Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Bombus

 

Jens Bogren: “We klinken als heel wat andere bands maar geen enkele andere band klinkt als ons.”

Bombus draait met zijn eigenzinnige variant van metal, rock en stoner rock al enkele jaren mee in hun thuisland Zweden. Ook in het buitenland begint men de band te waarderen. Drie jaar na het succesvolle ‘Repeat Until Death’ verschijnt in november ‘Culture Vulture’. Met zanger/gitarist Jens had ik een aangenaam gesprek over de band en hun nieuwe album.
Koen de Waele Ι 15 oktober 2019

Tussen ‘Repeat Until Death’ en ‘Vulture Culture’ zit drie jaar. Wat hebben jullie in die tijd allemaal gedaan?
We hebben dit album gemaakt. Dat duurde zijn tijd. Ondertussen werd er ook heel wat getoerd. Er kwam een nieuwe gitarist bij zodat we met drie gitaristen zijn. Het is een gewoonte dat er om de drie jaar een Bombus album uitkomt. Maar om je vraag heel kort samen te vatten: schrijven, opnemen en toeren.

Het viel me op dat de hele band professioneler klinkt. Er wordt duidelijk op een hoger niveau gespeeld. Is dat het gevolg van al dat toeren?
De lat wordt telkens wat hoger gelegd. Zowel qua schrijven als speelstijl. Het is ook wel wat de manier dat we opnemen en produceren. Ik heb deze keer ook heel wat aandacht aan mijn zang besteed. Het is deels techniek om op toer te gaan en je stem fit te houden. Ik heb ook gelet op mijn uitspraak, timing en geprobeerd om semi clean te klinken. Net zoals in elke branche wil je steeds beter worden. Ook hebben we met Simon een nieuwe gitaarspeler. Hij heeft alle solo’s ingespeeld en klinkt fantastisch.

Met Simon Solomon erbij bestaat Bombus nu uit vijf leden. Was die uitbreiding een noodzaak om jullie geluid te evolueren?
Dat proberen we toch. We willen nog altijd steeds de essentie bewaren van het Bombus geluid. Het schrijven van een album is nog steeds hetzelfde gebleven. Je voegt er zaken en toe en probeert telkens iets verder te gaan. We spelen nu ook in een bezetting met drie gitaristen en dat klinkt enorm goed. Er is meer mogelijk en er is een pak meer harmonie tussen de gitaren. Je kan dat ook met twee gitaristen bereiken. Toch op plaat. Live is het dan wel wat beperkter. De een speelt zijn solo en de ander moet er zich aan aanpassen. Je kan niet echt iets toevoegen of veranderen. Met drie op het podium is dat wel mogelijk. Dus klinken we veel beter.

Jij schrijft de meeste teksten. Die klinken niet zo echt positief. Een zin is zelfs ‘You are all going to die and that is a fact.’ Hoor ik hier een depressieve persoon aan het werk?
Haha. Ik zit niet in een depressie hoor. Er is juist zoveel gaande. Je hoeft maar eens rond te kijken en te observeren wat er gebeurd. Wat wij mensen onszelf aandoen. Wat we onze planeet aandoen. Je kijkt naar die wereldleiders. Luistert naar hun toespraken en wat ze allemaal doen. De zanglijn waar je over spreekt komt uit het nummer ‘(You Are All Just) Human Beings’. Het gaat over allerlei beloftes die politiekers doen om de planeet te redden. Maar waar uiteindelijk helemaal niets van terecht komt. Maar op het einde sterft iedereen toch en dat is nu eenmaal een feit. Ik ben dus zeker niet depressief maar probeer me te interesseren hoe wij en iedereen werkt. Maar uiteindelijk zijn al die sombere observaties een ideale inspiratiebron voor teksten. Ik wordt wel eens kwaad als ik terug iets negatiefs in de media verneem. Maar uiteindelijk zijn we in de band nog tamelijk positief ingesteld.

