Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Roadburn 2022 – 013 Tilburg – vrijdag 22 april

“Er zijn maar weinig zekerheden in het leven, maar één ervan is dat als er een onaangekondigd optreden op Roadburn is, dan is Thou van de partij”
Na een vliegende start op donderdag moeten we de wekker zetten om op vrijdag niets te missen. Waar zijn de tijden gebleven dat je eerst nog rustig wat anders kon doen voor het festival begon? Een ding is in ieder geval zeker, er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Wat is een festival zonder clashes?
4 mei 2022 I Tekst: Jan-Simon Hoogschagen, Edwin Hoogschagen, Evil Dr. Smith (Bas) | Fotografie: Edwin Hoogschagen

Het programma voor vandaag is zo overvol, dat het zelfs met acht podia nodig is om al om 1 uur ’s middags te beginnen. Dat is toch iets te vroeg voor uw verslaggeversteam, dus het festival begint na wat heen en weer lopen en kletsen met het samenwerkingsverband Atonia. Aangekondigd als een collaboratie waarbij Jeruzalem, Londen en Luik samenkomen, is dit een gelegenheidsformatie met de leden van Wyatt E, die van Five The Hierophant en zangeres annex muziekhistorica Tomer Damsky alias MC Slice van Wackelkontakt. De band mixt industriële metal, psychedelische klanken en oosterse melodieën tot een eigenzinnig en ongebruikelijk mengsel. Voortgestuwd door een prettig gestoorde altsaxofoo n en de afwisselend zingende en rappende MC Slice, die schijnbaar moeiteloos overschakelt op traditioneel klinkende oosterse gezangen, is dit verrassend goed. Dat de teksten een mengeling van in het oud-hebreeuws vertaalde gedichten van Ovidius en katholieke liturgische kerkzang zijn, dat hebben we gelezen in de aankondiging, maar viel voor ons niet te controleren. Het blijkt een uitvloeisel van het academisch onderzoek waar Damsky mee bezig is, meldt ze na het optreden. Dat maakt verder weinig uit, Atonia is zo’n festivalverrassing zoals er altijd wel eentje is.

De meest ongeletterde en ongeschoolde tegenhanger van Atonia speelt tegelijkertijd in de Koepelhal en luistert naar de band Primitive Man. Als er iéts adequaat is aan deze band, dan is het wel de keuze van de bandnaam. Jaren geleden had ik ze al een keer geprobeerd op Roadburn – in 2015 zie ik in de archieven – maar ook nu verlaat ik na een kwartiertje gedesillusioneerd de zaal. Ik zie op het podium heel veel rood en rook en soms wat vage contouren van een obese gitarist die eendimensionale sludge produceert en dito grunts. Af en toe gooien ze voor de variatie er een versnelling in (en/of een ander podiumlicht dan rood), maar dat klinkt zo gruwelijk simplistisch en eentonig dat ik bijna denk aan een parodieband. De band geniet een behoorlijke populariteit en krijgt na elke putluchteruptie veel applaus, maar hoe langer het duurt, hoe urgenter de vraag bij mij rijst: “Waarom?” Ach, je kan geen parels onderscheiden zonder bagger, dus ik zoek wel weer even verder naar een parel.

