Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Maarten: “Je kan ons niet in een hok opsluiten. Je moet de deur open laten en dat hokjesdenken laten varen. Zelfs als je dat niet prettig vind, moet je ons een kans geven.”

Al jaren timmert Powerstroke zich een weg naar boven. Op het voorgaande ‘Omissa’ liet de band een nieuw en verfrissend geluid horen. Met het nieuwe ‘The Path Against All Others’ wordt dat nog verdergezet. Samen met gitarist/oprichter Maarten en zanger Bavo zaten we een avondje samen om het te hebben over de band, het album en bier. De officiële release van het nieuwe album was voorzien in mei 2020. Behalve een klein item in het nieuws over enkele zieke Chinezen, was er nog weinig onheil te bespeuren. Wie had kunnen raden dat de wereld een maand later in volledige lockdown zou gaan en de hele muziekindustrie quasi helemaal op zijn gat zat.
Koen de Waele Ι 24 oktober 2020

‘The Path Against All Others’ is alweer het zesde album van de band. Sinds zanger Bavo er in 2014 bijkwam, is de band er serieus op vooruitgegaan.
Maarten: ‘The Path Against All Others’ is een wereld van verschil als je het vergelijkt met ons debuut. Bavo kwam er bij in 2014. Op ‘Done Deal’, het eerste album waarop Bavo te horen was, moeide ik me nog met alles. Achteraf merkte ik dat Bavo toch wel een stuk beter als mij was in zijn vakgebied. Met het volgende album ‘Omissa’ heb ik hem volledig losgelaten. Hoewel ik hem hier en daar wel wat diende in te tomen. Zijn zanglijnen waren soms net iets te complex voor onze muziek. Het is ook Bavo die sinds ‘Done Deal’ met allerlei samples aan kwam zetten.

Bavo: Het is een kwestie van smaak. Wat voor mij heel toegankelijk klinkt, is bij Maarten helemaal anders. Ik hou enorm van black en death metal. Maarten is eerder hardcore en metal gericht. De kracht van Powerstroke zit hem vooral in de combinatie van mijn zanglijnen en Maarten zijn melodieën. Bij ons is het refrein primair. De rest van de tekst komt eerder op de tweede plaats. Screams en grunts worden achteraf toegevoegd. Ik probeer steeds creatief te zijn. Ik heb slechts drie maanden zangles gevolgd en voor de rest ben ik autodidact. Ik hoor wel alles in mijn hoofd. De melodieën en stukken tekst komen ineens op.

Maarten: Bij mij is dat wat van hetzelfde. Ik kan geen noten lezen en heb ook alles zelf aangeleerd. Het is vooral onder de douche dat mijn geest creatief wordt. Ik sta dan gewoon tegen de muur geleund onder het hete water en dan komen er allerlei melodietjes in mijn hoofd. Mijn vrouw kan wel eens zagen dat ik al drie kwartier aan het douchen ben. Dan spring ik er al gauw vanonder, neem mijn akoestische gitaar in de hand en neem alles op wat ik aan het spelen ben om het later volledig uit te werken. Op een gegeven ogenblik deed ik vooral uit noodzaak zo goed als alles zelf. Dat werd teveel en ik werd soms niet goed van mezelf. Met de rest van de band, heb ik nu de ideale partners in crime gevonden. Zodoende wordt heel wat werk tussen ons verdeeld. Vroeger was er geen geld en moesten we het hebben van mensen met goede wil. Nu is er nog steeds geen geld, maar kunnen we toch al rekenen op professionals die in ons geloven. Je mag het geld niet buitengooien. Maar lef om te investeren moet wel aanwezig zijn. Je moet er ook zelf geld in durven pompen maar op de juiste wijze. Het betaalt zichzelf wel terug op een of andere manier. Realistisch blijven en met iets naar buiten durven komen is de boodschap.

Waar bij ‘Omissa’ beduidend een melodieus aspect aanwezig was, is nu voor een veel hardere aanpak gekozen.
Maarten: Dat is al doende gegroeid. Als we aan iets beginnen, is er niet echt zicht op waar we naartoe willen. Ik doe mijn ding en het komt eruit. Tijdens het schrijfproces, ondergaat dat nog heel wat aanpassingen. Halverwege een nummer, durven we wel eens denken om het wat zwaarder in te spelen. Het extreme wordt meer opgezocht. Het melodieuze element is ook meer uitgewerkt. Het is een breekpunt waar Bavo zijn kracht enorm naar boven komt. Een aantal mensen hebben de plaat al beluisterd. Ze vinden het een pak extremer samenvloeien tot een geheel zonder dat het gekunsteld overkomt. Death en black metal, thrash en hardcore. Het werd allemaal samengesmolten en voorzien van originele zanglijnen. Niet die typerende zaken. Daarom klinkt het volwassener dan ‘Omissa’.

