Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

The Gathering

 

Hans Rutten: “Misschien is dat dan wel de tweedeling; bands die voor muziek gaan en bands die voor geld verdienen gaan. Het verbaast en intrigeert me.”

Dertig jaar alweer, ongelofelijk wat gaat het snel. Het is nog maar vijf jaar geleden dat de band op grootse wijze het 25-jarig jubileum vierden, en ook de oertijd van The Gathering kan ik me nog uitstekend heugen. De band maakte veel mee, veranderde regelmatig qua geluid, maar bleef altijd hun eigen koers varen. Om het verse jubileum luister bij te zetten volgt er binnenkort een nieuwe tour en er is meer nieuws. Hans Rutten gaat het je allemaal haarfijn uitleggen.
Door: Winston Arntz Ι 17 september 2019

Zo Hans, dertig jaar The Gathering. Had je dat gedacht toen jullie begonnen in 1989?
Tsja, had jij dat gedacht? Toen je ons voor de eerste keer zag?

Ehm… tja… ik geloof niet dat ik daaraan dacht toen eigenlijk.
Precies, wij ook niet. Nee we waren daar niet mee bezig. Het was wel altijd een droom van mij om in een band te zitten met een oeuvre. Net als een band als Rush. Die hadden van die periodes van een paar albums…

Die werden dan met een live album afgesloten en dan kwam er weer iets nieuws..
Ja! Dan wilde de gitarist weer wat meer invloed, dan wilde de bassist weer wat anders doen, dan werd het weer wat meer rock, en dat wilde ik ook. Misschien niet op die grote schaal maar wel op die manier.

Hoe hebben jullie dat genre eigenlijk bedacht? Death metal werd het aanvankelijk genoemd toch?
Doom/Death metal ja. A lá Celtic Frost en zo, met die langzame slepende tempo’s. Het kwam eigenlijk door Nocturnus en door het ‘Gothic’ album van Paradise Lost. Nocturnus had echte keyboards in de hele sound. Zij deden dat op een andere manier dan wij voor ogen hadden. Wij wilden dat de toetsenist meer zou doen dan dat. Toen vroegen we Frank en dat was zó gaaf toen we gingen repeteren.

Was Frank al bekend met die soort muziek toen?
Nee, helemaal niet. Hij zat meer in bands als de The Pixies, Jean Michel Jarre, Vangelis en dat soort dingen. Maar hij vond het ook wel gaaf met ons. Later ging hij metal ook waarderen, bands zoals Cathedral, Paradise Lost, bands die het randje van het metal spectrum opzochten. Hij speelde mee met wat wij hadden en dat viel goed samen.

Hij vulde aan wat jullie hadden geschreven dus…
Ja, en dat was een schitterende en misschien wel de mooiste tijd. Die beginperiode tot aan ‘Always’ was zo’n twee en een half jaar, van 1989 tot 1991. In Oss waren allerlei bands toen; Deafen, Armageddon, Endangered Species en meer. In Oss was verder niks te doen dus ging je in een band spelen.

En dan met zijn allen in een oefenhok…
Wij zaten in een boerderij bij een boer. Aparte man, die kwam ons dan een pannetje geschilferde melk brengen, of vla, soms over de datum. Maar het was een mooie oefenruimte waar we repeteerden. Elke zondag, soms met een flinke kater ’s ochtends maar ja, we wilden in een bandje spelen. En dan ‘For Whom The Bell Tolls’ van Metallica en zo eruit rammen. Dat was vrij simpel en het was leuk om dat uit te zoeken. Ook een Black Sabbath nummer lukte nog allemaal wel, maar bij Iron Maiden en Rush werd het al wat moeilijker. Voor de zang, maar ook muzikaal stond en staan deze bands op een hoog niveau, daar kwamen we toen wel achter.