James Kent

James Kent alias Perturbator zou het gedoemde Roadburn 2020 cureren en had ook de opdracht gekregen om samen met Cult of Luna voorman Johannes Persson een stuk te creëren. De wereld had andere plannen, maar met de nodige vertraging is het uiteindelijk toch zo ver: het project ‘Final Light’ heeft nog wat extra kunnen gisten en is nu rijp voor vertoning op het hoofdpodium. Het is een wat eigenaardige opstelling: een toetsenist (Kent), een gitarist annex zanger (Persson) en twee op een hoog platform geplaatste drummers. Wat precies de bedoeling van de twee drummers was, geen idee. Het grootste deel van de tijd spelen ze zo ongeveer hetzelfde, dus misschien was er een drumstel over? De dungeon-synths van Perturbator en de sludge annex post metal gitaar en zang van Persson, het is een gekke combinatie, maar als je er niet te lang over nadenkt en gewoon luistert, dan valt het resultaat alles mee. Hoe Persson ook brulde en de gitaar ranselde, in het totaalgeluid overheerst het synthesizertapijt van Perturbator. ‘Final Light’ is bedoeld als de soundtrack van een (nog) niet gemaakte film, breed uitwaaierend en beeldend. De grootste uitdaging van dit project, het samenbrengen van de verschillende geluiden en achtergronden, blijkt uiteindelijk ook het grootste manco. Kent en Persson blijven te veel twee muzikanten die samen op het podium ieder hun eigen ding doen.  

Terug in de Koepelhal is het dan de beurt aan het Britse Svalbard. Ze spelen een energieke combinatie van black metal met post-hardcore dat, op het eerste gehoor, best aanstekelijk werkt. Ook omdat de band lekker enthousiast bezig…lijkt te zijn. Ik ontwaar namelijk met enige moeite, de band speelt vooral met veel rook en donkerblauw licht waardoor je vooral schimmen op het podium ziet, dat de vocalen worden verzorgd door een roodharige gitariste, maar het had net zo goed door een man verzorgd kunnen zijn. Na verloop van tijd merk ik toch dat het repertoire mij wat te generiek overkomt. Niet slecht, maar ook niet goed genoeg om er langer dan twintig minuten bij stil te staan. Zeker als je toch geen fuck ziet wat ze op het podium uitspoken.

Iets waar je bij het Nederlandse gezelschap Freja minder last van hebt. Freja is een nieuw project, ontstaan toen Carmen van Witte Wieven en Wessel van o.a. Laster elkaar tegenkwamen bij de voorlaatste Roadburneditie in 2019 voor het Nederlandse blackmetalproject ‘Maalstroom’. De vonk sprong over, op alle mogelijke manieren, en zo staan dame en heer, aangevuld met drie bandleden, in de Hall Of Fame voor hun podiumdebuut in deze nieuwe constellatie. De vooruitgesnelde single ‘Our Chosen Path’ was veelbelovend, maar… helaas worden wat mij betreft die beloftes in ieder geval live niet helemaal waargemaakt. De snelle, melodieuze blackmetal wordt goed en strak gebracht, maar ik krijg het gevoel de hele tijd naar hetzelfde nummer te luisteren. Er is te weinig variatie en dat terwijl er liefst drie gitaristen op het podium staan. Op een gegeven moment begin ik me te vervelen en dan lijkt het me tijd om een tikje teleurgesteld het pand te verlaten. Freja mag dan ook de Noordse godin van de liefde en wellust zijn, ik word er nog niet opgewonden van. ’s Nachts luister ik in de auto nog naar hun nieuwe album ‘Tides’, en daar hoor ik wel die sfeervariaties en subtiele arrangementen, waardoor de muziek veel krachtiger overkomt en de liefde toch nog een beetje ontluikt. Helaas als mosterd na de maaltijd.

Zelfs op een festival als Roadburn heb je van die momenten. Momenten dat je denkt, wat bezielde de programmeurs toen ze deze band boekten? Zetra lijkt een schoolvoorbeeld van dit soort niet door gewone stervelingen te begrijpen keuzes. Uitgedost als een soort Black Metal Grannies from Hell, is Zetra een duo uit Noord-Londen dat, slechts gewapend met een gitaar en keyboards, probeert ons Godflesh te laten vergeten. Vergeefse moeite, concluderen we na vijf minuten. De terloopse mededeling dat dit optreden voor de dames de eerste show buiten Groot-Brittannië is, krijgt al snel een andere betekenis. We snappen helemaal waarom Europa nog niet kennis heeft gemaakt met Zetra. Met Godflesh nog in gedachten geven we Zetra over aan de Streetcleaner. 

