Stefan Schmidt: “Ik vind het bijvoorbeeld heel bijzonder dat een band als Manowar, ondanks dat ze al een eeuwigheid mee lijken te draaien mensen als mij nog steeds jong doen voelen door hun muziek. .”
Op een doordeweekse avond knettert het onweer boven mijn woonplaats. Het is natuurlijk de ideale setting om bij te praten met Stefan Schmidt de man achter Van Canto. De onderwerpen zijn natuurlijk de rare tijdens waar we in zitten en het nieuwst wapenfeit dat op punt van uitkomen staat.
William Pezy Ι 23 juni 2021
Je staat aan de vooravond van de release, dus deze periode mag je je dagen vullen met vele interviews. Wat is de de beroerdste vraag van afgelopen dagen?
We zijn gelukkig de fase voorbij dat we de bandnaam uit moeten leggen. Dat is best prettig na vijftien jaar deze bandnaam te hebben. In de eerste jaren waren dat vragen die op een gegeven moment wel lastig worden. Ik ben op het moment eigenlijk erg gelukkig met de interviews. Je bent de laatste van vandaag en dan heb ik er weer acht gedaan, maar ook vandaag waren de journalisten eigenlijk allemaal goed voorbereid en zorgden voor prettige gesprekken. Ik beschouw mezelf als een gelukkig mens doordat mensen zich willen verdiepen in wat ik doe.
Het afgelopen jaar zat je noodgedwongen thuis, wat heeft dat met je gedaan?
Dat is voor een belangrijk deel eigenlijk heel prettig geweest. Ik ben natuurlijk degene die de nummers schrijft en de productie doet en ik had al in de planning staan om vooral thuis in mijn studio te zijn. Daar is niet zoveel aan veranderd, maar omdat de druk wegviel om voor het festival seizoen de plaat klaar te hebben kon ik de tijd nemen om zaken meer uit te werken. Het was dus eigenlijk heel erg prettig ook omdat het ritme van plaat-tour-plaat doorbroken heeft. Tegelijk begint het nu wel erg stil te worden en zou ik graag weer gaan spelen. Voor Bastian onze drummer is het een rottijd. Hij leeft voor het podium. Sinds hij zijn drumpartijen heeft ingespeeld zit hij zich op te vreten omdat hij niet kan spelen.
Wat doet dit voor jou dat je nu niet kunt spelen?
We wilden heel graag optreden om zaken op te kunnen nemen. De beelden wilden we gebruiken voor onze video’s. Dus je creativiteit wordt daarmee op de proef gesteld. Dat wat je wilt lukt steeds niet en je moet je steeds aanpassen. Dat is lastig maar tegelijkertijd: wie ben ik om over deze luxeproblemen te klagen? Je moet ook proberen de goede dingen er uit te halen. Doordat we straks al twee jaar niet live hebben gespeeld komt ook het besef dat je het niet als vanzelfsprekend moet beschouwen. Hier staat natuurlijk wel tegen over dat we straks eindelijk weer zaken kunnen gaan plannen en mensen gaan ontmoeten. Echte mensen in plaats van zoals wij nu in 2D. Dat zal wel weer even raar zijn. In het verleden hadden we bijvoorbeeld ook luistersessies voor journalisten of leden van de fanclub. Dan kreeg je directe feedback. Dat mis ik nu.
Jullie nieuwe album is ‘To The Power Of Eight’. Het achtste album, nu met acht muzikanten en acht eigen nummers hoe heb je hier naar toegewerkt?
Yes! Je hebt het concept begrepen. Daar word ik blij van. Er waren bij de vorige plaat twee zaken bijzonder. De eerste was dat het voelde als ons tweede debuut vanwege de bandwisselingen en onze nieuwe lead zanger en we wilden onze composities en geluid op een andere manier doen. Dat was nodig om het groepsproces te doorgaan, we moesten weer een band worden. Dus met die plaat zijn we gaan toeren om te kijken wat goed werkt en aansluit en wat minder. Ook kom je er zo achter hoe Hagen werkt als leadzanger, terwijl we eigenlijk nu naar drie leadzangers toewerkten. Toen we dit duidelijk hadden kwam de Covid pandemie. Dat bracht eigenlijk veel luxe omdat ik nu meer tijd kreeg om nummers te schrijven en dingen uit te proberen. Ik had immers de luxe om stukken toe te wijzen aan drie zangers en dit ook echt kon gaan testen zonder de druk van een deadline omdat we weer op toer moesten. Het is geweldig om op die manier nummers te schrijven.
Hoe kiezen jullie de covers en hoe maak je die geschikt voor Van Canto?
