel hebben de oorspronkelijke opnames te corrigeren op het gebied van timing en tuning etc. Soms is het wenselijk dat de drums worden gecorrigeerd omdat ze net te veel afwijken van de clicktrack. Opnieuw opnemen was dan bijvoorbeeld geen optie omdat het een geniale take was die de band graag wil behouden. We kennen ook allemaal auto-tune waarbij zang, die toch net even out of tune is, wordt gecorrigeerd. Ik moet zeggen dat het doel altijd is om de editing werkzaamheden tot een minimum te beperken omdat ze tijdrovend zijn. Soms is er echter geen ontkomen aan en soms zelfs staat de band erop dat de drums 100% ge-edit wordt, wat uiteraard geen probleem is.

Wat behelst exact het mixproces?
Deze vraag heb ik beantwoord in mijn FAQ op mijn website en ik pak die er graag even bij: “Mixen is de kunst van het balanceren van alle opgenomen sporen die de instrumenten en zang bevatten. Het balanceren gebeurt in diverse domeinen: volume, frequentie, dynamiek, plaats in het stereobeeld en diepte. Het is niet een kwestie van het vinden van één vaste balans. De balans wisselt continue gedurende het nummer om maximale impact op, en betrokkenheid van de luisteraar te bewerkstelligen. Bij het opnemen van muziek is het resultaat van mixen een tweesporen (stereo) file van elk nummer afzonderlijk.” Mixen is dus in feite niet slechts het vinden van het beste geluid bij elk spoor wat vervolgens continue zo blijft staan. Dan wordt een plaat snel saai. De kracht van een goede mix is dat elk element op het juiste moment de juiste settings heeft. Dit wordt gedaan middels automation in de DAW waarbij je die settings gedurende het nummer laat mee-veranderen met het gevoel en intensiteit van het gedeelte in het nummer. Een tijdrovende klus maar het maakt het verschil tussen een mix zoals je die live hoort (statisch) en een fantastische mix op plaat (dynamisch).

Wat is masteren, en hoe belangrijk is dat voor een plaat?
Ook hier grijp ik even terug op mijn FAQ: “Mastering is de kunst van het balanceren van alle individueel gemixte nummers. Dit gebeurt wederom in diverse domeinen (zie mixen). Je hebt mastering nodig om elk nummer een vergelijkbaar volume en frequentiebalans te geven om te komen tot een coherent klinkend geheel (album of EP). Mastering zorgt ook voor het juiste volume afhankelijk van het gekozen medium (CD, vinyl of online streaming), evenals diverse andere technische aspecten van de audio files (dithering, bit diepte en sample-frequentie)”. Wat ik hier nog niet genoemd heb is de volgorde en hoe de tracks achter elkaar geplaatst worden. Met een tussenpauze, of juist in elkaar overlopend en waar exact is de overgang van het ene naar het andere nummer. Ook dat doe je allemaal tijdens mastering. Je bepaalt dus feitelijk exact hoe het eindresultaat van de plaat zal gaan overkomen op de luisteraar.

Bij een CD master voer je ook track-, album- en artiestnaam in t.b.v. CD tekst. Ook ISRC-codes en UPC/EAN-codes kunnen worden ingebakken in de master. De ISRC code is ervoor om rechtenorganisaties zoals BUMA/STEMRA makkelijker muziekgebruik te kunnen laten registreren. De UPC/EAN is een soort track & trace code, handig voor labels die kassaverkoop willen registreren. Je hoort wel eens dat bands hun platen niet masteren maar daarmee bedoelen ze vaak dat er niet meer aan de sound geschaafd wordt. Alle andere aspecten van mastering zijn wel degelijk aan de orde.

Even voortbordurend op het masteren: het verloren gaan van mastertapes wordt alom gezien als een groot verlies. Een goed voorbeeld daarvan is de brand in 2008 bij Universal Music waarbij enorm veel oud materiaal voorgoed verloren is gegaan. Kan jij onze lezers uitleggen waarom dit zo rampzalig is?
In principe verdwijnt daarmee de mogelijkheid om oude platen, waarvan de originele oplagen al lang zijn uitverkocht en niet meer nieuw beschikbaar zijn, opnieuw uit te brengen. Ik zeg in principe want je kunt voor een re-release uiteraard ook de audio gebruiken van reeds in de markt beschikbare eindproducten.

