Echolot – Destrudo
Czar Of Crickets Records
Release datum: 02 oktober 2020
“Het lijkt erop dat Echolot zich te veel heeft willen spiegelen aan de bands die tot de voorbeelden worden gerekend, zoals Sleep en Monolord en daarbij in een zelfgegraven kuil is gevallen.”
Jan-Simon Hoogschagen I 09 oktober
Drie jaar na hun Sleep-aanbidding ‘Volva’ is het Zwitserse trio Echolot terug met een derde album. ‘Destrudo’ is geen breuk met wat er op ‘Volva’ te horen was, maar is tezelfdertijd een stap voorwaarts omdat de band meer een eigen geluid nastreeft. Nog altijd is het een mengsel van ultrazware doom, psychedelische spacerock en sludge die over drie lange tot zeer lange nummers uitgesmeerd wordt. Als je ziet dat het kortste nummer al meer dan negen minuten duurt, dan is het duidelijk dat we hier met een band te maken hebben die met oog voor nuance en dynamiek zijn songs loslaat op het publiek. Dat betekent dat Floyd-achtige spacerock wordt afgewisseld met brute sludge, dat subtiele keyboardpassages volgen op trage gedowntunede riffs die als stollende lava uit de speakers kruipen.
Als er al een probleem is met ‘Destrudo’ dan is het dat er niet echt sprake lijkt te zijn van songs. Zelfs als je dat concept loslaat en denkt in plaatkanten, waarbij ‘Frozen Dead Star’ en ‘Orbital’ een geheel vormen en ‘Wind Up North’ een op zich staand geheel is, dan nog lijkt het geheel meer op creatief aan elkaar geplakte songfragmenten – hele, zij het korte songs zelfs – dan op een coherente, logisch aaneensluitende compositie. Hoewel alle tracks lijden onder dit euvel nemen we ‘Orbital’ als voorbeeld. De song begint als een stevige doom-death track, inclusief furieus grommende vocalen, maar na ongeveer twee minuten wordt teruggeschakeld naar een lager tempo. Nog steeds met een pompende baslijn, maar ineens met “cleane” vocalen (die helaas niet altijd even toonvast zijn) en verschijnt een orgeltje ten tonele. Weer twee minuten later is dat ook allemaal weer verdwenen. De bas blijft gewoon doorploegen terwijl de gitaar ineens in overdrive gaat om weg te zweven in een zwoele spacerock. Dit was nog niet genoeg, want na een tijdje keren we weer terug naar het thema waarmee ‘Orbital’ begon, met de nog altijd tussen death en black laverende zang. Als alle vreemde intermezzi waren weggeknipt, dan was een geslaagd sludgeachtig deathmetal nummer overgebleven. De verwijderde stukken hadden dan weer makkelijk als een op zich staande track kunnen terugkeren. Nu is het een vreemd geval met een aantal onverklaarbare U-bochten. Het zijn keuzes en helaas vallen die keuzes niet altijd even goed uit. Het magnum opus ‘Wind Up North’, dat nu ruim negentien minuten klokt, had zonder al te grote problemen minstens zes minuten korter gekund. Of tien, want bepaalde stukken worden tot vervelens toe gerekt.
Het lijkt erop dat Echolot zich te veel heeft willen spiegelen aan de bands die tot de voorbeelden worden gerekend, zoals Sleep en Monolord en daarbij in een zelfgegraven kuil is gevallen. Lange nummers schrijven is nog niet zo makkelijk. Tenminste niet als je wilt dat zo’n song van een minuut of tien ergens op slaat en niet een opeenvolging van weinig met elkaar te maken hebbende ideeën is. Misschien moet Echolot een volgende keer wat puntiger handelen, songs afronden als ze uit de bocht dreigen te vliegen. Bovendien, wat is er mis met een album met acht of tien hapklare brokken?