Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Wacken Open Air, Duitsland – 3 tot en met 6 augustus 2022

“Wacken is en blijft de ultieme metal-hoofdstad van de wereld, en ook dit jaar bestormden weer meer dan 80 nationaliteiten de holy grounds.”
WACKUUUHH!! Het is inmiddels drie jaar geleden dat ik me mocht onderdompelen in het feestgedruis van ’s werelds grootste metalfeestje. Daar waar de meeste decibellen altijd afkomstig zijn van de bezoekers, luidruchtige en goedgemutste metalheads die de naam van het festival immer luidkeels scanderen. Dit jaar zou het feestje nog groter zijn dan voorgaande jaren, want er was een speciale “Wacken Wednesday” bijgekomen en dat was precies wat de naam zegt. Extra bands op de woensdag waarvoor een van de hoofdpodia een dag eerder open zou gaan voor bezoekers die hiervoor de meerprijs wilden betalen. Origineel was de meerprijs vast bedoeld voor het betalen van headliner Till Lindemann, zanger van Rammstein, want die man zal waarschijnlijk net zo’n megalomaan prijskaartje hebben als zijn band. Helaas zegde Till om nogal vage redenen af en waren de woensdagkaarten al wel verkocht, dus moest Wacken roeien met de riemen die ze hadden. En dat is gelukkig helemaal goedgekomen. Een terugblik!
18 augustus 2022 I Tekst: Jori van de Worp |  foto’s: Wacken.com

Woensdag
Ondanks dat we ons geen betere plek voor de tent hadden kunnen wensen, onder een rij bomen gelegen op het oosten waardoor we niet om zeven uur de tent uitgefikt werden, was het toch bijtijds dat de ogen open gingen. Niet ver van ons vandaan werd mijn droom ruw onderbroken door wat stevige luidsprekers die ‘Enter Sandman’ van Metallica aan het uitbraken waren. Typisch nummer om mee wakker te worden, maar goed. Dat betekende wel dat ik rond half elf al een verkennend rondje terrein kon maken. Mijn eerste indruk van het nieuwe betaalsysteem met chip in het polsbandje is best positief: het werkt goed en makkelijk, en omdat je als bezoeker via internet kan opladen hoef je dus geen cent contant geld en ook geen pinpas naar het terrein mee te nemen. Waar ik vroeg klaar mee was, was een rondje metal markt. Die was namelijk bijzonder klein dit jaar, maar daarover later meer.

De eerste band die ik aan het werk zie is de Nederlandse afvaardiging voor de Metal Battle, Nephylim. De band speelt melodic death metal en doet dat zonder meer met overtuiging. Het publiek liet zich flink opzwepen door het vijftal uit Den Bosch, de stofwolken die de cirkelpits deden oplaaien waren flink. Helaas was het geluid niet geweldig afgesteld, vooral de bassen stonden veel te hard, maar dat weerhield deze creatie van de “Metal Factory” er niet van om zowel publiek als jury te overtuigen. Nephylim ging namelijk naar huis met een mooie vierde plaats.

De temperatuur was intussen flink aan het oplopen toen ik mij, inmiddels alweer bedekt door een fraaie laag stof die lekker blijft plakken door een mengseltje van zonnebrand en zweet, naar de “Louder” stage begaf om het collectief Brothers Of Metal te bekijken. Dit was de tweede band van de Wacken Wednesday, Varang Nord speelde tegelijk met Nephylim en heb ik dus niet gezien. De metalbroeders speelde een sterke maar strak geregisseerde show. Bijna iedere seconde en iedere handbeweging van het optreden leek ingestudeerd en dat maakte dat dit eerder aanvoelde als een theatervoorstelling dan een concert. Wel een erg goede voorstelling gelukkig. Beide zangers waren goed gebalanceerd en vulden elkaar en de band prima aan. Of er “big dicks” in het publiek zijn wordt er gevraagd, als speels overgangetje naar ‘Powersnake’. Persoonlijk hoogtepunt was de opvoering van ‘Yggdrasil’, heerlijke meezinger! Persoonlijk dieptepunt was na afloop toch meer commentaar horen over de kledij en lichaamsvormen van zangeres Ylva dan over de band en het optreden, en dan vooral van Duitse mannen met grotere tieten dan de vrouw waarover ze het hadden.

Ik besloot even een vlugge douche te nemen en dan alleen het laatste deel van Gloryhammer te gaan kijken. Vreemd genoeg was ik er dus alleen het laatste kwartier bij, en heb ik toch de hele show gezien. De band had namelijk problemen met de vliegverbinding en kwam dus veel te laat op Wacken aan. Het tijdschema bleek niet flexibel en dus konden de hootsmen slechts drie nummers spelen als troostprijs voor hun teleurgestelde fans. Gelukkig hebben ze er alsnog een feestje van gebouwd, tijdens ‘The Unicorn Invasion of Dundee’ liep er een polonaise door het publiek heen die langer was dan de powersnake waar Brothers Of Metal eerder over zong. De andere twee nummers die werden gespeeld waren ‘Universe On Fire’ en uiteraard ‘Angus McFife’.

De volgende band van de Wacken Wednesday was Epica, het was een behoorlijk symfonisch (power) metal feestje op de louder stage die dag. Een concert van Epica is een honderd procent garantie op kwaliteit, en ook deze avond werden we niet teleurgesteld. Wel ironisch om te horen dat Simone bij de aankondiging van ‘The Skeleton Key’ nog spreekt van hun nieuwe album, terwijl dat toch alweer bijna twee jaar oud is. Over leeftijd gesproken, Epica bestaat inmiddels twintig jaar! Als cadeautje krijgen we het oudste nummer van de band getrakteerd, ‘Forever And Ever’. Het maakt niet uit hoe vaak je deze band ziet, vervelen doet het nooit! Wat mij betreft op naar de volgende twintig jaar!