Een nummer noemt ‘Mama’ maar zo lieftallig is dat nu toch ook weer niet. Welk verhaal zit daar achter?
Dat is ook een metafoor hoor. Het gaat zeker niet over mijn moeder want die deed haar best. Het verwijst naar moeder aarde en de schepping van iedereen. Als schrijver wil ik ook wel eens geheimzinnig doen. Journalisten en mensen die ons echt bestuderen, zullen de link wel vinden. Dat spelen met woorden en de betekenis erachter vind ik heel leuk. Helemaal anders is het bij een genre als hardcore. Die mannen verspreiden telkens een duidelijk boodschap.

Ook muzikaal is er terug heel wat te beleven. Het begint al bij het eerste nummer ‘A Ladder Not A Shovel’. Het eerste deel zit vol bombast en heeft veel weg van een stadionbands zoals Queen en Muse.
Ik ben een echte Queen fan. Dat is al levenslang zo. Bijna vanaf mijn geboorte. Queen heeft zo een mooi anthem en arena geluid. Bombus is geen arena band maar tijdens het schrijfproces hebben we dat gevoel toch wat proberen te benaderen. Als je hardere muziek zoals metal speelt, wil je er ook wat andere invloeden aan toebrengen. Een beetje dat Broadway geluid zoals Queen. Het eindgeluid klinkt dan nog weidser en voller. Zelf heb ik niet zo een heldere stem. De mijne klinkt eerder hard. Ook heb ik niet zo een groot bereik als Freddy Mercury. Ik probeer het dus op mijn eigen manier te doen. Wat kwetsbaarheid aan toevoegen zodat het allemaal wat emotioneler klinkt.

Het album bevat een perfecte combinatie tussen tragere en snellere nummer. Welk stijl ligt jou het meest?
Ik hou vooral van de combinatie van beiden. Het is ons vierde album. Het vorige ‘Repeat Until Death’ had kortere en meer rock georiënteerde nummers. Ik wilde die stijl behouden maar toch ook wat teruggrijpen naar het album ‘The Poet And The Parrot’. Dat bevatte langere nummers met heel wat tempowisselingen. Vooral die afwisseling is belangrijk. Neem er alle klassieke albums maar eens bij. Ook die hebben heel wat variatie en ups en downs. Hetzelfde als je een boek leest. De spanning moet wat opbouwen. Maar af en toe is er eens de noodzaak aan een hoofdstuk dat wat minder intens is. Idem met films. Als je steeds een consistent tempo hoort, gaat het wat vervelen. Dus als ik muziek schrijf, steek ik er die wijzigingen steevast in.

Hoe begin je eigenlijk aan een nummer. Start het met een riff, een beat of zelfs een zangmelodie?
Eigenlijk een beetje alle drie. Ik ben mijn muzikale carrière ooit begonnen als drummer. Ik kan dus drumbeats maken. Een goede drumbeat is zelfs even belangrijk als een goede riff. Daar kan je natuurlijk ook met beginnen. Of een goede zanglijn. Ik neem nooit mijn gitaar en begin zomaar wat te spelen. Als ik met iets bezig ben. En dan zijn wandelen of zelf koken, schiet er ineens een idee in mijn hoofd. Ik moet dan alles neerleggen en begin dan met de gitaar of drum van alles uit te proberen. Ik schrijf of neem het resultaat op en later werk ik het dan verder uit. Het schiet dus letterlijk in mijn hoofd.

Het is duidelijk dat Bombus een unieke band is. Ik kan er heel wat andere bands in terug horen. Maar ik kan geen enkele band noemen die hetzelfde doet. Ook een duidelijk genre uitpikken wat jullie doen is niet zo gemakkelijk.
Bedankt voor het compliment. Eigenlijk spelen we niets anders als heavy metal. Er zijn riffs aanwezig en soms gaat het er wel hard aan toe. Een klassieke metalband zoals Judas Priest heeft ook die verschillen in zich. Dat retrogeluid hebben wij ook. Bombus heeft heel wat anderen invloeden maar op het einde zijn we een heavy metal band. Maar als iemand ons vraagt welke genre we juist spelen, is dat niet altijd zo gemakkelijk uit te leggen. Het is ook de grote sterkte van Bombus. We klinken als heel wat andere bands maar geen enkele andere band klinkt als ons. De riffs, de melodieën. Dan eens iets stevig en dan terug melodieus.