Het was zo ongeveer het slechtst bewaarde geheim van Roadburn 2022: de tweede show van Messa. Per ongeluk verklapt door de band zelf, ging het alleen nog over het waar en wanneer. Dat bleek dus aan het einde van de middag in het legendarische Ladybird Skatepark. Gewapend met de lessen van de eindeloze rij voor Thou, waren we letterlijk als eersten in het geïmproviseerde zaaltje en konden we een plekje voor het minipodium bemachtigen, met de knieën zo ongeveer tegen de microfoonstandaards. Eigenlijk deed Messa hetzelfde als op het grote 013 podium: gewoon retegoed spelen, alleen met een andere set met vooral oudere nummers. Voor gastmuzikanten was gewoon geen ruimte, dus we moesten het doen met een minuutje hardcorepunk waarvoor nog wel een gastzanger was opgetrommeld. Messa, het is charmante en tegelijkertijd virtuoze doomrock. Wat wel opviel is dat de band stappen heeft gemaakt. De nummers van het nieuwe album ‘Close’ zijn van een ander kaliber dan het oude werk. 

Een van de bands die heel hoog op mijn must see-lijstje stond is Wiegedood. Niet omdat ik ze nog niet eerder gezien had, zo speelde de band bijvoorbeeld al eerder op Roadburn, maar vooral omdat ze hun laatste album ‘There’s Always Blood At The End Of The Road’ integraal gaan spelen en ik dat een beresterke plaat vind. Daarbij ben ik benieuwd of ze het openingsnummer ‘FN SCAR 16’ überhaupt live kunnen spelen. Dat is namelijk zo’n allemachtige brok intens, niets ontziend ziedend geweld (check die fenomenale videoclip op YouTube, maar zet je dan vooral ook schrap!) dat ik me afvraag of dat live wel overgebracht kan worden. En dat lukt ze! Alhoewel er een kleine kanttekening bij gezet moet worden. De driemansband geeft een nieuwe definitie aan ‘powertrio’ en blaast alle Creams, Rushes, Polices, Nirvanas en Motörheads volledig tot gort, maar het lijkt alsof we de karaokeversie van het album luisteren. Muzikaal is er niks op aan te merken en staat de band als de Mount Everest, maar zanger Levy zie ik zingen, maar ik hoor hem niet tot nauwelijks. Zijn vocalen verzuipen volledig in het muzikale geweld. Eeuwig zonde. Desondanks toch een sterk optreden, maar het had nog veel indrukwekkender kunnen zijn.

Na Wiegedood loop ik de ‘Next Stage’ binnen, de kleine zaal van 013, waar op dat moment Blak Saagan bezig is met de integrale vertolking van ‘Se Ci Fosse La Luce Sarebbe Bellissimo’. Blak Saagan zagen we gisteren als freelance toetsenist bij Messa en krijgt nu de ruimte om zijn eigen muziek ten gehore te brengen. En die muziek is in eerste instantie wat lastig te plaatsen. Hij staat zelf met zijn grijze(nde) krullenbol en jaren 80-bril achter de nodige stellages electronica en synthesizers, en krijgt hulp van twee dames. De zwartharige dame is ook alleen maar bezig met knopjes en stekkertjes en de andere, een blonde, wisselt haar basgitaar soms af met wat repetitief, minimalistisch slagwerk op een enkele trommel. De muziek is heel atmosferisch, krauty, dromerig, trancy. Denk aan Tangerine Dream, Cluster en andere illustere Duitse elektronicagiganten en je komt aardig in de buurt. Na het brute geweld van Wiegedood een zeer aangename cooling down.

