Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
SLOW – Abîmes I
Code 666 Records / Aural Music
Release datum: 8 december 2023
“Dit is muziek voor de eeuwigheid, die ook een eeuwigheid lijkt te duren. Als je dat in het achterhoofd houdt en al eens een album van Bell Witch, Esoteric of Evoken van begin tot het eind hebt uitgezeten, dan is dit misschien een mooie aanvulling voor je.”
7/10
Jan Simon Hoogschagen I 11 december 2023

Als je om een uitdaging verlegen zit, dan heb ik een tip voor je: word fan van Déhà en probeer zijn complete oeuvre bij elkaar te verzamelen. Meteen ook een waarschuwing: het gaat je niet lukken, of je moet heel vasthoudend zijn en over een goed gevulde portemonnee beschikken. Déhà, de multi-instrumentalist uit Brussel, heeft de afgelopen jaren zo ongelooflijk veel muziek op plaat geknald dat zelfs erkende productiviteitsmonsters als King Gizzard and the Lizard Wizard er stil van worden. Alleen al in 2020 verschenen er dertien (!) solo albums en dan is de output van de ontelbare bands waar hij deel vanuit maakt, dan wel als gast aanschuift, niet eens meegeteld. Zijn grootste bekendheid dankt hij aan het los-vast lidmaatschap van de occulte psychedelische black metal formatie Wolvennest.

Een van de kapstokken voor de onverzadigbare creatiedrang van Déhà is de funeral doom formatie SLOW. SLOW is niet alleen een bijzondere treffende typering van de muziek, het is ook een acroniem en staat voor Silence Lives Out / Over Whirlpool. Dat zou dan eigenlijk SLOOW moeten zijn, maar goed. SLOW is een duo bestaande uit Déhà en Lore (Boeykens) die de bas bespeelt en verantwoordelijk is voor de teksten die door Déhà worden uitgebraakt. Ze is geen onbekende in de wereld van Déhà, ze werkten eerder samen in de band Ter Ziele die in 2018 zijn naam eer aan deed door ter ziele te gaan en is betrokken bij enkele Déhà solo albums. Van SLOW verschijnt het zevende album, ‘Ab​î​mes I’. Vier tergend langzame doomtracks waarbij het wollige tapijt van ambient, bijna Tangerine Dream of Kitaro achtige synthesizers mooi de gaten opvult tussen de lang aangehouden gitaar en basakkoorden en de getormenteerde zang die ergens in het schemergebied tussen grunts en screams te plaatsen is. Zoals met eigenlijk alles wat Déhà produceert is ook nu de kunst om in de kwantiteit de kwaliteit te vinden. Critici (of misschien eerder cynici) zouden met enig recht kunnen zeggen dat iedere vorm van zelfkritiek en terughoudendheid Déhà vreemd is. Dat is een makkelijke conclusie als je een blik werpt op de verzamelde discografie. Maar toch, ondanks het feit dat de vier songs op ‘Ab​î​mes I’ nogal eenvormig zijn, er gaat een merkwaardige hypnotische kracht uit van hetgeen dit duo op de plaat heeft geslingerd. Ja, funeral doom is een nogal dogmatisch genre waarin de do’s en don’ts vrij star worden gehandhaafd. Binnen die beperkingen (laag tempo, veel crash cymbals, af en toe een klap op de snaredrum, lang doorbrommende basakkoorden en vrij cleane gitaarlijnen – ook erg langzaam natuurlijk) is af en toe ruimte gevonden voor een aardigheidje. Een heuse gitaarsolo in ‘Barren’, of een breekbaar pianoriedeltje in ‘Abyss’ (wat overigens de Engelse vertaling van Abîme is, weet je dat gelijk ook weer), het kan allemaal, al verdwijnen dit soort frivole pareltjes in de dikke, bijna magma-achtige brij die een kleine drie kwartier lang overheerst.

Wie getriggerd was door het namedroppen van Wolvennest, wees gewaarschuwd, het solowerk van Déhà, waar ik SLOW voor het gemak ook maar even onder schaar, is op geen manier daarmee te vergelijken. Dit is muziek voor de eeuwigheid, die ook een eeuwigheid lijkt te duren. Als je dat in het achterhoofd houdt en al eens een album van Bell Witch, Esoteric of Evoken van begin tot het eind hebt uitgezeten, dan is dit misschien een mooie aanvulling voor je.