En dan wordt het ineens serieuzer, je ging platen maken. Ik weet nog dat iemand van de band in de tijd van de ‘Nighttime Birds’ tour zei dat het bandje zijn eigenlijk min of meer stopte op het moment dat je platen gaat uitbrengen, je wordt ineens een bedrijfje.
Klopt, zodra je ergens tekent wordt alles anders. De platenmaatschappij betaalt een studio, brengt drie platen uit en er ontstaat dan toch wel een druk op de band ja, vooral in de Century Media tijd. Er moest toen snel een opvolger voor ‘Mandylion’ komen. We vonden ‘Nighttime Birds’ wel geslaagd maar we hadden toen al andere ideeën. ‘Nighttime Birds’ was in feite de logische opvolger van ‘Mandylion’. Na anderhalf jaar kwam toen ‘How To Measure A Planet’ alweer, in het najaar van 1998. Best snel eigenlijk. En dan moeten er heel veel dingen. Het label kon er niet echt iets mee. “Waar waren de gitaren, wordt dat nog toegevoegd?” en dat soort reacties kregen we toen, maar wij zaten muzikaal al in een volgende fase. Het was een mooie periode, al was het wat harder en zakelijker. Het bleef echter nog wel een jongensboek.

Had dat dan ook gevolgen voor jullie creativiteit toen?
Nee, we zijn altijd doorgegaan. Het zakelijke aspect stond los van de muziek van de band. Vanaf ‘Always’ waren er al zakelijk perikelen met het label. Maar ja, we waren echt jong en wat wisten we nou helemaal? Je tekent een contract en denkt dat het zo’n vaart niet zou lopen, maar dat gebeurde dus wel en dan ineens zit je toch vast aan zo’n contract.

Was er dan ook concrete interesse van andere labels?
Jazeker, ten tijde van ‘Mandylion’ wilde iedereen ons hebben. We waren de kip met de gouden eieren en we hebben ook met labels gepraat toen, maar we zaten vast aan wat we getekend hadden.

Ik zag trouwens dat er flink wat heruitgaven van oudere albums op vinyl worden geperst. Vinyl is weer helemaal terug.
Ja, dat doen we gewoon ook zelf en verkopen die via de webshop. Ze gaan overal heen, de hele wereld over. We hebben het bij Century Media voor elkaar gekregen dat we dat kunnen doen, we besteden veel aandacht aan het artwork en zo. We zijn maar een klein labeltje en kunnen niet alles zelf persen maar daar hebben we hulp bij gelukkig. Peaceville helpt ons met de heruitgaves. We hebben een enorme back-catalogue en er is veel vraag naar. Het is erg mooi om nog bezig te zijn met deze oude platen, en om te zien hoe het nog leeft onder fans.

Er zijn natuurlijk nu ook andere generaties die jullie muziek ontdekken, terwijl ik nog weet dat ik naar huis fietste met een LP in een plastic tasje.
…ja, en dan zorgen dat die niet omklapte…

Precies, daar had ik na verloop van tijd wel handigheid in, als je de tas op een bepaalde manier vasthield ging dat goed, zelfs in de flinke wind van de Waalbrug hier…
Ik moest helemaal naar Den Bosch voor mijn platen. Oss had twee platenzaken maar die hielden er mee op en dus moest ik naar Den Bosch, ik zie me nog fietsen met de ‘Abigail’ LP van King Diamond.

Ik ging elke zaterdag met een vriend naar Nijmegen op expeditie, om te zien wat er nu weer nieuw was. Nijmegen had op een gegeven moment wel zes of zeven platenwinkels. Groot was de teleurstelling echter wanneer er eens een keer niks nieuws was. En nu worden er maandelijks ongeveer 200 albums besproken op Arrow Lords Of Metal…
Niet normaal hè, en dan zak je als band een beetje weg. Vind de krenten maar eens in die pap. En Spotify is wel leuk maar als je ziet hoe wij worden getagd, daar word je soms niet vrolijk van. Sins Of Thy Beloved is een leuke band maar die match? We zien ook veel gothic metal tags, vind ik ook merkwaardig.