Een veelgehoorde reclamekreet bij het opnieuw uitbrengen van oude albums is dat de hele boel opnieuw gemastered is. Nu doe jij dat soort klussen regelmatig voor het Hammerheart label. Kan je ons uitleggen wat je dan precies doet met zo’n oude plaat, en in hoeverre worden oude opnames daar beter van?
Toen er nog geen CD’s waren gaven platenspelers extra laag af bij het afspelen en de vinyl masters van destijds hadden daarom veel minder laag om alles weer in balans te laten klinken tijdens afspelen. Toen de eerste CD’s uitkwamen werden de oude vinyl masters vaak gebruikt als CD-master. De CD-speler had echter niet die correctie in het laag waardoor veel oude CD-releases een verschrikkelijk schraal en dun geluid hebben. Bij het re-masteren maak ik voor elk medium een eigen master die volledig daarvoor geoptimaliseerd en volledig in balans is. Een tweede aspect dat speelt is dat de luidheid van de oude releases een stuk lager lag. Dat probeer ik ook altijd met respect op te krikken naar hedendaagse standaards zonder daarbij “Death Magnetic” taferelen te veroorzaken, waarbij de master zo luid is dat hij kraakt en vervormd.

Jij bent ook in te schakelen voor zogenaamde audio restauratie, waarbij je de geluidskwaliteit van een oude plaat een lift geeft. Hoe doe je dat, en hoe bewaar je in zo’n geval de integriteit van het origineel?
Het restaureren van oude opnames betreft vaak het corrigeren van het frequentiespectrum zoals ook hiervoor beschreven, maar ook het verwijderen van verstoringen in de opname, of bijvoorbeeld het verwijderen van kraakjes en tikjes als de bron vinyl was. Daarvoor maak ik gebruik van speciale software waarmee ik ‘in het geluid kan tekenen’ haha. Een soort Photoshop voor geluid. Soms krijg ik oude demotapes die ook op CD gezet gaan worden. Daar probeer ik dan de enorme dosis ruis wat te verminderen zodat deze niet meer zo storend is. Het is inderdaad een delicaat en tijdrovend werkje. Het enige criterium dat ik daarbij hanteer is of mij iets opvalt tijdens het luisteren. Hoor ik de processing dan ben ik te ver gegaan en moet ik een stapje terug doen ten koste van kwaliteit maar met behoud van authenticiteit.

Jij hebt in de afgelopen jaren gewerkt met bands als Pestilence, Dead Head, Pentacle en Cirith Gorgor. Dat zijn natuurlijk geen beginnelingen en ze weten heel goed wat ze willen. In hoeverre ga jij als producer mee in hun specifieke wensen, ideeën en plannen, of is er ook nog ruimte voor jou inzichten?
Dat is altijd maar weer even afwachten inderdaad. Sommige bands laten het op voorhand al duidelijk weten als mijn inbreng gewenst is. Anderen laten dat in het midden. Tijdens opnamesessies geef ik altijd wel mijn mening. Soms ongevraagd maar altijd alleen als ik denk dat het beter is voor band of de track waar we aan werken. Soms draag ik ook nieuwe ideeën aan, artistiek of muzikaal. Je merkt snel genoeg of dat geaccepteerd wordt of dat ik me beter met mijn eigen zaken kan bemoeien haha. Om mijn vakkennis en technische kant van de zaak word ik gelukkig altijd gerespecteerd en wordt er graag geluisterd. Dat wil overigens niet zeggen dat ik niet open sta voor alternatieve methoden en technieken. Ik ben iemand die ook iedere dag graag iets nieuws leert.

Kan je als producer zijnde überhaupt gevestigde namen nog wat coachen, of zijn ze daar niet of nauwelijks gevoelig voor?
De ervaren muzikanten staan zeker open voor coaching. Vaak zijn zij ook in een fase aanbeland dat ze op zoek zijn naar een uniek geluid en geen eenheidsworst. Beginnende bands willen vaak klinken als de bands waar ze zelf fan van zijn. Mijn ervaring heeft me ook geleerd dat het juist de onervaren bands zijn die soms minder openstaan voor coaching en af en toe ook de techniek nog wat wantrouwen. ‘Dat heb ik echt niet zo gespeeld’ of ‘zo klinkt mijn gitaar niet’ zijn uitspraken die dan wel eens voorbijkomen. De ervaren bands weten wat ze kunnen en weten vooral hoe instrumenten moeten klinken om ze goed uit de verf te laten komen op de plaat. Als je die ervaring niet hebt wil je eigenlijk je setup zo laten klinken als op andere CD’s. Dan heb je meestal te veel demping op je drumkit toegepast en vaak te weinig mids in de gitaren en zelfs de bas.

