Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Jarkko Aaltonen: “De albumtitel ‘Jylhä’ is een term wat we in het Fins gewoonlijk gebruiken om ons ontzag voor een bepaald landschap te uiten.”

Opgewekte folk metal van Korpiklaani kan wel eens het geknipte medicijn voor een beter humeur wezen om met de nodige geestrijke drank binnen handbereik naar het nieuwe album ‘Jylhä’ van onze Finse clan uit het woud te luisteren. Jarenlang zijn onze Finnen al een vertrouwde leverancier van folk metal met een vleugje weemoed en ook op deze opvolger van het in 2018 verschenen ‘Kulkija’ vinden we weer een flinke portie vertier met een zwart randje. Bassist Jarkko Aaltonen stond ons te woord om meer te vernemen over dit kakelnieuwe album en zijn bevindingen over de coronacrisis.
Vera Matthijssens Ι 09 februari 2021

Toen al die tournees afgelast werden door het coronavirus, moest ik vooral aan Korpiklaani denken, want jullie zijn toch wel één van de meest toerende bands op aarde…
Ja, dat is natuurlijk vreemd. Je bent gewend om altijd op pad te zijn en dan komt plots het bericht dat je abrupt moet stoppen. De eerste twee weken dacht ik: ‘oh leuk, nu heb ik drie weekends die ik kan vullen met doen wat ik wil.’ Maar spoedig bleek dat het langer zou duren en dan werden we toch wat onrustig. Wij zijn een band en we zouden toch moeten kunnen spelen, was toen onze mening, maar dat ging natuurlijk niet. Een beetje extra vakantie is altijd leuk, maar als het een jaar wordt, is het teveel van het goede.

Ben je geen oude hobby’s beginnen terug oppikken of voelde je je enkel maar verveeld?
Ik heb mijn oude hobby terug opgenomen: in de zetel zitten en bier drinken. Ik luister dan nog steeds naar dezelfde albums waar ik al 35 jaar naar luister.

Hoe kijk je terug op de creatie van ‘Jylhä’? Liep alles gesmeerd of kijk je er met gemengde gevoelens op terug?
Dit was allicht het album dat het vlotste tot stand gekomen is. De songs waren klaar uiteraard. Toen alle shows afgelast werden, hadden we een overvloed aan tijd. We deden een heuse intense preproductie. Op de demo’s hadden we al echte drums. We liepen doorheen alle stadia en ik luisterde via protools naar de gitaarpartijen, zodat ik mijn baspartijen daar ineens kon op afstellen. Er was ditmaal absoluut geen haast bij, we hadden alle tijd en dat was wel aangenaam. Eens dat we aan de echte opnamen begonnen, waren we er echt klaar voor en verliep alles heel vlot.

Wanneer zijn jullie de studio ingegaan en hoelang duurde het?
We hebben de gitaren opgenomen in Jonne’s studio, in zijn kelder. Daarna in de andere studio’s, al bij al een drietal weken. Vlug en gemakkelijk.

Geen last van de coronacrisis?
We hadden wel een studio geboekt die gesloten was toen we er moesten opnemen, maar dat hebben we dan elders opgelost en natuurlijk waren we beperkt in het aantal muzikanten dat kon meewerken, maar grote problemen hebben zich niet voorgedaan. En gelukkig is de band, alle families en de crew tot nu toe gespaard gebleven van corona.

Hoe kwamen jullie bij de titel ‘Jylhä’?
We hadden eerst een andere titel in gedachten, maar het moest passen bij de duistere, sinister onderwerpen op dit album. Op een bepaald moment wilden we de titel veranderen, maar ik herinner me niet meer juist waarom dat was. We wisten dat er vragen zouden aankomen als: wat betekent ‘Jyhlä’ en dan zaten we natuurlijk met het probleem dat er geen letterlijke vertaling voor bestaat. Het is een term dat we in het Fins gewoonlijk gebruiken om ons ontzag voor een bepaald landschap te uiten. Er is ook geen song die deze titel draagt, maar dat is nogal gebeurd bij ons.

Wat is de invloed van de nieuwe drummer Samuli Mikkonen op de band?
Zijn invloed was bepaald opmerkelijk. Toen Jonne de demotracks aan het overlopen was, kreeg hij heel veel hulp van Samuli. Die woonde bij wijze van spreken die tijd samen met Jonne en in de kelder namen ze altijd samen dat nieuwe materiaal in handen om het klaar te stomen voor de opnamen. Samuli had een grote invloed op sommige arrangementen op dit album en hij suggereerde heel wat veranderingen in de songs. Hij had goede ideeën en hij heeft een goed paar oren om de songs beter te maken. Het zijn die details die soms van tel zijn en hij is dus een grote aanwinst, niet alleen als drummer. We kenden hem al een hele tijd vooraleer hij bij de band kwam en dat was voor ons ook een geruststelling, als je weet welk vlees je in de kuip hebt. Het risico is dan kleiner.

