Waldgeflüster – Dahoam
AOP Records
Release datum: 24 september 2021
“Voor het betere heidense werk uit Beieren kan je zeker terecht bij Waldgeflüster en ‘Dahoam’.”
Vera Matthijssens I 24 september 2021
Waldgeflüster heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld van Winterherz’s eenmansproject tot vitale vijfkoppige band. Van in het begin was dit project gericht op een mix van black metal met (akoestische) neo folk en post rock. Sinds het vorige album ‘Mondscheinsonaten’ (2019) is de band hetzelfde gebleven en de indruk is dat men er steeds beter in slaagt om de weemoedige sfeer van de Beierse wouden te vatten, afgewisseld met ruwe passages die eveneens verwijzen naar de natuur.
Het zesde studioalbum ‘Dahoam’ (alle teksten zijn in het Beierse dialect) is het debuut voor het AOP Records label en voor het eerst in tien jaar waagt Winterherz zich terug aan een conceptalbum. De vorige keer was op ‘Femundsmarka’, dat handelde over de inzichten die ontstaan terwijl je ver van huis zwerft doorheen de natuur. ‘Dahoam’ is daarvan de spirituele en geestelijke opvolger en ditmaal gaat het over alle aspecten van thuis, de ‘Heimat’ in de wouden van Opper Beieren. De man zal wel een gelijkgestemde figuur gevonden hebben in Markus Stock, want laat die zich voor Empyrium (en alle kunst) ook niet inspireren door de omringende natuur? Markus Stock stond in voor de mix en mastering en ik kan me niet van het gevoel onttrekken dat er her en der enige Empyrium elementen ingeslopen zijn, bijvoorbeeld de sfeer en het gefluister in de semi-akoestische songs.
Waldgeflüster wisselt op ‘Dahoam’ telkens een korter en veelal ingetogen nummer af met een lange compositie waar het er ook heftig aan kan toegaan. En nooit eerder had men die welluidende variatie zo goed onder de knie. ‘A Taglachinger Morgen’ kan men zien als een akoestische intro met beschouwende cleane zang. Maar in het tien minuten durende ‘Im Ebersberger Forst’ gaat men voluit met galmende klanken en distortion. Inclusief rauwe zang die door merg en been gaat en ietwat verwantschap vertoont met JJ van Harakiri For The Sky. Dit vlammende stuk wordt onderbroken door gesproken fragmenten en akoestische neo folk. De nummers lopen naadloos in elkaar over, denk aan het concept. Zo blijkt het tokkelende einde onmerkbaar over te gaan in de vredige track ‘Am Stoa’ waarin piano en keyboards een zwevende sfeer creëren. Als je van de duivel spreekt… In het volgende lange nummer ‘Am Tatzlwurm’ trekt bovenvernoemde JJ temidden van blastbeats zijn strot open als gastzanger. Er wordt echter niet alleen wanhoop uitgeschreeuwd, want er komt ook zalvende – en soms stoere – cleane zang in later en zelfs een akoestische tokkel met natuurgeluiden (ik dacht echt dat ik een druppel in huis hoorde). Ook instrumentaal is er veel afwisseling. Mooie dynamiek in de lange songs en de klare zang klinkt soms echt heroïsch. ‘Mim Blick Aufn Kaiser’ begint Sólstafir achtig, traag en melancholiek met zompige gitaren, dat is dan weer het post metal element dat soms ook opduikt. Weldra breekt de furie weer los hoor, natuurlijk gevolgd door tot inkeer komen. Na deze lange muzikale zwerftocht mag je uitrusten onder een boom tijdens het akoestische ‘Am Wendelstoa’, maar hieruit besluiten we: voor het betere heidense werk uit Beieren kan je zeker terecht bij Waldgeflüster en ‘Dahoam’.