Bavo: Denk aan een psychologische thriller waar je over moet nadenken. Je moet de film minstens tweemaal bekeken hebben, vooraleer je overdonderd raakt. Pas dan ben je mee. Dat is het geval op dit album. Het energieke op ‘Omissa’ sprong meer in het oor. Nu moet het wat meer tot je doordringen. De zang werd opgenomen in de studio van Tim Eierman. Die maakte deel uit van Liquido. Hij heeft ook op twee nummers meegezongen en bracht die cleane zang in combinatie met blastbeats. Iets dat je niet zoveel hoort. Ik heb hem ontmoet op een festival ergens in Duitsland. We raakten aan de praat en bleven dan contact houden. Hij deed aan vocal coaching en kan zelf een stevig stukje screamen en grunten. Hij is ook helemaal mee in het moderne muziek denken en is thuis in rock en pop in plaats van enkel metal. Tijdens de eerste eindmix, kwam de zang er niet zo goed uit. Tim heeft er na de instrumentale mixpartijen de zang opgekleefd. Er zitten wel wat effecten op, maar een pak minder als vroeger. Daardoor oogt de zang veel rauwer en zorgt voor een extra vuil randje.

Aan de intro te horen, lijkt er wel iemand fan te zijn van ‘Stranger Things’.
Bavo: Dat is puur toeval. Ik schreef het en Maarten De Meyer van Vive La Fete werkte het af. Ik wilde er een Mike Oldfield sfeer in steken. Het heeft dus helemaal niets te maken met die jaren tachtig revival.

De teksten zijn een pak lyrischer en duisterder dan ooit. Vanwaar komt allemaal die inspiratie?
Bavo: Ik kan uren filosoferen over de teksten. Mijn levensvisie is menselijke en individuele vrijheid. Ons niet laten beknotten door godsdienstige invloeden. Het is de mens zelf die goddelijk is. Ik geloof wel in entiteiten die ons daarbij helpen. Heel wat teksten verwijzen daar naar. Ik daag zelfs iedereen uit om op onderzoek te gaan. Je kan er genoeg uithalen. Nu werd ik hevig geïnspireerd door The Mark Of Cain. Dat komt vooral terug op ‘Shadowland’, ‘Babalon’ en ‘The Awakening’. Kain zijn ouders zijn niet Adam en Eva maar Azaziel en Lilith. Hij heeft heel wat zware beproevingen moeten doorstaan om zijn echte ouders te leren kennen. Hij heeft nooit opgegeven en is zelfs tegen god ingegaan. Zo werd hij de eerste magiër ooit en verwierf hij de onsterfelijkheid. Het is een symboliek waar ik veel waarde aan hecht. Bekrompenheid in de maatschappij en machtsmisbruik moet je vermijden. Het symbool van het teken komt ook terug in het artwork. De basis van onze teksten is nog steeds hetzelfde. Maar de manier van uitwerken is helemaal anders. Als band zijn we ondertussen al veel gegroeid.

Een opmerking die regelmatig terugkomt, is dat mensen moeite hebben met Powerstroke omdat ze jullie niet echt in een bepaald genre kunnen steken.
Maarten: Je kan ons niet in een hok opsluiten. Je moet de deur open laten en dat hokjes denken laten varen. Zelfs als je dat niet prettig vind, moet je ons een kans geven.

Bavo: Als je naar Faith No More of System Of A Down luistert, kan je die toch ook niet in een hok steken. Wij doen dat niet bewust. We zijn er ook niet naar op zoek maar doen gewoon onze goesting. Tijdens het repeteren komen we met iets af of steken we er eens iets speciaal in. Zo klinken we extreem maar ook catchy. Eigenlijk zou je het genre waar we in zitten nog het best Death pop noemen. Muzikaal wordt er hard tegenaan gegaan maar mijn zanglijnen zijn soms echt wel pop. De albumtitel verwijst daar wat naar. Dat geeft zo een lekkere Fuck You attitude. Ook het Luciferiaanse komt daarin terug. Je innerlijke zelf vinden en niets aantrekken van anderen.