Halverwege Epica baande ik mij een weg naar het stukje terrein wat ik altijd “Castlefest op Wacken” noem, de Wackinger village. Op het podium daar zou immers Nothgard gaan spelen en in tegenstelling tot Epica heb ik Nothgard nog niet zo vaak gezien. Ik was net op tijd om ze hun naar eigen zeggen snelste nummer te zien spelen, ‘Age Of Pandora’. Het veldje stond goed vol en dat is een hele prestatie van de Duitse band die toch moest concurreren met zowel Epica als Loudness. Staande op een stenen muurtje had ik eerste klas zicht op deze fantastische melodic death metal act en niet te vergeten het publiek wat er een typisch Wacken feestje van maakt. Ook bij mij gingen de haren de zwiep in en het uurtje was om voor ik het wist. Wanneer weer eens een nieuw album mannen?

Als headliner van de Wacken Wednesday was het reizende metalcircus Avantasia gestrikt. De supergroep onder leiding van Tobias Sammet zet zoals altijd een indrukwekkende performance neer. Nieuw als gastzanger is Ralf Scheepers van Primal Fear, die naast zijn eigen singles vooral grote delen van de afwezige Michael Kiske overneemt. Verder aanwezig op de vocalen zijn voornamelijk vaste gezichten als Bob Catley, Jorn Lande, Ronnie Atkins en Eric Martin, maar ook Seven Spires zangeres Adrienne Cowan, die me toch behoorlijk onverwachts omver blaast. Wat een strot! Helaas wordt er nog altijd veel tijd verkletst en ook de setlist kan intussen wel wat vernieuwing gebruiken. Nog altijd staat het album ‘The Scarecrow’ in de hoofdrol en dat staat het al sinds de eerste Avantasia show ooit gespeeld in 2008. Het is logisch dat je met een enorm project als dit niet iedere show kan wisselen, maar voor de Avantasia-veteraan beginnen de vijfhonderdste opvoeringen van ‘Twisted Mind’ en ‘Shelter From The Rain’ toch wel een beetje eentonig te worden. Een hoop wordt goedgemaakt door het enorme vakmanschap van alle talent op dat podium. ‘The Story Ain’t Over’ met Bob Catley, de armen in de lucht op het schitterende ‘Farewell’, en uiteraard de bekende afsluitende medley ‘Sign Of the Cross/Seven Angels’. Het blijft genieten van de goed geoliede machine die Avantasia heet. Het valt niet te ontkennen dat Tobias Sammet en Sascha Paeth, die dit toch iedere keer maar weer voor elkaar boksen, tot de groten der metalsterren behoren.

Donderdag
Dit is de eerste “officiële” dag van Wacken, wat in de praktijk flauwekul is omdat er al jaren veel bands op de woensdag spelen. Het is wel traditioneel de dag dat het terrein met hoofdpodia open gaat, maar voor het zover is ga ik nog even genieten van de epische bedoeling bij Corvus Corax. Dit is een band die het altijd goed doet op Wacken en ook dit keer staat het veld bij de Louder stage weer behoorlijk vol voor een concert op de vroege middag. De grote band bedient zich traditioneel van een enorm scala aan instrumenten bovenop de gitaar, bas, drum en keyboard, en heeft met Holy Mozes vocalist Sabina Classen een leuke gast op het podium. De luchtroeispaan werd op verzoek veelvuldig gehanteerd. Het leek er wel even op dat iemand met een luchtroeispaan de geluidsinstallatie had geraakt, want tegen het einde werd zowel band als publiek onaangenaam verrast door een harde knal. Het mocht de pret niet teveel drukken, een lekkere band om mee te beginnen.

Traditioneel wordt het programma op de infield afgetrapt door huisband Skyline. Ondanks dat er dit keer niet veel bekende gasten op het podium waren, blijft dit een leuke traditie. Skyline is en blijft de bekendste coverband van Wacken en los van de twee Wacken anthems werden er covers gespeeld als ‘Detroit Rock City’, ‘2 Minutes To Midnight’ en een opvallende ‘Boys of Summer’ uit het solo-repertoire van Eagles drummer Don Henley. Aan het eind van dit concert werd de winnaar van de motor bekend gemaakt. Dit zou eigenlijk gedaan worden door Biff Byford van Saxon, maar die was naar de verkeerde kant van het podium gestuurd of iets dergelijks (Wacken snapt nog steeds niet dat een hoop bezoekers toch liever Engels horen dan Duits) dus die was er niet bij. Dat verklaart ook waarom ‘Wheels Of Steel’ ook gespeeld werd, daar zou Biff waarschijnlijk op meegedaan hebben.

De “Night To Remember”, zoals het donderdagprogramma op de main stages altijd genoemd wordt, is dit jaar een echt classic heavy metal feestje. Volgende band op het programma is namelijk Cirith Ungol. De band speelt een typische festivalset voor een antieke band, met vooral oud werk en weinig verrassingen. Het publiek lijkt over het algemeen niet heel bekend met deze groep, maar omdat ze perfect in het genre passen wat de main stages deze dag domineert, krijgen ze de boel toch lekker op gang. Ondanks de brandende hitte worden er stevige feestjes gevierd in de voorste rijen.

