Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Volume – Requesting Permission To Land
Worst Bassist Records
Release datum: 27 oktober 2023
“maar meest pakkend is wel dat er heel veel spontane energie vrijkomt uit deze stukken, die ongetwijfeld voortgekomen zijn uit met veel spelplezier uitgevoerde jams.”
7.8/10
Cor Schilstra  I 12 oktober 2023

Volume is een project van gitarist/zanger Patrick Brink, die samen met drummer Scott Reeder (Fu Manchu), bassist James Scoggins (Final Conflict) en een stel andere muzikanten vanaf 1993 een aantal nummers hebben opgenomen en deze ten gehore hebben gebracht in voorprogramma’s van Fu Manchu, QOTSA en Goatsnake. Brink is in de begindagen ook een tijdje zanger van Fu Manchu geweest, volgens bijgevoegde info. Naast de gitaren en zang, heeft Brink ook de productie voor zijn rekening genomen samen met Mike Mchugh. In 1998 is er een 7” single met twee nummers uitgebracht en ‘Requesting Permission To Land’ is in 2002 als mini-album op CD verschenen, maar zal nu met het twintigjarig jubileum zijn debuut op vinyl krijgen.

Een vijftal nummers staan op deze plaat, met allen een behoorlijk rommelige, demo-achtige geluidskwaliteit. Voor de liefhebber hoeft dat echter geen belemmering te zijn; dit kan het nonchalante, campy sfeertje en de vrijkomende gruizige energie bij vlagen wel versterken. De muziek zelf is een combi van garagerock en vroeg jaren zeventig acid rock, met duidelijke links naar MC5 en Blue Cheer. Dat deze muziek best samengaat op een podium met de hedendaagse opvolgers van Blue Cheer, hoeft geen verrassing zijn. Toch zit er wel een duidelijk niveau verschil in Volume en zijn headliners; dit materiaal is best beluisteren, maar dit zijn niet de lang verloren parels, die Brink hier waarschijnlijk mee in de openbaarheid hoopte te brengen (althans, niet voor het doorsnee, grote publiek). Er is natuurlijk die ongepolijste, demo-achtige sound, die wel een stukje charme heeft, maar het klinkt soms ook gewoon blikkerig en goedkoop. Vooral de korte, snellere nummers komen hier nog mee weg, maar in de trage, langere stukken kunnen sommige stukken voor de meeste luisteraars als één grote bak lawaai overkomen. Persoonlijk werd ik vaak net wel gegrepen en kon het me meevoeren in de draaikolk, maar ik zie mezelf in dit geval niet als gemiddelde luisteraar.

Wel hoor ik duidelijk een paar lekkere solo’s en creatieve, knappe bijdragen van bas, drums, en keyboard, maar meest pakkend is wel dat er heel veel spontane energie vrijkomt uit deze stukken, die ongetwijfeld voortgekomen zijn uit met veel spelplezier uitgevoerde jams. Toch kan ik me voorstellen dat een tussenstuk in ‘Headswim’ als veel te lang wordt ervaren, of het psychedelisch gefreak in ‘Make Believe’ als een moeras van echo en elkaar in de weg zittende instrumenten kan klinken. Een plaat die zeker niet voor iedereen geschikt zal zijn zullen we maar zeggen.