Een van de meest opvallende gastbijdrages komt van Regis Lantis (Nornagest – Enthroned).
Bavo: Ik ken hem al een tijdje. Powerstroke was niet echt zijn ding. Maar toen ik hem de nieuwere dingen liet horen, reageerde hij wel enthousiast. Mensen die ons vroeger te eenvoudig vonden, vinden ons nu wel goed. Regis woont in Verviers en dat is best een eindje rijden. Hij kwam langs en zong dan wat stukken in. Hij gaat ook in duet met Tim Eierman. Het was trouwens van Liquido geleden, dat Tim nog eens clean zong.

Het artwork is ook wel best hip en speciaal te noemen. En iets helemaal anders als de voorgaande covers.
Maarten: Bedankt voor het compliment. Het is van de hand van Michelle Dieleman. Ze is een zeer getalenteerde kunstenares en we hebben dat gewoon gevraagd aan haar. Ze benadert alles op een heel eigenzinnige manier. Ooit vroeg ze eens om foto’s van de bandleden. Ze heeft die uitgewerkt met schaduwen en gespeeld met de afmetingen. Geen gepruts met computerprogramma’s maar alles met de hand geschilderd. En het eindresultaat is echt wel goed.

Toch is er sedert ‘Omissa’ heel wat veranderd in de band. Twee leden vertrokken en die moesten terug vervangen worden.
Maarten: ‘Over het gaan, wijd ik liever niet over uit. Het is nu eenmaal zo gelopen. Na het vertrek van onze bassist, hebben we zes maanden niet opgetreden maar ons helemaal geconcentreerd op het nieuwe album. Ik ging eerst de baslijnen zelf inspelen en kwam bij Johan Engels in zijn Noloxbox studio terecht. Hij hoorde me bezig en stelde voor om het zelf te doen. Hij is een uitstekend bassist maar hoort eerder thuis in het rockgenre. Toch klonk zijn bijdrage heel wat beter als wat ik zelf ooit kon doen. Via Facebook heb ik dan zeker veertig bassisten aangesproken. Zelfs uit Nederland en Duitsland. Ik kwam dan bij Jochen terecht. Die speelde fantastisch en was enorm gemotiveerd. Het enige nadeeltje is dat hij in Genk woont en dat is toch anderhalf uur rijden naar het repetitiehok. Uiteindelijk kwam hij er toch bij. Twee keer repeteren in de week is niet meer nodig. Als hij een keer per maand langskomt of voor een belangrijke show, is dat meer als genoeg. Sinds kort werken we ook met een echte manager. De man is met pensioen maar heeft een heel groot netwerk opgebouwd. Hij doet het zelfs voor zijn plezier en ik mag hem betalen met Duvels (heel lekker Belgisch bier) en backstage pasjes.

Enkele maanden geleden kwam de EP ‘Powerstroke’ uit. Het meest opmerkzame nummer was de herwerkte versie van ‘Until The Fat Lady Sings’. Niet alleen Slongs was terug te horen. Ook Stef Bos was van de partij.
Maarten: Stef woont bij mij in de straat. Ondanks zijn iets minder jonge leeftijd (57 jaar – KDW) heeft hij nog jonge kinderen en zijn dochter zit bij de mijne in de klas. We kenden elkaar van ziens aan de schoolpoort. Tijdens het joggen liep hij hier eens voorbij en ik was juist ons tourbusje aan het vullen met gitaren en versterkers. Uit nieuwsgierigheid stopte hij om een praatje te maken en zo leerden we elkaar kennen. Van het een kwam het ander en toen ik hem sprak over een remake van een oud nummer, nodigde hij me bij hem thuis uit. Hij zette zich aan zijn vleugelpiano en begon te spelen. Hij had nog nooit in het Engels gezongen. En Slongs zong zelfs in het Spaans. Beiden zijn rasmuzikanten maar het bleef toch een grote uitdaging. Nu zijn we bezig met video opnames. Het is niet de bedoeling dat het een hit wordt maar dat zou wel leuk worden. De hele EP was eigenlijk ter promotie van ons bier. Dat werd gemaakt door een fan die ons wat flesjes gaf. Het was zo lekker dat we het recept aan een lokale brouwerij gegeven hebben om in grotere hoeveelheden te brouwen. Ondertussen heeft het bier zelfs al een prijs gewonnen. Net als de band is het bier nogal gevaarlijk om te drinken. De eerste giet zo vlot binnen, dat niemand gelooft dat het alcoholpercentage negen graden is.