Dit album zou een aantal zware onderwerpen aansnijden in de teksten. Kan je daar wat meer over vertellen?
Zoals gewoonlijk heeft Tuomas Keskimäki de teksten geschreven en sommige songs handelen over moord en doodslag. Dat komt zelfs voor in een zestal songs en er is ook een soortgelijke duistere thematiek te vinden in andere songs op dit album. Ik heb aan Tuomas, onze tekstschrijver, gevraagd waar dit opeens vandaan komt en hij antwoordde dat hij het niet weet. Het was gewoon een periode dat hij veel zulke teksten schreef en ik moet zeggen dat het goed past bij onze stijl. Geen probleem dus.

Waar is dan het contrast tussen feestsongs enerzijds en melancholie anderzijds gebleven? Wat is je favoriete track?
Ik weet geen echt melancholieke songs aan te duiden op dit album, maar wel mijn favoriete track, want dat is ‘Mylly’. Het is één van de tragere, heftige songs waar een legende aan verbonden is. Ik moet echter nog wat meer luisteren naar het album vooraleer ik me er een goed beeld van kan vormen. Die legende gaat over een kwade geest, ik zou het niet de duivel noemen. Er zijn in Finland tal van legendes over mensen die naar een bepaalde plek gaan en daar een kwade geest ontmoeten die hen verdriet of verlies wil berokkenen. Kortom ook weer een deel folklore in de teksten.

Wat kan je vertellen over de eerste video voor de song ‘Leväluhta’?
Dat was best grappig. Het label wilde dat we een video maakten voor de eerste single die men zou uitbrengen. Sami, onze accordeonist, kende de plaats en heeft ervoor gezorgd dat de band daar gratis opnamen kon maken. Er zijn oude, verlaten gebouwen nabij een moeras en het oogt allemaal duister en geheimzinnig. Nu hebben we ook een video voor ‘Mylly’, dat is ook al uit. We hebben ook al gefilmd voor de volgende clips. Er komen er vier, misschien wel vijf voor dit album. Als het weer goed zit, hebben we plannen voor een vijfde clip, maar we zullen zien, want we hebben er een bevroren meer en veel ijs voor nodig. Eerlijk gezegd ben ik er niet op uit om me halfbevroren op dat ijs te wagen, maar kom, we zullen zien.

De eerste song ‘Verikoira’ zou geïnspireerd zijn door Judas Priest. Leg me dat eens uit?
Geïnspireerd is misschien geen goed woord, maar het idee dat Jonne had toen hij dit schreef was om een song te schrijven die zou passen op het ‘Painkiller’ album. Ik herinner me nog die tijd toen we teenagers waren. Toen hij een jaar of vijftien was, was ‘Painkiller’ van Judas Priest het beste album ooit voor hem. Hij is nog steeds dol op dat album.

Er is ook een gastbijdrage, en vreemd genoeg speelt bassist Jack Gibson van Exodus banjo in het nummer ‘Pidot’. Hoe is dat te verklaren?
Jack heeft een eigen band, ik noem het een bluegrass band. Er waren al langer plannen dat Jack en onze gitarist Cane samen iets country gericht zouden doen, maar daar is niets van gekomen. We zijn die gasten dikwijls tegen het lijf gelopen op festivals en laat ons stellen dat we al veel bier gedronken hebben met hen (lacht). Toen ze in mijn thuisstad speelden, ging ik naar hun concert en we brachten een krat van ons eigen bier van de lokale brouwerij mee en zo eindigde de avond pas middenin de nacht op hun tourbus. Daar werd besloten om banjo te spelen op ons album. Die nacht. Het was een wazige nacht, maar voor één keer is iets dat je beslist als je dronken bent, uitgekomen en bewaarheid geworden. We hebben ons plan dus ten uitvoer gebracht in ‘Pidot’.

Het artwork is duidelijk weer door Jan Yrlund gedaan…
Ja, we zien geen enkele reden om daar verandering in te brengen.

Ik vraag me wel af waar dat symbool gebleven is dat jullie in het begin altijd mee op de cover plaatsten?
Dat is een symbool van de Sami  in het Noorden. Het is nog steeds iets wat ze geven als geschenk, als een juweel dat geluk brengt. We hebben dit jarenlang gebruikt. Ik kan me niet meer herinneren op welk album, maar op een bepaald moment hebben we besloten dat dit symbool toch niet meer zo toepasselijk is op ons. En mogelijk heeft niemand dat opgemerkt, maar de man op de cover is niet meer dezelfde als vroeger. Zijn gezicht is nu dat van een acteur, iemand die nu in twee videoclips te zien is.