Het volgende gezelschap wat aan de beurt is, is zoals veel Duitse bands een graag geziene gast op Wacken: Grave Digger. Naar de show die vandaag gespeeld wordt is lang uitgekeken omdat deze al voor Wacken 2020 op de planning stond. De albumtrilogie over Schotland, waarvan ‘Tunes Of War’ de bekendste is, staat in de belangstelling en daarom is een compleet Schotse doedelzakken-ensemble van tientallen mensen op het podium gezet. Helaas zijn het concert van Grave Digger en het spel van de Schotse muziekgroep twee losse zaken die elkaar op vrijwel geen enkel moment overlappen. Als Grave Digger een paar nummers gespeeld heeft, nemen de doedelzakken en trommelaars het over, waarna Grave Digger weer aan hun volgende stuk begint. Zelfs bij een rijk nummer als ‘Highland Farewell’ wordt nul komma nul gebruik gemaakt van deze leuke toevoeging on stage. Ondanks dat het optreden van Grave Digger zelf weer prima klinkt, is dit toch wel een behoorlijke teleurstelling.

Wanneer Udo Dirkschneider onder zijn achternaam op de billing staat, speelt hij de muziek van zijn Accept verleden. Het concert van Dirkschneider is dus één groot meezingfestijn van legendarische Accept krakers als ‘Princess Of The Dawn’, ‘Fast As A Shark’ en ‘London Leatherboys’. De meeste vooral Duitse metalheads kunnen deze anthems woord voor woord meezingen en dus is de sfeer in het verzengend hete veld opperbest. Het geluid staat behoorlijk hard en dus is het mogelijk tot ver achterin lekker mee te brullen zonder je buur tot last te zijn, daar heb ik dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt.

Een paar dagen voor het festival maakte Amon Amarth bekend dat een band met de naam “Guardians Of Asgaard” een opwachting zou maken op het hoofdpodium. De trouwe fans hadden de niet bepaald cryptisch vormgegeven aankondiging in een halve seconde ontcijferd en staan dus al een tijd te wachten tot Amon Amarth zelf hun opwachting maakt tussen het daarvoor speciaal vormgegeven deel tussen de twee hoofdpodia in. Ter promotie van het nieuwe album ‘The Great Heathen Army’, wat de volgende dag uit komt, speelt de band een aantal stukken van die plaat, aangevuld met klassiekers als ‘Pursuit Of Vikings’ en uiteraard ‘Guardians Of Asgaard’. Een aantal fans heeft de aankondiging blijkbaar toch gemist, het is een komisch zicht om een aantal overvallen Amon Amarth shirtjes al gillend en brullend een bezeten sprint naar voren te zien trekken.

De genadeloze zon begint dan toch eindelijk aan kracht in te boeten en steeds meer metalheads komen uit hun nylon schuilkelders tevoorschijn wanneer Mercyful Fate aan hun set begint op het hoofdpodium. Ook hier staat het geluid behoorlijk hard, en het is maar goed dat al die tenten geen glazen ruiten hebben gezien die het gegil van zanger King Diamond waarschijnlijk niet overleefd zouden hebben. Het podium is rijkelijk aangekleed met (nep)marmer en een hoop ritueelspul. Ook King Diamond zelf is compleet uitgedost en steekt daarbij nogal af tegen zijn bandmaten die zo van hun kantoorbaan lijken te zijn weggelopen. De twee oudste albums staan in de schijnwerpers, ‘Melissa’ en ‘Don’t Break The Oath’. De horror-esque metal matcht lekker bij de ondergaande zon en de band maakt dankbaar gebruik van het feit dat het publiek weer een beetje tot leven komt bij de dalende temperaturen.

Aanvoerder van de “Night To Remember” zijn vijf van de uitvinders van ons geliefde metalen genre: Judas Priest komt hun “50 years of heavy metal” (sinds het wegvallen van de tour in 2020 eigenlijk alweer 52 years) op Wacken vieren en te oordelen aan de drukte hebben daar een hoop mensen naar uitgekeken. Maar wat zullen we nou beleven? Staat het geluid bij de meeste optredens zo ontiegelijk hard dat tot in Nederland mensen ter protest hun vlaggen ondersteboven hangen, bij Judas Priest staat het ineens veel maar dan ook heel veel te zacht! Al tijdens de opener ‘One Shot At Glory’ verplaats ik mij naarstig zoekend naar wat decibellen over het veld, om recht voor een enorme kolom speakers uit te komen. Zelfs dan is de enige reden dat ik de oordoppen er niet uithaal de vrees dat de geluidsman ineens wakker wordt en de boel omhoog draait. Terwijl ik schuifelend nog wat verder zoek naar een plekje waar ik de band nog boven de meezingende toeschouwers uithoor is Judas Priest middels ‘Lightning To Strike’ bezig met hun enige nieuwere nummer die avond. De rest van de set is een heerlijke mengeling van vaak en minder vaak gehoorde klassiekers waarbij de opvallende hoofdrol met wel vier nummers uitgaat naar het album ‘Painkiller’. De titelsong van dit album is uiteraard een verplichting in de set, en Rob Halford zingt dit ontzettend zware nummer alsof er veertig jaren van hem zijn afgevallen. Zoals goede wijn wordt deze band alleen maar beter met de jaren, en ondanks het waardeloze geluid ontwikkelt dit optreden zich tot mijn persoonlijke hoogtepunt van Wacken 2022. Met de twee verplichte afsluiters ‘Breaking The Law’ en ‘Living After Midnight’ wordt dit lesje metalgeschiedenis waardig afgesloten. Hulde aan de onvermoeibare metal machine van Judas Priest, maar de meesterprutser die hier verantwoordelijk was voor het geluid zouden ze een paar dagen aan het hoogste topje van de geluidsmast vast moeten ketenen.