GGGOLDDD… Vooraf al aangemerkt als een van de hoogtepunten van dit festival, zeker na de indrukwekkende livestream van het project ‘This Shame Should Not Be Mine’, wat tijdens Roadburn Redux 2021 (toen de band nog gewoon GOLD heette) uitgroeide tot de meest gestreamde video. De voorgeschiedenis van het project is bijzonder, want wat nu als de grootste kracht van ‘This Shame’ wordt gezien, het traumatische autobiografische element van zangeres Milena Eva, vond pas halverwege de productie zijn weg in het geheel. Het is dus moeilijk om het een los te zien van het ander, muziek en onderliggende boodschap zijn zo nauw met elkaar verweven. De show op het hoofdpodium is de eerste keer dat het intussen ook op plaat uitgebrachte project voor publiek gespeeld gaat worden en er wordt flink uitgepakt. Naast de band is een kwintet strijkers op het podium neergestreken om de dramatische muziek nog meer kracht bij te zetten. Niet dat dit per se nodig is, het is een indrukwekkend spektakel. Zelf ben ik een van de weinigen die niet zo gegrepen werden door GGGOLDDD. Ik krijg de indruk dat het verhaal, het concept, uiteindelijk belangrijker was geworden dan de muziek. Dat snap ik, maar voor de muziek was het jammer. Dat was sowieso een bijzondere mix van jaren tachtig new wave – toen doem nog iets heel anders was – inclusief elektronisch drumpad en vlagen gothic black metal. Milena Eva is als zangeres niet te vergelijken met de zangeres van Messa en om de een of andere reden leidt het emotionele onderwerp niet tot een uitgesproken emotionele voordracht. Misschien ben ik niet de aangewezen persoon om te beschrijven wat hier zo bijzonder aan was. Daarom over naar Edwin en Evil Dr. Smith.

Voor veel luisteraars tijdens Redux was GGGOLDDD het verrassende hoogtepunt van het festival. Ik vind niet dat de muziek te lijden heeft gehad onder het verhaal. Beiden versterken elkaar eerder. De soms kille elektro vormde eerder een beklemmend lijstwerk voor het verhaal dat zangeres Milena wilde vertellen. Ook zonder dat verhaal te kennen, een stuk muziek waarbij de nekharen vaak overeind gingen. Nog tijdens de eerste nummers voelde ik het al; dit is bijzonder, hier gebeurt iets speciaals. Wat een intens brok muziek! Nu het tijd was om ‘This shame…’ live te zien, zoals het de bedoeling was, moet ik bekennen dat ik vooraf een tikkeltje gespannen was. Zou het weer net zo’n effect hebben als tijdens Redux? Door de toevoeging van vijf violistes, wat oorspronkelijk de bedoeling was, is veel van de ijskoude elektro klank weg, ergens wel jammer. Maar toch… voor mij was het optreden 10/10. Een stuk Nederlandse metalhistorie, waar de band trots op mag zijn. Voor mij was dit optreden het beste wat een Nederlandse metalband tot nu toe in deze eeuw heeft laten zien en horen.

Je kon een speld horen vallen. Er was zelfs geen geroezemoes. Volledige stilte. De muziek en vooral de kristalheldere, haarscherpe zang van Milena kwamen zo krachtig over dat de hele zaal gekluisterd is, alsof we met drieduizend man tegelijk keken naar de maanlanding in 1969: bijna vol ongeloof over zoveel muzikale impact. En dat terwijl ik tijdens het optreden nog geen idee had van de autobiografische teksten en de impact die dit had én heeft op Milena (na het optreden was ze volledig uitgeput en is direct met de taxi naar huis gegaan). Ik kende de band zelfs maar half en had alleen hun debuut wel eens geluisterd toen ze nog ‘gewoon’ Gold heette. Dus zelfs zonder voorkennis komt de muziek zo knalhard binnen dat je met mond open van bewondering het optreden gadeslaat. De kippenvel voorbij. Pas bij het laatste nummer, het opzwepende ‘Beat By Beat’, kan ik eindelijk naar adem happen en moet ik zelfs janken om zoveel pracht. Zonder dat ik het wist, bleek dat nummer juist de positieve noot te geven in een verder zwart verhaal over een prille, jeugdige verliefdheid dat ruw uiteen wordt gerukt door een verkrachting. Verbluffend, magisch en uniek. De volgende dag lees ik het verhaal erachter voor aan een vriendin, dat door 3voor12 in een interview krachtig en prachtig is vastgelegd, en we houden het niet droog. Je had erbij moeten zijn om die magie te voelen, want eerlijk is eerlijk: als ik het optreden nu terugzie op YouTube, ervaar ik dat legendarische gevoel niet meer. Maar dat zal ik ook niet meer voelen bij het terugzien van Iron Maiden in 1988, Tool in Paradiso 1997, of Comus en Shining op Roadburn 2010. In dat rijtje schaar ik dit optreden van GGGOLDDD.

