Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Oak – Disintegrate
Season Of Mist
Release datum: 10 februari 2023
“Zo blijken de grootse ambities van de twee Portugezen van Oak niet te leiden tot een meesterwerk en blijkt bovendien – en niet voor het eerst – dat het maken van héél lange nummers moeilijker is dan het lijkt”
7.3/10
Jan Simon Hoogschagen I 22 februari 2023

Lange songs zijn er al zolang de langspeelplaat bestaat. In de jaren zestig en zeventig waren het vooral prog en symfonische rockbands die graag songs opnamen die een hele plaatkant in beslag namen, maar zoals het gaat met modes raakte het publiek na een tijdje uitgekeken op het ellenlange geneuzel van bands als Yes, Jethro Tull, Genesis en al die andere dinosaurussen. Met dank aan de compact disc is het stokje van de progressieve rockers overgenomen door de metal, met als legendarisch hoogtepunt het meer dan een uur durende ‘Dopesmoker’(a.k.a. ‘Jerusalem’) van Sleep. Niet ieders kopje thee, maar als het om extreem lange metaltracks gaat is dit nog steeds hét ijkpunt. Goed, Dopesmoker is intussen al meer dan 25 jaar oud, waarom dit nu nog eens oprakelen? De reden hiervoor heet Oak. Oak is een Portugees doomdeath duo dat er voor kiest om het tweede album een ruim 44 minuten durende monoliet van een track te laten zijn.

‘Disintegrate’ is een wonderlijk geval en ik vraag me eerlijk gezegd af of Season Of Mist zo vriendelijk was geweest dit uit te brengen als de makers twee willekeurige Portugezen waren geweest. Dat is – zoals je waarschijnlijk nu al door hebt – nadrukkelijk niet het geval. Oak bestaat uit Guilherme Henriques op gitaar en (voornamelijk) gruntzang en Pedro Soares achter het drumstel. Voor de opnames van ‘Disintegrate’ werden ze op bas bijgestaan door Lucas Ferrand en dan hebben we op die manier een groot deel van de line up van de gemaskerde black metal sensatie Gaerea te pakken. Oak is voor Henriques en Soares een mogelijkheid om muzikale ideeën die binnen Gaerea niet uitvoerbaar waren toch uit te werken. Geboren uit jams in de verloren uurtjes tijdens het maken van ‘Unsettling Whispers’ is de muziek van Oak een mengsel van trage post rock en old school doomdeath zoals die tijdens de hoogtijdagen van dat genre door de grootmeesters Anathema, My Dying Bride en Paradise Lost vanuit Yorkshire op de wereld werd losgelaten. Traag, met langgerekte riffs vol distortion en diepe grunts die bulderen als een dreigend onweer. Primitieve blastbeats en agressieve secties zitten ingeklemd tussen introspectief getokkel en hoewel daar op zich niets mis mee is, is het hier waar het concept wat begint te schuren. Een lang nummer is meer dan een opeenvolging van riffs en ideeën die in jams geboren worden. Er moet iets zijn wat het geheel samenbindt, een overkoepelend thema, want anders had je er net zo goed tien losse nummers van kunnen maken.

Naar mate ‘Disintegrate’ vordert en van links naar rechts door het metal universum slingert wordt duidelijk dat het beter is om deze mammoetsong te vergelijken met ‘Crimson’ van Edge of Sanity. Hoewel er overeenkomsten zijn, zijn er ook verschillen. ‘Crimson’ is weliswaar ook een verhaal dat komt in golven, met af en toe rustige momenten, maar het komt meer als een geheel over. Dat is iets wat bij ‘Disintegrate’ enigszins mist. Zo is er een lang, bijna ambient tussenstuk rond de 22 minuten, waarin zo’n vijf minuten lang bijna niets gebeurt. Het kabbelt wat voort totdat ineens Henriques weer volle bak gaat grunten en alles op 11 gaat. Die overgang komt uit het niets en zorgt eerder voor een breuk dan dat het lijkt alsof aan een nieuw deel van hetzelfde verhaal wordt begonnen. Het verhaal van ‘Disintegrate’ is overigens dat van een doelloos rondzwervende reus die het gewicht van de wereld op zijn rug draagt en uiteindelijk van zijn lijden wordt verlost. Een vaak gebruikte metafoor voor de condition humaine en wat veel mensen – bewust of onbewust – zichzelf aandoen. Langzaam voortdreunende doomdeath is natuurlijk bijzonder passende muziek om zulke beelden te ondersteunen en er zijn momenten dat dit goed lukt. Jammer genoeg zitten die momenten zo goed als helemaal aan het einde van de song, wanneer het gesyncopeerde drumwerk de slepende voetstappen van de ongelukkige reus verbeelden. Hiervan had ik graag meer gehoord in plaats van het eentonige en simplistische gehak dat overheerst en helaas ook nog eens vrij dun klinkt.

Zo blijken de grootse ambities van de twee Portugezen van Oak niet te leiden tot een meesterwerk en blijkt bovendien – en niet voor het eerst – dat het maken van héél lange nummers moeilijker is dan het lijkt.