Vrijdag
Deze dag wordt gekenmerkt door een weersomslag, de genadeloze blauwe lucht met felle zon maakte plaats voor een vriendelijk wolkendekje, de temperatuur deed een paar stappen terug en er was zelfs plaats voor een verdwaalde regenbui. Voor mensen die niet zo goed gaan op hitte (ik zei de gek) dus een flinke verademing. Het is dus ook met goede zin dat ik als eerste band van de dag Crypta ga bekijken. De stevige death metal van de vier Braziliaanse dames (de Nederlandse Sonja is alweer uit de band vertrokken) trekt op het einde van de ochtend al een flinke menigte naar de Headbangers stage die zich niks aan blijkt te trekken van de regen. Een knappe dame als zangeres/bassist Fernanda moge zijn, bezeten bekken trekken kan ze als de beste, en schreeuwen en brullen nog beter. Meer cafeïne dan dit heb ik niet meer nodig!

Omdat het toch wel erg hard gaat regenen misbruik ik mijn journalistieke privileges door in de VIP area het optreden van Kissin’ Dynamite op het scherm in de tent te volgen. De ligging van de VIP area is zo dat het geluid van de main stages goed te horen is. Zoals altijd weet de band te overtuigen en het is duidelijk dat de trouwe fans zich ook bij deze band niet weg laten jagen door het hemelwater.

Het is vervolgens de happy metal van Freedom Call die de zon weer van achter de wolken krijgt. Het is een thuiswedstrijd voor de Duitsers en het publiek is dan ook in grote getale aanwezig. Het optreden verandert in het feestje wat je kan verwachten bij deze groep, en het beetje regen van zonet kan de enorme stofwolken door al het gespring niet voorkomen. Want gesprongen wordt er op de aanstekelijke hymnes van de band, waarvan uiteraard een leeuwendeel afkomstig van magnum opus ‘Eternity’. Wanneer zelfs het personeel in één van de dranktenten met de voeten van de vloer gaat, dan weet je dat er een professioneel groepje entertainers staat te spelen!

Ondanks dat er nog vele bands staan die ik wil zien kan ik niet overal tegelijk zijn en moet er ook af en toe wat gegeten en gedronken worden. De lunchpauze vindt plaats met prettige achtergrondmuziek van Lacuna Coil en later ook Me And That Man. Mijn voorliefde voor power metal zal ik niet onder stoelen of banken steken en het volgende verplichte nummer op de running order is dan ook een groep pioniers van dit subgenre: Stratovarius. De groep speelt onder andere wel drie stukken van het nieuwe album wat in september uitkomt, aangevuld met klassiekers van zowel voor als na de millenniumwisseling. Meezingmomenten genoeg uiteraard, maar de meeste stemmen in het publiek worden verheven bij ‘Eagleheart’ en uiteraard ‘Hunting High And Low’. Ondanks dat dit geen technische virtuozen zijn en dat je ze ieder optreden wel op wat foutjes kan betrappen, weten ze toch telkens weer te overtuigen.

Op dit moment van de dag wordt de keuzestress wel heel groot, en het lukt me gelukkig om nog een flink stuk At The Gates mee te pakken, zij het met de kont op de grond. Op de grote schermen is te zien dat het er lekker heftig aan toe ging in het publiek, niet verwonderlijk voor bij de hardste van de drie originele “Gothenburg-style” bands. At The Gates speelt vandaag een speciale “Slaughter Of The Souls” show, waarbij het hele album integraal wordt opgevoerd. Dat is natuurlijk een bijzondere gelegenheid voor de vaste fans van de groep, want zo hoor je eens stukken die anders nooit worden gespeeld. Voor mensen die iets minder bekend zijn met de band is het wellicht jammer dat andere bekende hits als ‘Death and the Labyrinth’ op een relatief korte festivalset niet gespeeld kunnen worden. Integrale albums op festivals spelen blijft natuurlijk een risico. Als afsluiter nog wel ‘The Night Eternal’.

Power metallers Wind Rose volg ik al jaren en dus wilde ik als vanzelf de band weer eens zien. Helaas is het een van de bands die inmiddels de ziel verkocht heeft aan Napalm records en dus als bijna vanzelfsprekend gevolg een trucjesband is geworden met hun eenzijdige focus op “dwarf-metal”. Desondanks legt dat de band blijkbaar geen windeieren, de ruimte voor Wackinger stage staat zo afgeladen met publiek dat er geen doorkomen meer aan is. De setlist van vandaag bestaat uit voornamelijk nieuw werk, met nog het iets oudere ‘To Erebor’ er tussendoor. Als afsluiter is er de cover van ‘Diggy Diggy Hole’, waar 99% van het publiek exclusief voor gekomen lijkt te zijn. Een vermakelijk optreden, maar ik ben blij de band al eens aan het werk gezien te hebben voordat de versimpeling zijn intrede in de muziek van Wind Rose deed.

Dan maar weer terug naar de main stages, want als er één genre is dat schijt heeft aan alles wat met commercie of trucjes te maken heeft, dan is het wel black metal. De Poolse formatie Behemoth is in dat genre nog altijd één van de groteren en krijgt ook de festivalweide in Wacken compleet omver geblazen. Alles wat christelijk is krijgt er weer flink van langs in deze zestig minuten durende satanistische hoogmis. Het optreden krijgt onbedoeld een wat komische wending als één van de schermen kuren begint te vertonen en hele happen uit gezichten van bandleden neemt, maar daar krijgt de trouwe fanbasis die vooraan te vinden is niks van mee, die zijn compleet opgezogen in de bloeddorstige herrie van Behemoth. Als encore is er uiteraard ‘O Father O Satan O Sun!’