Ik neem aan dat je ook wel eens werkt met bands die wat professioneel opnames maken betreft nog in de kinderschoenen staan, en die een stukje begeleiding in dat opzicht wel kunnen gebruiken. Bemoei je je in dat kader wel eens met zaken als songwriting en/of arrangementen waar jonge en relatief onervaren musici de studio mee binnenwandelen?
Dat ligt er dan toch weer aan. Sommige onervaren bands hebben wel een sterke eigen mening en zijn erg overtuigd van hun eigen materiaal en kunnen. Dan is het soms lastig om daar tegenin te gaan. Ik geef wel altijd mijn mening en ik merk snel genoeg of dat geaccepteerd wordt. Uiteindelijk ligt de eindbeslissing op het artistieke vlak altijd bij de band. Daar moet ik me natuurlijk bij neerleggen. Bovendien zijn de meest succesvolle bands de bands die zich niet aan de formule van de gevestigde orde houden. Zij trekken weer een nieuw publiek aan die zich afzetten tegen de ouwe rockers. Zo ging dat, zo gaat dat en zo zal het altijd gaan…

En als we het dan over jong en onervaren hebben: ik krijg bij Arrow Lords Of Metal veel demo materiaal binnen van jonge bands die alles lekker thuis opnemen. Goed voor het behoud van de centjes. Uiteraard zijn de mogelijkheden een stuk beter geworden sinds de garage dagen, en je hoort vaak leuke ideeën, maar geluidstechnisch blijft het toch vaak om te janken en vooral zangpartijen zijn het slachtoffer van onvermijdelijke onkunde. Ik geef dat soort bands altijd het advies om vooral te investeren in kwalitatief goede opnames onder leiding van iemand die wel weet wat hij doet. Hoe denk jij daarover?
Ja, daar heb je wel een goed punt. Ik geef overigens altijd aan dat er tegenwoordig mogelijkheden zijn om thuis op te nemen en als een band daarvoor wil kiezen doen we altijd even wat testopnames die ik beluister en beoordeel. Daarmee bouw ik voor mezelf zekerheid in dat ik het naar een goed eindresultaat kan brengen. Als hier puntjes naar voren komen dan maken we dat bespreekbaar en zoeken we naar een oplossing. Soms is dat het investeren in betere gear, soms betekent het dat een muzikant alsnog naar de studio komt. Het werken met twee petten op wordt vaak onderschat. Ik heb ooit iemand gehad die na een week proberen toch veel liever naar de studio kwam. Hij wist op een gegeven moment niet meer wat goed of fout was. Ook het gedetailleerd, secuur werken en het boekhouden van alle opnamedata is zeker niet voor iedereen weggelegd.

Vanuit jou eigen muzikale en productionele carrières gezien, wat zijn dan de meest gemaakte fouten van jonge bands die voor het eerst een professionele studio betreden? En heb jij tips voor aanstormend jong talent om het stappen in bekende valkuilen te voorkomen? Met andere woorden, wat zijn de do’s en don’ts in de studio?
Het allerbelangrijkste is dat je het materiaal kan dromen en redelijk foutloos samen kan spelen. De meeste tijd gaat verloren bij het repareren en terugluisteren van opnames. Dus hier valt meteen al veel winst te boeken.

Op de tweede plaats komt toch wel de kwaliteit van de instrumenten, waarmee de bron geluiden gemaakt worden. Nieuwe snaren op een goed afgestelde gitaar zijn een must. Ook op het drumstel horen nieuwe vellen en alle ketels dienen goed gestemd te worden. Ik controleer dit altijd en help ook mee problemen op te lossen, maar ook hier valt weer winst te boeken.

Als derde adviseer ik bands preproducties te (laten) maken en daar mee te repeteren. Daar komen vaak veel aandachtspunten uit die je allemaal voordat je echt naar de studio komt kunt oplossen. Ik help bands daar graag mee. Ook het maken van een click-track bijvoorbeeld. Het mooie is dat een drummer kan mee drummen met de pre-productie en click, waardoor alles er ook in de juiste tempo’s opstaat en ook dat achteraf geen verrassingen oplevert. Werken met een click zal het opnameproces ook versnellen. Ik realiseer me dat niet alle stijlen, bands of drummers geschikt zijn om met click te werken, maar als dat wel zo is zou ik het aanraden.

Als vierde zou ik willen aangeven dat het verstandig is tijdens het opnemen van de drums en scratch gitaar de zanger mee te nemen. Hoe vaak ik het al niet meegemaakt heb dat er twee maten te weinig zijn gespeeld en dat we daar bij de zangopnames pas achter komen haha.

Als vijfde adviseer ik om een extra print out van de teksten mee te nemen voor de engineer, zodat deze makkelijk kan zien waar je wil inprikken om iets opnieuw in te zingen.