Grote bands als Body Count en Pro-Pain, vragen jullie geregeld mee op toer naar het buitenland waar jullie gemakkelijk voor duizend mensen spelen. Maar in België is dat heel wat minder. Hoe komt dat toch?
Bavo: Dat is moeilijk te verklaren. Ik denk dat er gewoon een overaanbod aan shows is. Je weet niet waar eerst naartoe te gaan. En hier in Vlaanderen heerst ook een mentaliteit dat een matige tot zelfs slechte Amerikaanse band eerder steun krijgt dan een goede Belgische band. Of die jaren tachtig revival thrash bands. Maar er zijn ook bands die heel wat kwaliteit brengen. Kijk maar onder andere naar Amenra. Je bent ervoor of niet. Maar ze zijn goed.

Maarten: ‘Als je nu in dat genre speelt, ben je tegenwoordig automatisch hip. We moesten ook maar eens een groepering oprichten zoals H8000 of Church Of Ra. Ik weet nog toen ik in een van mijn eerste bands speelde in 1996 (Ascendancy uit regio Eeklo-Meetjesland) dat we eens niet mochten optreden in West-Vlaanderen omdat we geen H8000-band waren. Wij waren een H9000 band haha. Gelukkig zijn die tijden nu veranderd. Destijds was – in mijn ogen – de band Family of Dog uit Deinze de link die West en Oost-Vlaanderen met elkaar in contact bracht. Hun zanger Tom ging zingen bij Congress en plots stonden de deuren op een kiertje haha. Allez, zo interpreteerde ik dat toch. Ondertussen is Powerstroke ook al lang geen band meer uit het Meetjesland ondanks we wel nog in het Meetjesland repeteren en ik de enige Meetjeslander ben. We hebben twee Zeeuws-Vlamingen, een Limburger en een Deinzenaar in de band.

Vorig jaar speelden jullie in landen als Kroatië, Italië, Servië en Polen als support van Body Count. Hoe werden jullie daar onthaald?
Maarten: Body Count is legendarisch en Ice T is een grote ster Het is ook telkens een kleine familieverhuis met hun. Het meeste volk stond er voor Body Count. Toen wij speelden, bleef er toch een tachtig procent staan. We kregen heel wat volk mee en dat is al een prestatie op zich. Na de show, ging ik zelfs old school met cd’s aan de deur staan leuren. En ik heb er nog veel verkocht ook.

Een tijdje terug interviewde ik Vincent Price van Body Count. Drugs en alcohol zijn daar niet meer te vinden. Telde die alcoholstop ook voor jullie?
Maarten: Nee hoor. Wij krijgen al hun bier. Bij Body Count drinkt eigenlijk niemand meer. Hun rider is nog steeds niet aangepast en er staat altijd een koelkast met Corona bier waar niemand aankomt. Wij krijgen eerder een kleine kleedkamer met een kleine koelkast. En zaten nogal vlug zonder (lacht). Het is dus zeker niet verboden. Maar we zitten telkens goed met Body Count. Er is tijd voor een uitgebreide soundcheck. Iedereen is heel vriendelijk. Juist Ice zelf is wat minder toegankelijk. Hij blijft meestal op zijn kamer of op hun toerbus. Maar eens hij uit de bus is, is hij zeer vriendelijk en maakt hij tijd voor een praatje en een foto.

Een ander verhaal is Pro-Pain. Die hebben anders wel een stevige reputatie.
Maarten: Met hun drinken we evenveel als met Body Count. Maar Gary Meskil is niet te doen. Die drinkt dan nog eens al die zware bieren. De ziekte van Gilbert is niet aan hem besteed en zijn lichaam verwerkt alcohol anders als bij ons (zeven op tien mensen hebben de ziekte van Gilbert – KDW). Vandaar dat hij kan blijven drinken. Gary wordt wakker en begint rustig terug verder te drinken. Niet dat hij een alcoholprobleem heeft hoor want hij kan gerust een maand zonder alcohol. Maar het niveau bij Pro-Pain is ook anders. Gary is nog heel old-school en meer underground. Met Pro-Pain toeren, is toeren met vrienden.

