Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Peter Theuwen: “De oorspronkelijk betekenis van Thurisaz is voor ons altijd geweest: het samensmelten van uiteenlopende meningen en daar komt het uiteindelijk op neer.”

Thurisaz is één van onze vaste waarden in de Belgische metal scene. Dat mag na meer dan twee decennia best wel gesteld worden. Begin september bracht het vijftal uit Wervik het vijfde studioalbum ‘Re-Incentive’ uit. Wederom een hoogtepunt in de melancholieke, melodieuze stijl van death/black/doom metal die de band zo perfect onder de knie heeft. We praatten met zanger/gitarist Peter Theuwen over het lange rijpingsproces van de songs en hoe persoonlijke ervaringen hen tot op het bot deden gaan.
Vera Matthijssens Ι 10 september 2020

In 2015 kwam het vorige album ‘The Pulse Of Mourning’ uit. Heeft dit opgebracht wat jullie ervan verwachtten?
In feite houden we daar toch een dubbel gevoel aan over. We zaten toen bij een Grieks label (Sleaszy Rider Records – Vera) en die deden al niet veel toen ‘Live & Acoustic’ uitkwam. We hoopten op meer actie bij een studioalbum, maar ook voor ‘The Pulse Of Mourning’ deden ze totaal geen promotie. Op dat vlak hadden we dus veel meer verwacht. Gelukkig hadden we toen Dries van UltraBooking als boekingsagent en dankzij hem hebben we dan toch nog bijvoorbeeld op MetalDays in Slovenië kunnen spelen. Het gevoel dat er veel meer ingezeten had, overheerst nog steeds. Met een betere omkadering hadden we er meer mee bereikt. De recensies waren goed, maar het is moeilijk om dat te verzilveren als je niet de juiste contacten hebt.

Hoe is het nieuwe album ‘Re-Incentive’ tot stand gekomen?
Het is een proces dat zich steeds herhaalt. Langs de ene kant zitten we na elke cd vol goede moed om aan nieuwe dingen te beginnen, maar aan de andere kant krijg je toch een beetje een gevoel van overkill. Het proces om een cd te maken is echt wel bijzonder lastig. Het vergt enorm veel energie. Er is zoveel dat erbij komt kijken. Het is altijd een prestatie om iedereen met de neus in dezelfde richting te krijgen. Dat is niet evident. We komen altijd wel met een aantal riffs, maar om nu daadwerkelijk aan een nummer te gaan werken, dat is een ander verhaal. Wij hebben een rijpingsproces nodig. Ik kan me niet voorstellen dat we elk jaar – of zelfs elke twee jaar – een nieuwe cd zouden uitbrengen. Dat is onmogelijk. We zijn heel kritisch op onszelf op dat vlak. We blijven bijschaven tot we tevreden zijn.

Het lijkt me ook een album dat ontstaan is uit pijn en depressie. Dat is psychisch zwaar om daaraan te werken, veronderstel ik?
Ja, ik denk dat dit de nagel op de kop is. Als band adopteer je onwillekeurig je persoonlijke emoties. ‘The Cimmerian Years’ was vernoemd naar de donkere jaren die we achter de rug hadden. Ik moet zeggen dat de laatste vier jaar als band toch ook weer niet evident waren. Na de cd heb je de optredens en dat geeft een kick, maar daarna heb je het toch weer even gehad. Dan moet je elkaar weer vinden. We zaten dan met het probleem dat onze bassist, Nick Meganck, een dag voor MetalDays plots afgezegd had. Lap, geen bassist meer. Het lichtpunt was toen wel dat de oude bassist, Hannes Leroy, teruggekeerd is. We zijn heel tevreden dat hij terug is. Dat is iemand die we al jaren kennen en waar het heel goed mee klikt op muzikaal vlak en op persoonlijk vlak. Op dat persoonlijk vlak kregen we ook dingen te verwerken. Op het moment dat we de vorige cd aan het afmixen waren, zat ik plots met een relatiebreuk. Plots was ik een alleenstaande vader. Dat hakt er flink in, dan moet je een nieuw evenwicht zoeken. Ik heb ook een burn-out gehad. Er gebeurde van alles en ik denk dat dit ook wel doorschemert op dit album. We kenden ook mensen die met depressie te maken hadden. Daar sta je zo machteloos tegenover. Dit album is de catharsis van al die dingen.

Waarom de keuze voor de titel ‘Re-Incentive’?
Gelukkig zijn we nu allemaal terug op de goede weg. Het blijft een broos evenwicht. Dat weerspiegelt zich ook in de titel. Dat slaat op een doel zoeken, je motivatie terugvinden. Dat geldt zowel op het gebied van de band als individueel. Het is niet alleen depressie, er zijn ook mensen in de band die familie verloren hebben. Dat grijpt je aan, daar kan je niet omheen. Een betere titel konden we voor ons niet vinden. Ondanks de zware rit, de moeilijkheden die we ondervonden hebben, toch erin slagen om er bovenop te komen. Het levert toch wat op. Men zegt altijd dat een artiest – zonder de pretentie om mezelf als artiest te beschouwen – zijn beste werk aflevert op momenten dat ie pijn lijdt. Ik kan daar wel ergens inkomen. Het brengt inspiratie.