Ook bij jullie recente werk?
Ja. We hebben ook wel veel cross-over gemaakt en daar komen die tags ook vandaan natuurlijk. Nu zitten we weer wat meer in de prog hoek. Had ik nooit gedacht, maar schijnbaar dus ook raakvlakken mee. We zijn natuurlijk geen technische progband. Wij zitten dan meer aan de Pink Floyd, meer atmosferische kant. Net als een Anathema bijvoorbeeld. Maar het is wel een mooie ontwikkeling, je krijgt toch weer andere mensen die naar je muziek luisteren. Vooral als je kijkt naar de kwaliteit van die bands.

En dat nieuwe publiek gaat ook de oudere platen luisteren en komen dan ook zoiets tegen als ‘Almost A Dance’, en dan?
Dat klopt, en ik zeg dan altijd dat het óók een periode is geweest. Zonder die plaat was ‘Mandylion’ er niet geweest. Het is even een ‘keihard op onze bek gaan’ episode geweest maar dat was wel nodig. Het was een goed album, wat vrolijker, maar we hebben een overhaaste beslissing gemaakt door met Niels (zanger op ‘Almost A Dance’) in zee te gaan. Dat hadden we achteraf gezien niet moeten doen maar zelfs Tom Holkenborg (nu beter bekend als Junkie XL) als producer heeft ons er niet van weerhouden. Die zat dan weer niet zozeer in de Death Metal wereld, maar meer in de industriële metal. We hadden het zelf moeten weten, maar beseften het pas toen de plaat uit was. De recensies waren niet mals, en in Paradiso spelen met Gorefest; bier naar je hoofd hoor. Maar ook dat was goed voor ons, ook meegemaakt. Achteraf waren het allemaal wijze lessen.

Was dat toen erger dan de eerste reacties op Anneke destijds? Ook een heel verschil weer immers?
Daar kregen we ook slechte reacties op maar mensen konden er niet omheen dat het gewoon echt goed was. Je kon er dan wel tegen zijn en we kregen kritiek, maar we hadden het vertrouwen wel. Met Niels was het echt wel erger want die wilde niets doen met onze adviezen. Op Anneke kregen we ook veel kritiek, een ‘metal meisje’ werd niet echt geaccepteerd in 1993. Alleen een zangeres en geen gruntzang, dat was wel een dingetje. Maar we trokken gewoon ons eigen plan, er was een sterk geloof in wat we deden op dat moment. Dat hoor je ook op ‘Mandylion’, een hoop zelfvertrouwen.

En dat hebben jullie eigenlijk altijd wel gedaan; je eigen weg kiezen.
Ja, het is geen spel maar achteraf gezien is dat wel vaak zo gegaan. We waren niet bang om ons verder te ontwikkelen. Ondanks een succesformule. We zijn altijd trouw gebleven aan onze artistieke kant. De muziek voorop.

En toch nog altijd die band uit Oss gebleven. Min of meer.
Ja, we worden altijd nog als Ossche band gezien. Ik ben trouwens in Nijmegen geboren, Rene ook maar wij woonden niet in Nijmegen toen het allemaal gebeurde voor ons. Dus zijn we nog steeds de band uit Oss en dat is prima. Een band uit Oss/Nijmegen zeg ik ook wel eens.

En nu komt er de nieuwe tour…en meer?
Ja, we besloten vorig jaar weer om live te gaan spelen en hebben paar optredens gedaan in juni 2018. Rene had zijn project Habitants, maar ik wilde toch ook muziek blijven maken. Rene en ik hadden wel ideeën die al The Gathering-achtig waren. Echte riffs voor The Gathering bedoel ik dan. We zijn er mee gaan repeteren en vanuit die situatie zijn we ook weer live gaan spelen. We hadden alleen nog geen bassist. Toen hebben we Hugo gevraagd en die had wel zin om mee te doen. We deden ook weer een show hier in Doornroosje maar dan met de nummers die we zelf leuk vinden, songs die we niet vaak hadden gespeeld. De kleine zaal raakte snel uitverkocht. We hebben nog aan de grote zaal gedacht maar we besloten het zo te houden. Rustig beginnen en zo werken we naar een nieuwe plaat die waarschijnlijk in 2020 uit zal komen, ergens na de zomer. En we zien wel wat we kunnen doen, we willen nog iets heel moois maken en hebben veel inspiratie.