Na Behemoth maar eens even kijken naar de band die de weg heeft vrijgemaakt voor de opkomst van de black metal en zelfs één van hun eerste albums de naam van dat toen nog te ontwikkelen genre heeft gegeven. Op de Louder stage is Venom al bezig aan hun ‘Long Haired Punks’ wanneer ik arriveer. Ondanks dat de band alweer ruim veertig jaar meegaat weten ze nog altijd een rommelige show neer te zetten die ook nog eens een kwartier te vroeg was afgelopen. Druk was het niet, gezien de concurrentie van het in Duitsland enorm populaire In Extremo wat ook begonnen is. Het publiek dat er wél was heeft zich goed vermaakt, en dat zanger/bassist Chronos na ieder nummer aan de beademing lijkt te moeten lijkt niet te deren. Ouderdom komt blijkbaar met zijn gebreken, ook voor muzikanten.

Bij In Extremo is de infield bij de main stages zo ontzettend druk dat de security de poortjes heeft gesloten. Het halve uurtje wat ik van de band mee krijg is dus weer op het scherm van de VIP lounge. Hoewel ik weet dat de Duitse metalheads en masse met deze band weglopen, komt het oordeel bij mij nog altijd niet verder dan “wel vermakelijk”, en ook een enorme vuurwerkshow aan het einde verandert daar niks aan.

De headliner van de vrijdag is het Amerikaanse nu-metal octet Slipknot. Uiteraard stonden de social media alweer vol met discussies dat dit toch niet op Wacken thuis zou horen (versterkt door Limp Bizkit wat ook op de affiche stond, maar heeft afgezegd), maar een ramvol veld bewijst dat er voldoende mensen zijn die dit wel gewoon willen zien. Sowieso altijd dat geklaag op social media over wat wel of geen echte metal is… Blijf gewoon lekker weg, ga een andere band kijken en loop niet te zaniken zou ik zeggen? Zelf bekijk ik een klein stukje van grote afstand, en vriend noch vijand kan ontkennen dat de acht terrorclowns gewoon retegoed zijn in wat ze doen. Hoewel ik mij als verslaggever wel semi-verplicht voel om de headliners allemaal te bekijken, is nu-metal gewoon niet echt aan mij besteed en kan ik mij toch niet weerhouden een andere band te verkiezen om de dag mee af te sluiten.

Het is op de Wackinger stage dat de Portugezen van Moonspell hun opwachting maken. Met een band van dit formaat op de kleine Wackinger stage maak ik me wel zorgen of er nog ergens een plekje te vinden is, maar die vrees blijkt ongegrond. De concurrentie van niet alleen Slipknot maar ook Phil Campbell and the Bastard Sons (Motörhead zonder Lemmy) maakte dat er niet veel meer volk op de been was dan bij een flinke clubshow. Dertig jaar Moonspell, het mag veelvuldig gezegd worden dit optreden. We krijgen dan ook een bloemlezing van Moonspell muziekgeschiedenis, en het is gewoon heerlijk om je te laten meeslepen in de duistere gothic metal van deze fantastische band. Dit kost me dan ook wel de laatste energie van de dag, en met enige zwaarmoedigheid verruil ik The Halo Effect voor de slaapzak in tent.

Zaterdag
Vandaag ben ik wat later met bandjes kijken omdat ik me bezig heb gehouden met een kleine videoreportage die hier te vinden is. Het is alweer twee uur in de middag als ik me naar de infield begeef om Orden Ogan weer eens aan het werk te zien. Dit is een band waar je als regelmatig festivalbezoeker niet meer omheen kan, want de laatste jaren is er vrijwel geen festival meer te bezoeken waar ze niet staan. Hard werken wordt beloond, want dit is het debuut van de Duitsers op het échte hoofdpodium. De setlist van vandaag bestaat uit werk van de drie nieuwste albums, aangevuld met vaste afsluiter ‘The Things We Believe In’. Het geluid is wat aan de matige kant, zelfs als je wat verder weg staat vallen de gitaren weg door een te harde bas. De band was sterk vandaag, inclusief zanger Seeb waarbij het altijd maar afwachten is of hij die dag een beetje kan zingen. Ondanks dat de band veel live speelt zijn er ook vandaag weer veel mensen die Orden Ogan voor het eerst zien, en ook zij worden niet teleurgesteld.

Na Orden Ogan is het op de andere main stage tijd voor Life Of Agony. De agony is er echter vooral aan de oren, want het geluid staat zo ontzettend hard dat het op de infield zelfs met oordoppen niet meer uit te houden is. Dit zorgt dat de band niet zo lekker uit de verf komt en ook ik houd het na een kwartiertje voor gezien. Jammer, want dit is wel een band waar ik naar uitgekeken had.

Dan maar richting de twee podia buiten de infield, waar op de Headbangers stage het Canadese Striker zijn opwachting maakt. Inmiddels schijnt de zon weer fel en is het laagje water op de grond allang weer verdwenen. Zelfs voor de speakers van dit andere podium hoor ik er af en toe nog wat van Life Of Agony doorheen, wat toch wel bewijst dat deze band wel heel erg hard stond. De lekker opzwepende en vooral vingervlugge heavy metal is desondanks weer goed voor een paar flink stoffige moshpits. Een lekker gevarieerde setlist over de inmiddels al rijke discografie van de heren, plus de tomeloze energie die aanstekelijk werkt. Het zijn twee van de redenen dat dit optreden mijn inmiddels al aardig stijve nek weer een paar dreunen toebrengt. Evenals dat dit alles een goed excuus is om ver van Tarja weg te blijven die Life Of Agony aflost op de main stage.