Tussen de bedrijven door is er nog tijd om een stukje Cloud Rat mee te pikken. Dit is grindcore zoals die tegenwoordig bijna niet meer gemaakt wordt. In dit geval is het een compliment want de hyperenergieke show is een groot succes – iets wat te zien is aan de stofwolken die uit de zich snel vormende mosh pit oprijzen. Zangeres Madison Marshall stuitert over het podium als een ADHD-er die net een liter Red Bull in een keer heeft opgedronken en klinkt als een hondenkennel tijdens voedertijd. Precies zoals het hoort bij dit soort muziek. Na ongeveer 10 minuten en zo ongeveer evenveel nummers, is het tijd om verder te gaan en – voor de zoveelste keer intussen – iets compleet anders te horen. 

Vooraf waren de verwachtingen rond Alcest bij geen van ons drieën hooggespannen. Toen ‘Ecailles de Lune’, het album dat nu integraal gespeeld gaat worden, uitkwam was het allemaal heel vernieuwend. Nu is blackgaze zo gewoon dat het eigenlijk niet meer leuk is. Dus waarom terug naar dat beginpunt? Als we uiteindelijk toch even ons in de grote zaal wagen blijken Neige en zijn vrienden van Alcest wel degelijk te kunnen boeien. De beide gitaristen klinken afwisselend als de gebruikelijke black metal cirkelzagen en als lieflijke kampvuur tokkelaars. Het spel met dynamiek wordt met succes gespeeld en de bij iedereen (al is het maar in het achterhoofd) bekende lange songs klinken overtuigend. Niet iedereen is om, zoals uit de speciale, bijna van berichten ontploffende ALoM at Roadburn whatsappgroep blijkt:

Bas: Ik kwam niet echt in de Alcest mood. Jullie?

Ben nu alvast naar Gott.

Jan-Simon: Het is niet mijn bedoeling het steeds oneens te zijn, maar het overtreft mijn verwachtingen. Oke, die waren niet zo hoog, maar toch

Bas: 😁👍🏻Mooi man, die tegengestelde ervaringen. Lekker consequent ook.

(Het viel me ook niet tegen, maar… ik was denk ik meer in the mood voor meer Cloud Rat. Ff beuken)

Jan-Simon: Het is wel even compleet iets anders dus dat snap ik. Cloud Rat was trouwens ook leuk

Bas: Iets compleet anders is Gott ook. Is dit wel Gott?

Op dit moment ontdekken we – met enige vertraging – dat het optreden van Gott door een niet nader te noemen ziekte niet door kon gaan en Bas naar singer-songwriter Alice Hubble staat te kijken…

En Alice Hubble blijkt de grenzen van Roadburn met haar electronische, ‘slowdance’ synthpop nog verder op te rekken. Te ver deze keer. Niks mis met synthpop, maar haar lijzige zangstijl in een timewarp naar de 80s zijn mij net even te cheesy en vooral ook te saai. De podiumpresentatie was ook nogal typisch: twee stellages met synthesizers en moogs, de helft door haar bediend, de andere door een oudere man met een grote hoed. Tussen deze twee stellages danst Alice dan af en toe, maar dat doet ze zo twijfelachtig en verlegen alsof ze zich het liefst achter haar synths verstopt. Tsja, als je je album ‘Hexentanzplatz’ noemt, mag je dan toch wel iets overtuigender zelf dansen.

