Roadburn 2025 – 013 Tilburg – woensdag 16 april 2025
“Hoe kan je Venom en Hellhammer laten klinken als technische, verfijnde progmetal?”

Roadburn is een festival dat midden april, van donderdag tot zondag , Tilburg op zijn kop zet. “Jein”, zouden onze oosterburen zeggen. Er is ook een soort van voorafje op de woensdagavond dat “The Spark” wordt genoemd en uiteraard is Arrow Lords of Metal daarbij aanwezig.
16 mei 2025 I Tekst: Jan-Simon Hoogschagen, Bas Smith | Fotografie: Bas Smit, Edwin Hoogschagen
Wekenlang, zelfs anderhalve maand lang heeft het geen spat geregend. All time droogterecords zijn verbroken en boeren kijken met hun handen in het haar vertwijfeld naar boven: “Bij Pluvius, waar is in hemelsnaam de regen gebleven?” De land- en tuinbouwers en andere regenaanbidders hadden beter naar Roadburn kunnen kijken, want uitgerekend in de auto onderweg naar Tilburg zag ik ineens waterige spatjes verschijnen op de autoruit. “Huh? Wat zijn dat?” Ik moest werkelijk even een paar seconden lang dat natuurverschijnsel op me laten inwerken tot ik realiseerde dat het regen betrof. Regen! Djiezus, Nederland was een halve woestijn geworden en op de dag dat de preparty van Roadburn begon, ontwaken de regengoden. Nou, lekker is dat. Gelukkig zette het niet door en bleef het bij wat twijfelachtige spatjes, zodat ik zo goed als droog aankwam. Als we de Redux-coronaversie van 2021 meetellen, dan kan de 26e editie van Roadburn nu officieus losbarsten met de jaarlijkse preparty, The Spark genaamd. Vrij toegankelijk, ook voor niet-Roadburnergangers, waar drie bands deze avond optreden om de festivalsfeer alvast een beetje te masseren en op te warmen.
De avond begint met de Deep Spacerock Nine-geluiden van de Amsterdamse heavy psychers Temple Fang. Ik stap even voor achten de Kleine Zaal van de 013 binnen en ik loop meteen tegen een muur van marihuanageur aan. Wat heerlijk voorspelbaar, haha! De band staat op het punt hun tweede album ‘Lifted From the Wind’ uit te brengen en laat deze avond er een selectie van horen. Het is inmiddels de derde keer dat ze optreden op Roadburn – en als je Death Alley meetelt, de band waaruit de band ontstond, zelfs de vierde keer – maar dit is de eerste keer dat ik ze tref. En dit treffen valt me niet tegen. Speeeees is tha pleeeees! Lange, zéér lange uitgesponnen instrumentale stukken, waar tijdens het eerste en laatste nummer heel af en toe gitarist Jevin zijn ietwat rauwe vocalen laat horen, of tijdens de twee tussengelegen nummers waarin basgitarist Dennis zijn wat melodieuzere stemgeluid voordraagt. Nu schrijf ik twee tussengelegen nummers, maar achteraf blijkt dat ook één stuk te zijn, ‘The River’, welke af en toe een beetje tegen een early 70s Pink Floydgeluid aanschurkt. Maar het eerste en vooral het laatste nummer zijn een stuk stevigere heavy psych anthems, waar het, zeker in combinatie met de geestverruimende geuren, waarbij inmiddels ook wierook waarneem, heerlijk is om er in een rocktrance van te geraken. Zwiepen maar met die hoofden. Drie nummers en bijna een uur later blijkt het een geslaagde doop van deze Roadburn te zijn.