Alsof Mercyful Fate gewoon nog een keer op de planken stond: op de W.E.T. stage naast de Headbangers stage is het de beurt aan Attic. Hun horror-esque metal gecombineerd met het gillen van een geschminkte frontman maken dat deze band dicht langs de tweede headliner van donderdag schuurt, hoewel de verf op dit gezicht meer Powerwolf dan King Diamond is. De hoeveelheid vaste fans van deze band lijkt wat klein, en of Attic echt weet te overtuigen betwijfel ik. Niet alles gaat goed op dit optreden, er valt onder andere een erg lange pauze na nummer twee. Desondanks heb ik zelf erg genoten van deze band uit de categorie “beter goed gejat dan slecht verzonnen”.

Van een afstandje krijg ik nog wat mee van As I Lay Dying. Deze band ligt mij persoonlijk net wat te ver buiten de comfort zone, maar er is geen ontkennen aan dat de metalcore helden het publiek stevig bij de kloten hebben. Het stuk wat ik meekijk is foutloos, retestrak en de infield gaat tot ver achterin lekker mee.

Later besluit ik nog een stukje mee te pakken van Danko Jones op de louder stage, een beetje hardrock ter afwisseling van al dat metalgeweld is ook wel eens lekker. Althans, dat zou het moeten zijn, ware het niet dat ik het snel op mijn zenuwen krijg van de aanstellerige houding van de zanger/gitarist naar wie de band vernoemd is. Als hij op den duur vijf minuten lang aan het brabbelen is en dat doet in een met typisch Amerikaanse grootheidswaanzin doordrenkte stijl, haak ik af. Jammer, want de muziek op zich was best lekker.

Heel veel spijt heb ik achteraf ook niet als ik aankom bij Auðn, want hemel heb ik hier naar uitgekeken! De zwartmetalen muren van geluid zijn wellicht wat contrasterend met de zon in de lucht, maar daar laten de IJslanders zich niet door uit het veld slaan. Zoals ik dat vaker heb bij black metal hoef ik de muziek helemaal niet te kennen om vol op te gaan in het gevoel waar ze in de party scene bij gebrek aan goeie muziek pilletjes voor nodig hebben. Helaas speelt de band maar drie kwartier, dit mag voor mij gerust dubbel zo lang duren! Na het optreden kom ik nog aan de praat met drie mannen uit Friesland, die de hele dag veel bekijks trekken omdat ze klompen dragen. En ja, dat kennen ze in Duitsland toch blijkbaar niet!

Soms zijn het de onverwachte bands die je festivaldag een lekkere “schwung” meegeven, en dit was zo’n dag voor mij. Spidergawd stond niet op mijn planning, maar toen de band eenmaal begon was ik al snel verkocht. Ouderwetse heavy metal die weinig innovatief is, maar wel tot in de puntjes piekfijn uitgevoerd! Het geluid ligt richting de 80’s albums van Judas Priest, en het was toch wel met enige tegenzin dat ik tegen het einde weg liep naar de Wackinger stage.

De Wackinger stage staat het hele festival al bol van bands die pagan muziek spelen, maar hoe vaak krijg je nou een show van één van de bands die het genre vorm heeft gegeven? Nu dus, want het is de beurt aan Skyforger uit Letland om hun kunsten te vertonen. Hoewel veel van de bands die ze geïnspireerd hebben, zoals Ensiferum en Eluveitie, steevast op de main stages te vinden zijn, is Skyforger zelf helaas nooit de marges ontstegen. De set van vandaag is nogal curieus geknipt in een eerste deel met vooral hun hardere naar black metal neigende materiaal, en een tweede deel waarin het folk aspect van de muziek meer naar voren komt. Mede door deze vreemde knip komt de show net niet helemaal lekker uit de verf, dat ondanks een sterk spelende band en vooral een knettergoeie drummer die erg creatief is met timing.

Dan is het tijd om richting infield te gaan om nog een klein stukje Arch Enemy mee te pakken. Het veld is ramvol als ik aankom om de geoliede machine bezig te zien aan hun ‘No Gods No Masters’. Helaas al het een-na laatste nummer, en het is alleen ‘Nemesis’ wat ik nog volledig kan zien. Te oordelen aan de enorme stofwolken die bij het podium opstijgen vermaakt het publiek zich goed, niets wat niet te verwachten is bij een band van dit kaliber!

We blijven na Arch Enemy staan om de aankondigingen voor Wacken 2023 te bekijken. De organisatie heeft uitgepakt! Ten eerste met de manier van aankondigen, waar een compleet leger Vikingen, een bende zombies, een compleet gelegenheids-optreden met één nummer waarbij onder andere Adrienne Cowan en Sascha Paeth van Avantasia meededen, en een ruim vijf minuten durend filmpje voor geregeld zijn. Van achter de hekken verzeker ik mij van goed zicht op een scherm om de logo’s te kunnen zien, los van dat ik niet hele goeie ogen heb, wil ik ook de beruchte “takkenbos-logo’s” kunnen lezen mochten die langs komen. We worden niet teleurgesteld, de luidste cheers stijgen op bij Megadeth, Dropkick Murphy’s en Wardruna. Het is pas toen afgesloten werd met het overbekende logo van Iron Maiden dat het gejuich echt oorverdovend wordt.