Ik vraag aan muzikanten vaak met welke artiesten ze graag nog eens zouden samenwerken, ongeacht of dit nu reëel is of niet. Ik ga jou nu dezelfde vraag stellen: met welke band of artiest zou jij nou dolgraag iets opnemen en waarom?
Nou, dan zou ik toch wel in de studio willen zitten met Cannibal Corpse en dan gaan we proberen ‘Bloodthirst II’ te maken. ‘Bloodthirst’ is één van mijn al time favorites. Destijds geproduceerd door Colin Richardson. Man wat een album. ‘Pounded Into Dust’ is wel zo’n beetje mijn ultieme DM track. Ik had hem laatst nog eens opstaan en toen viel het me op dat het geluid wat dunner was dan ik me herinnerde. Daar moet ik dan gewoon goed op letten haha.

Er zijn veel platen met een ontzettend goed geluid in omloop, maar welke precies is ook maar afhankelijk aan wie je het precies vraagt. Kan jij ons drie metal platen noemen waarvan jij als professional vindt dat ze een perfect geluid hebben meegekregen waar je helemaal niks meer aan moet doen?
Potverdorie dat is een lastige zeg. Hier heb ik morgen wellicht spijt van maar even on top of mind:

  1. Gojira – The Way Of All Flesh.
  2. Heart Of A Coward – Deliverance/Severance.
  3. Katatonia – The Fall Of Hearts.

Aan de andere kant zijn er in het verleden ook albums uitgebracht waarop het materiaal an sich uitstekend is, maar waarbij het totaalplaatje toch ten onder gaat aan de mindere productie. Heb jij platen in je hoofd waarvan je denkt dat het met een betere productie veel meer had geknald?
Tja, nu is het makkelijk zat om allemaal ouwe meuk op te noemen, maar ik zal een plaat noemen die mij, en vele anderen ten tijde van uitkomen, nogal teleurstelde: Metallica – ‘Saint Anger’. De tweede is meer een teleurstelling achteraf: Mangled – Witness Disposal Program. Die heb ik zelf ooit opgenomen maar ik kan er niet naar luisteren haha. Als laatste denk ik dan toch één van de Cannibal Corpse albums na ‘The Wretched Spawn’. Ik herinner me dat ik daar toen wat teleurgesteld over was. Ze hadden een plaat gemaakt met Colin Richardson en later met Neil Kernon. Het klonk daarna allemaal wat stoffig en minder helder. Met ‘A Skeletal Domain’ hadden ze weer even een moddervet geluid maar de laatste vond ik weer wat minder.

Wat is voor jou persoonlijk het ultieme doel binnen dit vak en hoe denk je dit te gaan bereiken….
Het ultieme doel voor mij is om elke keer de verwachtingen van mijn klanten te overtreffen. Wie dat ook zijn. De waardering die je daar dan voor krijgt is wat me blijft motiveren het steeds beter te doen. Verder wil ik met mijn studio een blijvende bijdrage leveren aan de (Nederlandse) metal cultuur en mensen overtuigen dat er nog steeds veel kwaliteit rondloopt.

Tot slot: Waarom zouden alle muzikanten met plannen voor verse opnames bij jou aan de poort moeten kloppen? (Jazeker, de ruimte hieronder is voor schaamteloze zelfpromotie.)
Bands die op zoek zijn naar een eigen sound en daar ook zelf een goed beeld van hebben zijn bij mij aan het goede adres. Ik werk liever niet met dezelfde midi drum plugins, drum-samples en gitaar sims en IR-packs die iedereen al gebruikt. Ik werk het liefste met echte muzikanten en instrumenten, akoestische drums, zelfgemaakte samples, buizenversterkers en dergelijke, maar maak daarmee toch een hedendaags en krachtig geluid. Check mijn website voor diverse voorbeelden. Spreekt je dit aan? Neem dan gerust contact op via de website en ik beloof dat we samen een knallende plaat gaan maken!

Als laatste wil ik nog even aandacht vestigen op een typisch Toneshed dingetje. Als er een band komt opnemen bied ik de drummer aan om in dezelfde sessie kosteloos een extra cover op te nemen. Daar ga ik dan andere muzikanten bij zoeken die het leuk vinden om daar ook kosteloos een bijdrage aan te leveren. We maken daar een studio clipje bij en ik mix en master het geheel. Op deze manier hebben er vijf muzikanten/bands en mijn studio leuk promo materiaal bij. Check bijvoorbeeld even deze opname. De volgende cover wordt ‘Queen Of The Reich’ van Queensrÿche. Dedrums zijn ingespeeld door Rico Noijen van Armed Cloud. De rest van de line-up is nu nog een verrassing.

Toneshed Recording Studio
Meterikseweg 82
5961 CX Horst
The Netherlands
Tel: (+31) (0) 648105070

Check de onderstaande socials voor meer informatie over de Toneshed Recording Studio.