Jens Bogren stond in voor de mastering. Hij heeft al heel wat albums onder handen genomen. Overwegend pure metalbands. Was werken met Bombus een uitdaging voor hem?
Behalve de mastering deed hij ook de eindmix. Ons vorig album masterde hij alleen. Hij was zelf vragende partij om terug met ons samen te werken. Ik denk dat hij zelfs wat van de prijs afdeed. Zijn vorige werk staat me zeker aan. Twee leden Ola en Simon maken ook deel uit van Witchcraft en hadden al met hem samengewerkt. Zij zagen het ook zitten om terug met Jens samen te werken. Muziek mixen die wat uit zijn hok ligt, is ook voor hem een uitdaging. Hij heeft een heel goed luisterend oor en begrijpt wat je wil op het einde. Voor ons volgend album zoeken we terug met hem samen te werken.

Dit is ook al het derde Bombus album dat uitkomt via Century Media. Blijkbaar verloopt de samenwerking wel goed.
Als band wil je steeds meer. Dat is het probleem met de relatie tussen een band en een label. De band eist telkens maar. Een label kan maar een beperkte hoeveelheid hulp bieden. Het grote voordeel van Century Media is dat de medewerkers enorme muziekfans zijn. Het is meer als enkel een job voor hun. Als we vragen hebben of over iets willen spreken, krijgen we onmiddellijk goede feedback. Ze bestaan al een lange tijd en zullen er nog lang zijn. ‘Vulture Culture’ is het derde en laatste album dat we volgens ons contract moesten maken. Ik weet niet of we gaan veranderen van label of gaan blijven. Maar tot nu toe zijn we heel tevreden over hun.

In 2016 deden jullie zelfs het voorprogramma van Black Sabbath in Stockholm. Hoe was die ervaring?
Heel intens en te gek. De bandleden zelf hebben we niet gezien. Het concert was in de Friends Arena met een indoor capaciteit van 60.000 personen. Zelf kwamen we er toe als een klein bandje. Alles lijkt dan zo massief. We toerden al met grotere bands maar die zijn niet te vergelijken met Black Sabbath. Onze toerbus heeft maar acht zitjes. Bij hun arriveerden truck en truck en bus en bus. Het leek wel een groot festival hoewel het niets anders was als een show. Het podium en de productie waren gigantisch. Enkel en alleen wat rondlopen backstage was al de moeite. We leken wel toeristen. Toen wij op het podium stonden, was dat al gauw voor 30.000 personen. Maar spelen voor zoveel mensen of voor een beperkt publiek, blijft wat hetzelfde. Je geeft je telkens helemaal. Enkele onze geluidsman had het wat moeilijker. Voorheen deed hij enkele kleinere clubs. Nu stond hij achter een gigantische PA en wist hij niet goed hoe eraan te beginnen. Maar de feedback was uitstekend en we kregen heel wat nieuwe fans bij. Het podium leek wel honderd meter breed. Dan zie je de rest van de band op twintig meter links en twintig meter rechts van je staan. Dat was wel grappig.

Wat staat er voorlopig op het programma?
Deze herfst doen we een korte toer in Europa. We doen zelfs België en Nederland aan. In januari gaat de promotietoer verder. En nu worden de festivals volop geboekt. Je moet er wel vroeg bij zijn. Acht maand op voorhand wordt dat al besproken. Hopelijk volgt er nog veel meer maar daar kan ik nog niets over zeggen. Dus hopen we jullie daar massaal tegen te komen.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.