Bavo, bijna elke zanger die ik ken houdt zich in met alcohol en nicotine om voor hun stem te zorgen. Jij bent eerder het tegenovergestelde. Doe jij iets om je stem te verzorgen?
Bavo: Ik sport vooral heel veel. Ik gebruik ook enkele technieken om mijn stem wat te ontlasten. Oefenen en nog eens oefenen is een noodzaak. Ik heb een basis en die kan ik verder uitbouwen naar wat mij best ligt. Pas op, als ik veel gerookt en gedronken heb, gaat het wel wat lastiger. Ik ben ook niet van plan om mijn leven lang te roken en wil wel eens stoppen ook.

Maarten: ‘Maar hij warmt zijn stem wel op bij elk optreden.’

Bavo: ‘Dat is niet altijd gemakkelijk. Ik zoek wel telkens een moment voor mezelf op. En als dat eens niet lukt, ben ik na twee nummers sowieso toch opgewarmd.

Ook live kom je wel eens in een ander visueel uitzicht op het podium. Een hoodie, een zonnebril, soms wat summiere corpse paint. Is het wat zoeken naar wat past?
Bavo: Het is leuk dat te doen. Bij sommigen werkt dat positief. Bij anderen niet. Ik wil zeker niet arrogant overkomen. Soms wordt dat al gedacht als ik een eenvoudige zonnebril draag. En de corpse paint was zeker niet extreem toegebracht. Het was eerder een summiere toets.

Maarten: ‘Opnieuw, moesten we een Amerikaanse band zijn, was dat allemaal geen probleem. Nu zijn we Belgen en dan gaat het al gauw de ronde van wat denkt hij wel. Het is een acte de presence.

Ondertussen zijn jullie ook verhuisd naar Graviton Records. Oprichter Menno Kappe zat destijds bij Roadrunner Records en kent het klappen van de zweep.
Maarten: Ik heb vooral contact met Menno. Hij kende onze muziek al jaren maar vond dat er toch iets ontbrak om het verschil uit te maken. Pas met ‘Omissa’ was hij onder de indruk. Tijdens een show in het voorprogramma van Six Feet Under, kwamen we met hem aan de praat. Hij geloofde in ons maar dat verhaal hadden we al zoveel gehoord. Maar Menno is anders en dat merken we ook. Vanaf dag een gaf hij al richtlijnen. Geen verplichtingen maar echt wel goede raad. Zo een steun heb ik nog nooit ervaren. Hij doet het ook liever traag maar goed dan overal snel in te vliegen.

Voorlopig is er alleen de cd. Zijn er al plannen voor iets in vinyl?
Maarten: ‘Heel graag. Maar dat kost enorm veel geld en er moet een minimum oplage zijn. Dat halen in ons muzikaal genre is niet zo evident. Ik merk wel op dat er nu best wat vraag is naar vinyl van de nieuwe plaat. Als er genoeg vraag naar is, dan laten we er persen.

Corona zorgde ervoor dat de hele wereld in een grote pauze terechtkwam. De release van het album werd opgesteld en is nu voorzien op 29-10-2020. Omdat er toch nog heel wat veranderd is, kwam ik nog eens samen met Maarten om te vragen naar de huidige stand van zaken.
Heel die periode was rampzalig. Alle shows werden uitgesteld. Ik lig al maanden met een pak cd’s bij mij thuis die stof liggen te vergaren. Bavo en ik hadden samen ook veel geld in het album gestoken. We hebben die financiële domper nog wat proberen te compenseren door een crowdfundingscampagne te starten. Corona zorgde ook voor een wereldwijde financiële crisis. Maar de mensen die ons toch steunden, ben ik eeuwig dankbaar. Ook nam onze gitarist Chris afscheid van de band. Na al die avonden thuis gezeten te hebben, kon hij zich niet meer motiveren om terug te komen repeteren en op de baan te gaan. Ondertussen hebben we met Jens terug een volwaardige en erg gemotiveerde vervanger gevonden. Op Halloween zal het nieuwe album uitkomen. Hopelijk veranderd alles volgend jaar en komen de boekingen terug binnen. Er zal tegen de albumrelease ook terug een nieuwe voorraad van ons bier klaar zijn. Ik zie het dus helemaal terug zitten.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over Powerstroke.