Ik besluit mijn heil ergens anders te zoeken en beland in de Hall Of Fame bij de drie nog erg jong ogende gasten van Supersonic Blues. Ik was vooraf even in de veronderstelling dat dit de Californische bluesband was met de bekende drummer Kenny Aronoff , maar nee: dat is Supersonic Blues Machine. Hoe verwarrend ook, door de suffe clichénaam was ik ze eigenlijk niet van plan te bekijken, maar ik beland deze editie wel eens vaker op plekken die ik niet van tevoren had uitgekozen. En laat deze plek nu helemaal mijn plek zijn! Een plek die al meer dan vijftig jaar geleden is gecreëerd door bands als Cream, Taste, Savoy Brown, Groundhogs, The James Gang en Steamhammer. Of als die bands je niets zeggen: Jimi Hendrix. Good ole acid-dripping, hard hitting, fuzzy powerhouse bluesbased hardrock. De jongemannen komen gewoon van om de hoek, uit Den Haag, maar ze hebben de Nederlandse rockencyclopdie goed doorgespit, want halverwege de set eren ze de nederpophelden After Tea met een verdienstelijke cover van ’You’ve Got To Move Me’ (een band die destijds een voortzetting was van Tee-Set met die hippieklassieker ‘She Likes Weeds’, maar After Tea is wel drie tandjes heavier). De zanger-gitarist gaat op in zijn spel als ware hij een combinatiereïncarnatie van een jonge Roky Gallagher en Rory Erickson. Zijn zang is misschien niet het sterkste onderdeel van hun sound, maar in deze stijl zijn de vocalen sowieso een zwak excuus om vooral lang, uitgebreid en stevig te fuzzen, riffen en heavybluezzzzen zodat je eindeloos kan headbangen om in een trance te raken. Coole shit en het bevalt mij stukken beter dan hun beroemde bijna-naamgenoten. Ze hebben net hun eerste album uit, het wel erg toepasselijk getitelde ‘It’s Heavy’, en daar logischerwijs het nodige van gespeeld en ze sluiten af met ‘Curses On My Soul’ dat op hun eerste single uit 2017 stond. Voor eenieder die DeWolff tegenwoordig te modern, mainstream en te weinig power vindt, try this!

Er zijn maar weinig zekerheden in het leven, maar één ervan is dat als er een onaangekondigd optreden op Roadburn is, dan is Thou van de partij. Als het niet alleen is, dan wel in een of andere samenwerking, want dat is intussen de specialiteit van deze band. In de Coronaperiode was er tijd om een album op te nemen met Mizmor en laat die nu ook op Roadburn zijn. Het is dus bijna logisch dat een van de vraagtekens in de programmering wordt ingevuld met een collab van Mizmor en Thou. In de praktijk betekent dit niet dat het dringen wordt op het hoofdpodium, want Mizmor is in dit geval zanger/gitarist/Mizmor-mastermind A.L.N. en de setlist bestaat niet geheel toevallig uit songs van het nieuwe album. A.L.N. haalt helaas de flow een beetje uit de show door na elk nummer uitgebreid zijn gitaar te stemmen. Het is ongetwijfeld nodig. Het is verder vooral een heel serieuze bedoening waarbij A.L.N. en Bryan Funck een wedstrijdje vocaal verplassen doen. Wie kan het hardst en het afschrikwekkendst brullen en krijsen, met bij Mizmor de bekende wat fatalistische funeral doom ondertoon terwijl bij Thou’s sludge cynisme en boosheid lijkt te overheersen. Het totaal is duidelijk meer dan de som der delen. De wedstrijd eindigt onbeslist en is ruim voor de blessuretijd al afgelopen. Blijkbaar was de batterij even leeg of waren niet alle songs ingestudeerd, want die samenwerkingselpee duurt toch echt bijna 75 minuten. De heren verdwijnen weer van het podium, ongetwijfeld zien we ze nog meerdere keren terug dit festival.