Er zijn wat criteria. Het moet passen op het album, de nummers moeten goed overeind blijven en iedereen moet voldoende ruimte hebben om zijn ding te doen. Dus zo gaan we te werk. We hebben allemaal onze favorieten en dat is de belangrijkste de zanger moet een sterke band met een nummer hebben anders kan hij of zij het niet met overtuiging brengen. Dat hoor je namelijk direct en dat zie je live ook direct. Als we nummers hebben gekozen trek ik het lied uit elkaar en maak er de arrangementen voor. Soms blijven we bij het origineel maar soms geven we er ook volledig onze eigen draai aan en wordt het een echt Van Canto lied. Dat is een natuurlijk proces. Tegelijk weet je ook waar je grenzen liggen, immers hoe wil je Freddy Mercury verbeteren?
De angst van een muziekschrijven is een writers block of gebrek aan inspiratie. Hoe blijf jij fris?
Ik ga volledig op externe inspiratie. Maar wel binnen bepaalde kaders. We denken die uit, zoals op deze plaat wisten we dat we met drie leadzangers zouden werken. Dat zegt iets over de arrangementen en de melodieën. Dus het is niet dat ik met volledig leeg papier begin. Binnen die kaders moet vervolgens iets zijn dat me triggert. Er zijn bands die politiek geëngageerd zijn of over fictie zingen. Wij zijn meer de band met de motiverende teksten. Er is niets mis met in jezelf geloven of proberen ergens het beste in te willen worden. Dat over de teksten. De muziek is natuurlijk altijd ergens op geïnspireerd of is een reactie ergens op. De voornaamste is natuurlijk de muziek waar je zelf mee bent opgegroeid. Dus in mijn geval bands als Europe, Blind Guardian, Manowar en Metallica.
Je hebt al met veel mensen samen gewerkt. Wie staat er nog op het lijstje?
Voor mij persoonlijk heeft Van Canto al gezorgd voor heel veel vinkjes op mijn bucketlist. Ik beschouw me dan ook echt als een gezegend mens. Veel dingen waar ik als kind van droomde heb ik waar kunnen maken. Typisch genoeg hebben we op dit album geen andere muzikanten aangetrokken omdat we vonden dat we het compleet en goed vonden. Ik heb zelf nog twee mensen op mijn lijstje staan om ooit mee te gaan werken. Dat zijn Joey Tempest van Europe en Eric Adams van Manowar. Dat lijkt me geweldig. Ik vind het bijvoorbeeld heel bijzonder dat een band als Manowar, ondanks dat ze al een eeuwigheid mee lijken te draaien mensen als mij nog steeds jong doen voelen door hun muziek.
Wij oudjes zijn opgegroeid met LP’s, de jeugd nu ervaart muziek heel anders. Hoe kijk jij hier naar?
Ik bekijk dat vanuit twee perspectieven, die van mij als muziekluisteraar en die van mij als muzikant. Als luisteraar is het prima. Weet je in de jaren vijftig had je alleen maar losse nummers om naar te luisteren die vervolgens samen werden gevoegd op een plaat. Dat was het toen in grote lijnen. Later werd dat anders en werden platen gemaakt waar singles uit voortkwamen. Nu zie je dat ook muzikanten vaker lossen nummers uitbrengen. Op zich is daar niets mis mee. Het is voor een muzikant daarentegen soms wel jammer. Een plaat is soms meer dan een verzameling nummers, zeker als het een conceptplaat is of een weergave van een fase waar de schrijver van de nummers door gaat. Dan is het echt een stempel in de tijd. Zo hou je de voors en tegens. Door de algoritmes van zoekmachines kom je vaker in aanraking met nummers dan albums. Maar soms kom je zo ook op het pad van nieuwe muziek. Dat kan weer leiden tot kopen van albums. Wat ik wel moeilijk vind is het apparaat waar muziek op geluisterd wordt, dat is vaak niet de bedoelde kwaliteit om de muziek op af te spelen. Daarnaast is de kwaliteit van de gestreamde muziek vaak bedenkelijk, dit zal over een paar jaar ook vast anders zijn. Iets anders is trouwens dat het tegenwoordig wel erg makkelijk is om een plaat uit te brengen. Vroeger kostte dat veel geld, nu is dat eenvoudig. Dat zorgt er voor dat het voor goede artiesten makkelijker wordt om een plaat te maken, de keerzijde is dat er platen uit komen die misschien nog niet helemaal af zijn. Zeg ik dat netjes genoeg?
Welke dromen wil je de komende jaren nog uit laten komen?
De laatst vinkjes plaatsen op de bucket list! Ik heb er al veel kunnen plaatsen dus ik ben een gelukkig mens. Ik hoop veel plezier en liefde te kunnen blijven geven en ontvangen van mijn familie en vrienden. Dat is uiteindelijk het belangrijkst.