Hoe kan je Venom en Hellhammer laten klinken als technische, verfijnde progmetal? Door te luisteren naar Rattenburcht. Hiermee vergeleken klinkt álles verfijnd en vitaminerijk. Ook dit drietal komt uit Amsterdam, maar dan opgedregd uit het Amsterdams riool, vlakbij een afvalverwerkingsbedrijf. Zelden zo’n simplistisch smerige putluchtsound gehoord als wat dit trio uitbraakt. Qua sound ligt het ergens op de schijtslijn van boertige rammelpunk en blasfemische blackened trashmetal (zonder tweede h). Het ritme van de drummer – heel olijk Ridder Jan genaamd – lijkt bijna een polkabeat en feitelijk het enige verschil tussen de nummers is het aantal BPM. En zelfs dat niet altijd. Daaroverheen growlt, borrelt, roggelt, spuugt, grlmfmdfmt en krijst bassist-zangeres ‘Serpent Dweller’ orenschijnlijk volstrekt random in de microfoon. En met krijsen bedoel ik dan ook echt krijsen. Volstrekt ongecontroleerd, maniakaal krijsen, door merg, been en gehoorschelp, alsof ze door een horde muskusratten wordt aangerand. Af en toe wordt ze vocaal (fuckaal, vokill) bijgestaan door gitarist J. die getooid is met een middeleeuwse narrenkap. Qua lichtshow is het structureel Red Light District. Na een minuut of twintig begint de grap wel een beetje uit te werken, maar de band is dan nog niet eens halverwege hun toegewezen speeltijd. Maar alsof ze het zelf ook wel weten is het optreden na een half uur toch alweer voorbij. Precies kort genoeg om de charme van afschuw en walging niet om te laten draaien in flauw en verveling.
Even voor half elf word ik opzij geduwd door een vent, terwijl ik al bijna helemaal vooraan sta. Okay, hij wil blijkbaar het podium op. Wacht eens, is dat niet de zanger van Thou? Een ongezond bleek gezicht, baseball cap, hoodie met de capuchon over de cap en een vormloos zwart jasje? Ja, zou zomaar kunnen. Of zou het een zwerver zijn? I really don’t see any difference. Aangezien Thou zo optreedt is het een vrij eenvoudige deductie, maar allemachtig, wat vind ik zijn podiumpresentatie toch een kanjer van een afknapper. Thou is inmiddels uitgegroeid tot dé huisband van Roadburn. Zelfs fanatieke Thou-fans kunnen de tel niet bijhouden hoe vaak de band op Roadburn heeft gespeeld, ook omdat de band menigmaal secret shows gaf in Ladybird Skatepark. Setlist.fm houdt het op zeven keer, sommige fans beweren zelfs acht of negen keer. En dan is deze editie van Roadburn pas net van start gegaan, waar ze, naar later zal blijken, ook drie keer acte de présence geven. Dus de dubbele digits zijn sowieso afgevinkt. Thou be or not thou be, that’s the Roadburn question. Zoals ik hierboven al suggereer: voor mij is het thou not be. Ik kan werkelijk geen klap met de lompe, monotone growlgrunt van Bryan Funck. Als een van de weinigen in de zaal, want het publiek gaat goed los. Als Bryan na een paar nummers zijn jas en hoodie uitrekt, komt dat zijn stagepresentatie wel ten goede: het komt al een stuk minder ongeïnteresseerd over, zeker met die wijdbeense houdingen alsof hij in een hardcore punkband schreeuwt. Waar de band dan stilistisch ook wel invloeden uithaalt. Goed zo Bryan, dat lijkt tenminste ergens op. Mijn waardering is wel gestegen voor de bandleden: die spelen toch wel een verdomd puik stukkie beenharde sludge. Gek genoeg wordt er niets gespeeld van het vorig jaar verschenen album ‘Umbilical’, wellicht bewaren ze dat voor de “echte” Roadburnshow. Wel komt ‘Ordinary People’ voorbij: het enige gespeelde nummer van de kersverse verzamelaar ‘A Young Person’s Guide To Thou’, alsmede ‘The Devils of Trust Steal the Souls of the Free’ die ze samen met The Body opnamen. Na ‘By Endurance We Conquer’, het derde nummer van ‘Summit’, komt er na 50 minuten een einde aan deze opwarmavond. Het publiek was behoorlijk enthousiast en ik moet toegeven: ik heb de band tot het eind uitgekeken, dat is in het verleden wel eens anders geweest. Eenmaal buiten spettert het nog steeds een beetje. Niet getreurd, laat morgen de échte Roadburn nu maar echt losbarsten!



Social media