Hoewel Wacken er een (goede) gewoonte van maakt om bands niet twee edities achter elkaar te laten spelen, is dat deze keer niet helemaal gelukt. Het kan vergeven worden, gezien de pauze van twee jaar voelt de vorige Wacken inmiddels ook alweer als verre geschiedenis. Het is nu de beurt aan Powerwolf om als headliner van de zaterdag de infield weer te veranderen in de cynische hoogmis die ze er in 2019 ook van maakten. Ook nu weer worden de poortjes gesloten vanwege een te grote drukte, dus blijf ik lekker achter de hekken staan en zelfs daar staan mensen te headbangen en mee te zingen, dat zegt toch wel genoeg! Zelf ben ik er na een minuut of twintig wel weer klaar mee. Ik kan me met name mateloos irriteren aan toetsenist/organist Christian, die onder stage naam Falk Maria Schlegel door het leven gaat. Negentig procent van de tijd is hij over het podium aan het rennen en een beetje interessant aan het doen met het publiek, terwijl de toetspartijen van de tape afrollen. Kerel, welke van de vier letters van het woord “live” heb je niet begrepen?

Het duurt dan ook niet lang voordat ik Poserwolf (sorry, typfoutje!) wil inruilen voor de genadeloze thrash van Death Angel. Als ik in de richting van de louder stage kijk en de gigantische mensenmassa zie waar ik me doorheen moet wurmen, zinkt de moed me echter in de schoenen waarin twee toch al behoorlijk vermoeide voeten zitten te stinken. Tegen de tijd dat ik daar ben kan ik misschien nog een half uurtje genieten, en het is precies de andere kant op als de tent en auto. De songfestival-aanstellerij en bijbehorende maskerade van Lordi kan me gestolen worden en ook mijn gezelschap loopt op de laatste tenen. We verkiezen eieren voor ons geld en druipen langzaamaan van het terrein af om de terugreis in de nacht te doen zodat we de beruchte Wacken-file richting Hamburg kunnen ontwijken. Dit was Wacken 2022!

Nabeschouwing
Wacken is en blijft de ultieme metal-hoofdstad van de wereld, en ook dit jaar bestormden weer meer dan 80 nationaliteiten de holy grounds. Niet alleen het festivalterrein zelf, maar ook het complete dorp is die week onderdeel van het festival. Alle inwoners, jong en oud, dragen hun steentje bij aan het metalvertier. Vooral het leger kleine kinders dat met opa en oma op pad is om alles wat statiegeld oplevert uit de vuilnisbakken (en helaas ook uit de bosjes) te halen blijft een aandoenlijk zicht. Het blijft bijzonder dat al die drukte ook in het gehucht Wacken zelf nergens tot grote problemen leidt. Waar je met een dance festival met een paar honderd man publiek tegenwoordig de special forces nodig hebt om de orde te bewaken, geven honderdduizend metalheads de security nooit grotere problemen dan de incidentele vervelende dronkenlap, hekkenpisser of een overload aan crowdsurfers. Wacken heeft sinds de minder goed verlopen edities van 2015 en 2016 een enorme professionalisering doorstaan. De dixies op de infield die altijd te goor waren voor woorden zijn inmiddels vervangen voor blokken van echte toiletten en ook de capaciteit voor poep-en-pis is flink vergroot. Er zijn voldoende punten waar gratis drinkwater getapt kan worden wat vooral op de snikhete woensdag en donderdag ongetwijfeld heel wat drukte op de EHBO heeft voorkomen. De looppaden zijn breder en worden voorzien van platen of houdsnippers, zodat deze bij elk weertype goed toegankelijk blijven. Het feit dat je de auto naast de tent mag laten staan is voor een langdurig en groot festival als Wacken eigenlijk onontbeerlijk. De waardevolle spullen blijven achter een slot in plaats van een rits, het geeft je de mogelijkheid om meer spullen mee te nemen dan je in je tentje kan stouwen, en ook scheelt het een teringeind sjouwen met je spullen. Op andere grote festivals als Graspop is dit altijd een enorm gedoe, geen enkel probleem op Wacken!

Ook een festival wat al meer dan dertig jaar meegaat is niet te oud om te leren. Hoewel je op een mega-evenement als dit wachtrijen nooit kan voorkomen, was de wachttijd bij de ticket exchange wel heel extreem. Ook een moment dat ik blij was met mijn persaccreditatie waar ik ongeveer een kwartiertje voor in de rij heb gestaan. Op de drukste momenten stonden de “gewone” bezoekers tot wel twee uur te wachten tot ze eindelijk hun polsbandje om kregen. Dat moet toch sneller kunnen door een aantal vrijwilligers tijdelijk weg te trekken bij andere, niet-vitale punten? Hoewel Wacken zich graag op de kaart zet als inclusief festival, is ook hier nog wel winst te behalen. Er zijn nog altijd delen van het terrein die niet of slecht toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers, ook plekken waar bands spelen. Ik ving ook een gerucht op dat in het dorp een aantal vrijwilligers alsnog had gezorgd voor een oprij-helling voor rolstoelen in de metal village. Helaas zou die de volgende dag weer door de politie zijn weggehaald, omdat er geen vergunning voor was aangevraagd. En even onder hun eigen motto Green Wacken: Ook de vele stinkende, milieuverslindende en ronduit gevaarlijke dieselaggregaatjes die de camping nog altijd terroriseren mogen ook wel eens aan banden gelegd worden. Als je dan zo nodig netspanning wil hebben voor je koelkast of geluidsinstallatie, is een mobiele accu met zonnepaneeltje anno 2022 een prima alternatief.