Bij de drie laatste songs komt er een soort berustende beschouwing met enkel cleane zang en rustiger van aard. Hoe is dat te verklaren?
Op tekstueel vlak heeft Kobe, de toetsenist en cleane zanger, een grote rol gespeeld. Je zult ook wel gemerkt hebben dat de cleane zang, in vergelijking met de vorige albums, veel meer aanwezig is en ook meer uitgewerkt. We hebben onze manier van werken aangepast. Op een bepaald moment hebben we gemerkt dat het repeteren en allemaal samen komen om iets te creëren, niet meer werkt bij ons. Er is veel te veel discussie. Daarom hebben we gekozen om veel meer thuis te werken. Om de gitaarpartijen uit te werken, maar ook toetsen. Kobe heeft enorm veel dingen op papier gezet en vooral ook op gebied van zang een sterke prestatie geleverd en ik denk dat dit vooral is omdat we elkaar eigenlijk redelijk vrij gelaten hebben. Je mag kritisch zijn, maar uiteindelijk is het diegene die het aanbrengt, die de richting bepaalt. De oorspronkelijk betekenis van Thurisaz is voor ons altijd geweest: het samensmelten van uiteenlopende meningen en daar komt het uiteindelijk op neer. We doen allemaal ons ding, maar 1+1 is niet 2 maar 3. We zitten samen om al die elementen te verenigen. De 23 jaar dat we bezig zijn kan je als een huwelijk beschouwen. Ik zit al langer in Thurisaz in mijn leven dan dat ik er niet in zat. Het grootste deel van mijn leven zit ik in Thurisaz. En ja, dat is dan inclusief ruzies en hoogtepunten, goede momenten en minder goede momenten. Maar we weten nog waarom we het doen: muziek maken en zoveel mogelijk optreden. De reacties die je krijgt zijn fantastisch. Je krijgt mails van mensen die je totaal niet kent, van een land dat je denkt: hoe komen ze bij ons? Als je dan leest dat een bepaald nummer erg belangrijk is geweest bij iemand nadat – ik zeg zomaar iets – zijn vader gestorven was, dan denk ik: ‘Als we dat al bereikt hebben… die mens geïnspireerd hebben of getroost, wat het ook mag zijn. Dan is ons missie geslaagd.’

Ditmaal hebben jullie dan maar besloten om het album in eigen beheer uit te brengen?
Ja, wel in die zin dat we een samenwerking aangegaan zijn met Consouling Agency. We hebben hen gecontacteerd en ze waren meteen bereid om samen te werken. Ik denk dat we aanvoelden dat we op dezelfde golflengte zaten. Het is ook nogal een alternatief label. De muziek van Thurisaz is ook heel moeilijk in vakjes onder te brengen. Als wij onze naam kunnen linken aan Consouling en omgekeerd, dan kan dit een voordeel zijn.

Door de coronacrisis konden jullie pas op 26 juni terug samenkomen om te oefenen…
Dat is zo. We hebben dan nog een album dat veelgelaagd is, met heel veel zang, veel keyboards. Dan is de vraag: hoe gaan we dat live brengen? Het is nu dan ook nog verlofperiode, dat maakt het er ook niet gemakkelijker op. Tot hier toe hebben we drie concerten geboekt, in oktober, november en december. Hout vasthouden of dat kan doorgaan natuurlijk.

Het artwork zou door veel verschillende artiesten gemaakt zijn. Hoe heb je dat gedaan gekregen?
Ja, maar dat was eigenlijk voor het limited edition artbook. Dat hield verband met de pre-sales. De eerste vijftig mensen die de cd kochten, kregen er een speciale versie bij, maar dat is eigenlijk al lang uitverkocht. Per song hebben we een andere kunstenaar aangesproken met de vraag of ze iets konden maken dat dit nummer weerspiegelt. We hebben hen achteraf ook niet gevraagd hoe ze de song geïnterpreteerd hadden. Het is enkel het werk dat spreekt. We vonden het tof om op die manier het visuele te linken aan het muzikale.

Fijn dat jullie al meteen van wal steken met een song van tien minuten ‘In-Balance’. Lekker gedurfd!
Ja, wel… we hebben daar wel discussies over gehad. De hamvraag is immers altijd: met wat begin je het album? Het maakt of kraakt de cd. Als dat al niet goed zit… maar we dachten dat het toch wel een sterk nummer is, met dat repetitieve en in de helft van het nummer die mantra-achtige sfeer… Proberen om de luisteraar in een bepaalde zone te brengen. Ik denk dat je er iedere keer kan naar luisteren en telkens nieuwe elementen ontdekken.