Doordat Thou en Mizmor minder tijd nodig hebben dan was begroot valt er ook een gat in onze planning. Wat nu? Gelukkig blijkt in de kleine zaal, slechts een paar deuren verderop, nog een band te spelen. Het blijkt Motor!k te zijn, nog zo’n band die twee jaar geleden al op de affiche stond en nu alsnog op Roadburn mag staan. Ik had nog nooit van de band gehoord, maar ze maken – zoals de goede verstaander al had opgemaakt uit de naam – krautrock van de puurste soort. En dat is hoogst ritmisch en repetitief. Een drumcomputer zorgt voor de basis: een dwingend en slechts als er aan wat knopjes wordt gedraaid veranderend eindeloos herhaald pulserend ritme, de Autobahn-motorik in optima forma. Twee gitaristen zijn aan weerszijden van het altaar, eh… de ritmebox, opgesteld en mogen om de beurt op de knopjes drukken. Intussen vullen ze het dwingende geluid aan met schaarse gitaarakkoorden en solo’s. Op de achtergrond zit een menselijke metronoom om de gaten in het ingeprogrammeerde ritme op te vullen met afgepaste drumroffels. Het resultaat is swingend en herinnert zonder meer aan de hoogtijdagen van bands als Neu! en Can. Fahr’n fahr’n fahr’n auf der Autobahn dus, of liever gezegd, we goan d’n autostrade op, want Motor!k blijkt uit een drietal Vlamingen te bestaan. De dwingende ritmebox, die weinig ruimte laat voor improvisatie, blijkt uiteindelijk de zwakste schakel. Want al zien we slechts de laatste twintig minuten, die zijn dusdanig hetzelfde dat een heel optreden misschien iets te veel van het goede zou zijn. Als alle programma’s zijn gedraaid is het optreden afgelopen en is het wachten op TAU & The Drones of Praise, want de dagafsluiters op het Next Stage hebben tijdens het Redux online festival 2021 indruk gemaakt met hun speciaal voor Redux gemaakte ‘Dreams Awake’ show.

Sean Mulrooneys TAU and The Drones of Praise is het bewijs dat Roadburn zoveel meer is dan doem, hel en verdoemenis. Tau tapt uit een heel ander vaatje, graaft zich een weg naar voorhistorische tijden waarin de moedergodin heerste en laat zich inspireren door eeuwenoude tradities zoals die in Ierland tot op de dag van vandaag levend zijn gehouden. Een viering van het leven, de natuur en de oude goden – dat was het uitgangspunt voor de psychedelische, sjamanistische en vooral vrolijke trip waarmee dag twee van Roadburn met een positieve noot werd afgesloten. Ondersteund door een band met niet één, niet twee maar drie en soms zelfs vier achtergrondzangers en diverse traditionele instrumenten, waaronder de niet te missen tin whistle, wint Mulrooney moeiteloos de harten van hen die het tot diep in de nacht hadden volgehouden. Het is niet als The Pogues of Dropkick Murphys, maar qua energie, spelvreugde en positiviteit zonder meer van hetzelfde kaliber. Gelouterd en in de wetenschap dat we allemaal welkom zijn in het prachtige Ierland en dat het met de nodige aanmoediging mogelijk is om een paar woorden Gaelic te leren (het was zonder meer een ervaring om een zaal vol niet-Ieren enigszins schuchter Éist Le Ceol An Chré te horen meezingen), verlaten de volhouders later dan gepland 013. Wie na het bijwonen van het optreden van Tau nog beweert dat Roadburn over metal gaat, die heeft het niet begrepen.

Intussen doen zo ongeveer alle ledematen pijn. Meer dan 12 uur op een festival zijn, dat is het lichaam niet meer gewend. Tijd om richting bed te strompelen, we zijn op de helft! 

Social media