Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
The Spacelords – Spaceflowers
Tonzonen Records
Release datum: 21 februari 2020
Tekst: Jan-Simon Hoogschagen – 14 maart 2020
“Met name de combinatie van eindeloos voortstampende krautrockritmes en bezwerende oosterse klanken is een aardige innovatie.”
8/10

Het Duitse trio The Spacelords gaat op hun nieuwste album verder waar ze aan het eind van ‘Water Planet’, hun vorige studiowerk, waren gebleven. ‘Spaceflowers’ is zowel een logisch vervolg als een grote herhalingsoefening en vormt het sluitstuk van een trilogie die in 2016 begon met ‘Liquid Sun’. Net als ‘Water Planet’ bevat het nieuwe album drie lange tot zeer lange instrumentale nummers die muzikaal vooral de krautrock motorik van de jaren zeventig koppelen aan de psychedelische zweefrock van Hawkwind en de vroege Pink Floyd en onversneden hardrock. Tja, wat verwacht je anders van een band met zo’n naam.

De eerste twee songs, samen kant A van de vinylversie, ploegen als een op hol geslagen stoomlocomotief voort. Onverbiddelijk en bijna tranceopwekkend repetitief zijn ze toch vooral een opwarmertje voor het piece de resistance, het monsterlijk lange ‘Cosmic Trip’, een song waarop alles uit de kast wordt gehaald, waaronder een batterij vintage keyboards die het traditionele gitaar-bas-drums geluid verrijken. Net als op het prijsnummer op ‘Water Planet’, ‘Nag Kanya’ wordt ook dit keer geflirt met exotische, meest oosterse klanken. Gitarist Hazi Wettstein blijkt aardig saz te kunnen spelen en er is een aantal gastlords ingevlogen om didgeridoo en zurna (een soort van Turkse schalmei) toe te voegen. Met name het tweede hoofdstuk van ‘Cosmic Trip’ is op die manier eerder een oriëntaalse trip dan een ruimtereis. In het afsluitende derde deel hebben de Spacelords de cirkel rond gemaakt en wordt er weer volop gestonerrockt. Met ronkende fuzz-bas, uitgebreide gitaarsoli en de onverstoorbaar doorroffelende Marcus Schnitzler die een subtiele hoofdrol speelt met zijn inventieve fills gaat de band naarstig op zoek naar een passend eind van dit opus.

Wanneer dit uiteindelijk na vierentwintig minuten is gelukt dan blijkt dat ‘Spaceflowers’ weliswaar een geslaagde copy-paste van zijn voorganger is, maar dat dit niet tot verveling heeft geleid. Met name de combinatie van de eindeloos voortstampende krautrockritmes en bezwerende oosterse klanken is een aardige innovatie. Nu de trilogie is voltooid rijst de vraag wat de toekomst gaat brengen voor The Spacelords. Dat zien we dan wel weer, nu is het vooral zaak je mee te laten voeren met de geestverruimende geluidsgolven van ‘Spaceflowers’.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.