En dan ons dertigjarig bestaan… We wilden daar wel bij stil staan maar dan niet zoals we het met het 25-jarig bestaan deden. Dan doe je namelijk weer precies hetzelfde en zou het lijken dat Anneke nog steeds in de band zou zijn. Dat wilden we niet, maar wel vieren en dan met het blik op nu. Je moet het wel goed communiceren naar de zalen toe natuurlijk; wel vieren maar niet zoals vijf jaar geleden. De 25 jaar viering was een soort van hoogtepunt, maar ook een eindpunt; het was erg duidelijk dat we die dag niet wilde herhalen. We kregen nog veel aanbiedingen, ook om bijvoorbeeld ‘Always…’ nog eens integraal te doen. En ook een tour met de 25 jaar viering hadden we willen doen en dat had veel mensen gelukkig kunnen maken, maar het mocht om diverse redenen niet zo zijn. We hebben dat nu afgesloten. Nu werken we dus weer aan het vervolg, naar een nieuw album. We kijken nu gewoon weer vooruit.

En jullie zijn ook nog gewoon vrij jong natuurlijk…
We zijn nog lang geen zeventigers. Als wij nog platen kunnen maken die echt goed zijn, en ik denk dat de komende plaat dat ook zal worden, moeten we daar op afgerekend worden. Als ik nu naar ‘Mandylion’ luister denk ik ook wel eens “joh schiet ’s op”, bij die lange instrumentale stukken. En dan heeft de producer er toen ook al wat afgesneden toen. Maar het hoort ook wel bij ons, die wat trippy stukken. En in de jaren 90 vond ik het wel mooi dat er veel gewoon ook kon, er ontstonden mooie, creatieve dingen. Er was een soort van hernieuwde vrijheid in die periode. Als ik nu op Instagram kijk zijn er bands met zangeressen van gothic metal bands die make up, schoenen en kleding verkopen. Het wordt wel erg money-driven zo. Dat staat voor mij erg ver weg van wat muziek en metal in het bijzonder voor mij is. Wij ageerden juist tegen dat soort dingen, we kwamen voort uit de punk beweging en nog vroeger de rock ’n roll. Maar misschien is dat dan wel de tweedeling; bands die voor muziek gaan en bands die voor geld verdienen gaan. Het verbaast en intrigeert me.

Dat klopt. Kijk naar een gemiddeld festival waar veel ‘bedachte’ bands staan, zien er goed uit, klinken hetzelfde en scoren dik.
Ja, er lopen computers mee, er is nauwelijks live geluid. We horen wel eens “toen jullie speelden was het geluid ineens zachter en anders”. Ja, omdat wij live spelen. Ga dan maar eens na hoe dat dan kan. Het moet toch wel om de muziek blijven gaan maar er is teveel aandacht voor bands met modepopjes en imago. Het worden bedrijven in plaats van bands.

En dan nu wat shows in de clubs…
Jazeker, zeven shows overal in Nederland en België. We doen misschien ook wat nieuw materiaal waar we aan werken, maar zeker ook weer wat oudere nummers die we al een tijdje niet hebben gespeeld. We sturen elkaar steeds wat ideetjes toe. We hebben een mooie setlist vinden we zelf en het ziet er goed uit! Kijk maar op onze homepage voor alle data.

Daar gaan we dan ook maar vanuit en zoals we gewend zijn van The Gathering maken ze er weer een mooie tijd van. Vooral met een goede mix van oud, minder oud en dus zelfs nieuw materiaal. Ik hoop dat ik een show kan meepikken, en daar komt dan ook wel weer een verslag van, adel verplicht!

Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.