Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Flying Circus – 1968
Fastball Music
Release datum: 27 maart 2020
Tekst: Leon Vonk – 19 maart 2020
“Als de band de experimentele kant achterwege zou laten, en zich echt zou richten op serieuze composities, dan ben ik oprecht benieuwd hoe de muziek zou klinken.”
6.1/10

Dertig jaar geleden werd in het Duitse Grevenbroich, net onder Düsseldorf, de band Flying Circus opgericht. Sinds het ontstaan heeft de band inmiddels vijf albums uitgebracht waarvan het laatste album, ‘Startlight Clearing – A Story’, in 2016 verscheen. Toch bleef de band flink onder de radar van de meeste liefhebbers vliegen en hebben ze hun ervaring nog niet weten te vertalen in succes. Wellicht gaat dit veranderen met het nieuwste album, genaamd ‘1968’, die nog deze maand wordt uitgebracht.

De mannen van Flying Circus maken progressieve rock met wat klassieke rock elementen er doorheen. Het is duidelijk dat ze zich flink hebben laten inspireren door Rush maar ook hoor ik af en toe wat Frank Zappa in de muziek. Hoewel dit voor sommigen misschien als muziek in de oren klinkt is dat, in ieder geval bij mij, niet het geval. Muzikaal is de band niet slecht maar missen er wat mij betreft toch een aantal belangrijke elementen om het tot iets bijzonders te vormen. Beginnend bij de composities, die voor mij toch wat aanvoelen als een verzameling van ideeën die bij elkaar zijn gegooid. Daarnaast vind ik de ideeën ook zeker niet altijd even sterk. Zo heeft de band een aantal moment waarop ze mij het gevoel geven ‘maar wat doen’, luister bijvoorbeeld maar eens naar het openingsnummer ‘Paris’. Het is wat lastig te omschrijven maar het klinkt als pure chaos en het voelt aan alsof je luistert naar nagels die over een krijtbord krassen. Verder ben ik geen fan van de zang van Michael Dorp, zijn accentvolle en kille hogere stem, die wel wat weg heeft van Geddy Lee (Rush), weten bij mij geen snaren te raken. Dit komt ook door de zangmelodieën die hij kiest die ik vaak niet aangenaam vind klinken. Instrumentaal kan dit helaas niet worden gecompenseerd. Soms zijn de partijen best interessant, zoals het intro van ‘New York’, maar op andere momenten is het wat slordig ingespeeld of simpelweg niet heel erg aangenaam om naar te luisteren. Wat ik wél leuk vind zijn de vioolpartijen die gitarist Rüdiger Bömer heeft ingespeeld, waarmee de band ook gelijk iets laat horen wat redelijk uniek en interessant is. Helaas is dit van hele korte duur en zijn de violen slechts een klein aantal momenten te horen.

Bij vlagen was het echt een opgave om naar ‘1968’ te blijven luisteren, terwijl er echt welk leuke ideeën op te vinden zijn. Als de band de experimentele kant achterwege zou laten, en zich echt zou richten op serieuze composities, dan ben ik oprecht benieuwd hoe de muziek zou klinken. Persoonlijk zou ik ook graag andere vocalen horen maar dat is wellicht een smaakkwestie want Dorp zingt op zich niet vals. Ik verwacht in ieder geval niet dat Flying Circus met dit album nu wél bekendheid gaat krijgen, daarvoor is het gewoon niet goed genoeg.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.