De coronacrisis heeft zijn sporen nagelaten over de hele wereld en niet in de laatste plaats op de muziekindustrie. Dit was ook op Wacken te merken. Het festival werd geplaagd door last-minute afzeggingen van bands die geen personeel meer konden vinden, problemen hadden met reizen, of door financiële redenen een streep door een langverwacht optreden moesten zetten. Niet alleen de bands hebben veel last gehad van corona, ook het festival zelf is er niet zonder kleerscheuren doorheen gekomen. Het was in de aanloop naar het festival duidelijk dat Wacken moeite had met voldoende personeel vinden, veel van de vaste mensen hebben hun leven in de muziekwereld verruild voor iets met wat meer financiële zekerheid. En neem het ze eens kwalijk!  Er moet toch zeker brood op de plank komen, zelfs al is het van dat vieze zure Duitse brood. Het is alleen om die reden al te hopen dat er nooit meer een lockdown komt, want dat gaat de doodsteek zijn voor heel veel professionals in de muziekindustrie.

Het zullen vast ook financiële overwegingen zijn geweest die Wacken in de handen van een Amerikaanse investeerder hebben gedreven, en dit baart me voor de toekomst van het festival grote zorgen. De eerste tekenen aan de wand van een focus op winstmaximalisatie waren er al in de metal market, die was gekrompen tot een fractie van de omvang. In plaats van een vaste prijs voor een stand, werd het stageld nu namelijk berekend als percentage van de omzet. Veel kleine handelaren wisten al dat ze daarmee niet uit zouden komen en hebben Wacken aan zich voorbij laten gaan, vaak nadat ze al vele jaren trouw een of meerdere stands op het festival hadden. Dit alles ongetwijfeld tot groot genoegen van de verkopers van officiële merchandise, waar ondanks de ronduit belachelijke prijzen van soms wel veertig euro voor een shirtje de rijen groter waren dan ooit. Ook de goodiebag die iedere festivalbezoeker standaard kreeg bij het ontvangen van het festivalbandje is wegbezuinigd, hoewel de waterzak gelukkig nog wel gratis te krijgen was. De aangekondigde uitbreiding van het festival die neerkomt op de infield ook vanaf woensdag open gooien, is een beslissing die ongetwijfeld ook met rendementscijfers in het achterhoofd is genomen. Twee enorme podia een volle festivaldag leeg laten staan is natuurlijk duur, en als je tegen de gage van een paar extra bands de metalheads een dag langer de infield kan laten vullen en daar voor vijf euro per biertje kan laten drinken is dat een makkelijke rekensom. Ook was het direct zichtbaar in de ticketprijs voor Wacken 2023, die weer een flink stuk hoger lag dan die voor dit jaar. Ik vraag me ook af hoe dit gaat lopen in combinatie met de nog vrijwel onbekende bands van de metal battle. Die moeten volgend jaar gaan opboksen tegen de grote acts die tegelijkertijd op de main stages spelen. Hoe Wacken wil gaan regelen dat van de honderdduizend aanwezigen niet alleen trotse vriendinnetjes en toevallig aanwezige bekenden naar de metal battle bands staan te kijken is mij vooralsnog een raadsel.

Vooruitblik
Dit alles verhinderde niet dat het festival voor 2023 in een recordtijd van vijf uur was uitverkocht. Ongetwijfeld geholpen door megaband Iron Maiden al in dit stadium aan te kondigen waardoor iedereen bang was achter het net te vissen. Naast Iron Maiden zijn de volgende bands inmiddels bevestigd, op alfabetisch volgorde: Beartooth, Burning Witches, Deicide, Dropkick Murphys, Ensiferum, Jinjer, Megadeth, Nervosa, Pentagram, Two Steps From Hell en Wardruna. Een ijzersterke start voor een mooie gevarieerde line-up die liefhebbers van ieder subgenre in onze toch steeds verder versplinterende metalscene aan kan gaan spreken. De sterke Viking-thematiek van de aankondiging, gecombineerd met het mini-optreden van Amon Amarth deze editie, doet me vermoeden dat Amon Amarth ook nog wel op de poster voor 2023 gaat verschijnen.

Er zijn voldoende grote artiesten die al aangekondigd hebben in 2023 met nieuwe albums te komen, en deze artiesten hebben altijd een net iets grotere kans om in het festivalseizoen op de planken te staan. Ik ben een beetje gaan puzzelen met dit lijstje bands in combinatie met hoe lang het geleden is dat deze bands op Wacken hebben gespeeld (als ze dat ooit gedaan hebben natuurlijk) en wie er onder de Wacken huisbands verstaan mag worden. Dat brengt mij tot een aantal bands in mijn glazen bol, die je net als iedere andere glazen bol met een dode zee vol zout moet nemen. Maar ik durf naast Amon Amarth wel te gokken op een aantal namen uit dit lijstje: Accept, Disturbed, Doro, Kamelot, Killswitch Engage, Sodom, Testament en Vicious Rumors. Ook Saxon kan misschien wel kans maken, gezien de (niet helemaal gelukte) verschijning van Biff Byford bij en na Skyline.

Los van alle bands die nog op de billing gaan komen, alle veranderingen die plaats gaan vinden en alle dingen die weer oud en vertrouwd terug zullen komen. Eén ding kan ik wel alvast verzekeren: Ik ben volgend jaar ook weer op Wacken te vinden, en als het even kan ook weer als uw verslaggever! Hopelijk dan wel weer met collega’s, want de kunst van mezelf in vieren splitsen heb ik nog altijd niet onder de knie.

See you in Wacken, rain or shine!