Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Lamb Of God – Lamb Of God
Nuclear Blast
Release datum: 19 juni 2020
“De band is duidelijk op z’n best wanneer men echt de harde hoeken in durft te duiken, maar schuwt dat naar mijn mening nu te vaak.”
7.8/10
Job van Dongen I 05 juni 2020

Wat is vijf jaar op een mensenleven? Valt best mee, toch? Zo lang hebben we dus helemaal niet hoeven wachten op het full-length vervolg op ‘VII: Sturm Und Drang’ van de vaandeldragers van American groove metal Lamb of God. In juni gaan we de release zien van de achtste plaat van de heren uit Richmond, Virginia, getiteld naar de inmiddels immens populaire band zelf. Ik was persoonlijk groot fan van de eerdergenoemde voorganger en mag u nu geruststellen; de nieuwe is ook prima… 

…maar haalt niet altijd het niveau van ‘Sturm Und Drang’. Een aantal nummers – en vooral “gave stukken” – daargelaten, lijkt de band hier wat meer op autopiloot te spelen en op die manier misschien wat makkelijk te willen scoren. De teringlompe thrash van ‘Sturm Und Drang’ lijkt achter ons en in de plaats krijgen we in vrijwel elk nummer de inmiddels onmiskenbare Lamb Of God-groove voorgeschoteld. Niet verkeerd natuurlijk, want die typische groove is wat de band naar populariteit heeft gekatapulteerd, maar verrassend is het niet meer. 

Aan de productie ligt het in ieder geval niet – nog steeds zijn de gitaren en bas perfect op elkaar afgestemd, zijn Randy’s vocalen bijtend en heerlijk en klinken de drums nog steeds onnavolgbaar goed. Maar als de muziek die uit die sound voortvloeit vervolgens niet zo tot de verbeelding spreekt, is het afvragen of het doel wel volledig is bereikt. Waar ‘New Colossal Hate’ en het eerdergenoemde ‘Reality Bath’ echt naar de keel grijpen, lijken nummers als ‘Gears’, ‘Resurrection Man’ en ‘Poison Dream’ (leuk dat Jamey Jasta even mee mag doen, maar voegt niet mega veel toe) een simpele formule te volgen. Songs als het thrashy lompe ‘Routes’ (waar Chuck Billy op mee mag doen) en de harde afsluiter ‘On The Hook’ (waar nieuwe drummer Art even moet laten zien dat hij niet onder doet voor Chris Adler) maken dan weer behoorlijk wat goed.

De band is duidelijk op z’n best wanneer men echt de harde hoeken in durft te duiken, maar schuwt dat naar mijn mening nu te vaak. Dan maar duimen dat de volgende eindelijk zo balls-to-the-wall hard is als waar ik bij deze plaat op hoopte.