De cleane zang is veel meer verscheiden. In ‘Exemption’ doet het me aan The Beatles denken en in ‘Isle Of No-Man’ aan Pink Floyd…
We kunnen alleen maar blij zijn met zo’n referenties. In het laatste nummer wordt het ook repetitief en elementen die erbij komen.

Zijn er gastbijdragen op het album?
Neen, ditmaal niet. We hebben even overwogen om met een koor te werken, maar om praktische redenen hebben we dat toen niet gedaan. Ik denk ook achteraf dat het niet nodig was. Het staat nu al propvol met van alles. Heel veel zang, maar niet té veel. Ik denk dat dit een goede evolutie is voor ons, zonder dat we inboeten aan agressiviteit op bepaalde momenten.

Op de singles ‘Monologue’ en ‘The Veil’ komen toch al veel goede reacties, niet?
Al te gek! We zijn een beetje op Spotify gesprongen, nog niet zo lang. En nog voor we reclame begonnen te maken voor de nieuwe cd, zaten we op 35.000 luisteraars per maand, wat verre van slecht is. Maar we zijn nu in een maand tijd geboomd naar bijna 100.000 luisteraars per maand. Dat is immens. Dat is zot. Het slaat wel aan blijkbaar.

Kan je nog iets vertellen over het maken van de videoclip voor ‘Monologue’?
Ja, zeker en vast. We waren het er al vlug over eens dat dit de eerste single zou worden. Het is een beetje het buitenbeentje van het album langs de ene kant, maar aan de andere kant ook wel zo ene die je een oorwurm kunt noemen. Het is catchy, blijft snel hangen. We wilden er ook echt een deftige clip voor maken. Niet zo van rap/rap. Met alle respect voor alle bands, maar soms merk je wel dat het vlug samengeflanst is. De meerwaarde is er dan niet om er een clip voor te maken. We hebben samengewerkt met Jens De Vos van Pandaproductions. Dat is de gitarist van Off The Cross. We hebben vlug aangevoeld dat we op dezelfde golflengte zaten. Het mocht niet te gratuit zijn, niet te cliché, het moest een bepaalde sfeer opwekken die past bij het nummer. Hij heeft prachtig werk geleverd. In mijn ogen is dat echt een professionele clip. Je mag niet vergeten, onze nummers zijn lang, maar het verveelt niet vind ik. Er zit een opbouw in en de actrice heeft dat mooi gedaan.

Komt er voor de tweede single ‘The Veil’ ook nog een videoclip?
Neen, daar hebben we nu een lyric video voor gemaakt. Praktisch zaten we ook een beetje in tijdgebrek om een echte video te maken, maar we hebben nog wel plannen met een bepaald nummer om er iets mee te doen. Dat gaat weer een ander soort videoclip zijn, maar het is te vroeg om daar verder iets over te zeggen. Dat zijn we nog aan het uitwerken.

De opnamen gebeurden traditiegetrouw in de CCR studio, maar nu is ook Jens Bogren betrokken bij de mastering…
Het moment waarop het album klaar was, was in volle coronacrisis, dus sowieso geen tripje naar Zweden, maar ge kunt daar moeilijk gaan zeggen wat ie moet doen. Hij weet ook wat zijn werk is. Het grootste deel van de mix is door onze eigen geluidsman gebeurd. Nick Mettez. Als hij er niet was geweest, dan hadden we geen album. Hij heeft er enorm veel tijd in gestoken en heeft voldoende studio-ervaring. Jens Bogren heeft gezorgd voor die brede klank, de sound, maar de mix, ik kan je verzekeren dat dit geen sinecuur is om te doen bij zo’n veelgelaagd album. Begin er maar aan. Hij heeft dat echt op een manier gedaan dat je alles nog kan horen, alle geluidjes die erin zitten. Een enorme pluim voor Nick! Wat die gepresteerd heeft! Jens Bogren stond al lang op ons verlanglijstje om een keer met samen te werken. Dat is een naam die we al jaren kennen. Alle groten gaan ernaar toe, naar Fascination Street studio. We hebben besloten om die mastering uit te besteden en we zijn daar heel tevreden over.

Dan wens ik jullie veel succes met ‘Re-Incentive’, dat verdienen jullie!
Dank je wel. Weet je wat ik vooral chique vind? Wat mij persoonlijk deugd doet? Dat Thurisaz na 23 jaar nog altijd relevant is. Dat we nog altijd iets kunnen uitbrengen dat er toe doet. Daar ben ik eigenlijk wel trots op. Voor ons persoonlijk is dit geen moment dat we terugkijken. We moeten vooruit kijken en dan wordt het alleen maar beter. Als ik kijk naar de reacties die we nu krijgen, het aantal streams, dat is ongelofelijk.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over Thurisaz.