Sonic Whip 2025 in Doornroosje, Nijmegen – 16 en 17 mei 2025
““….komen er zelfs steeds meer meisjes in de pit (onder advies “wel lief zijn voor elkaar”; soms is de wereld mooi)“

Sonic Whip, het muzikale feestje met heel veel stoner, doom, psych en andere underground heavy muziekjes, heeft dit jaar weer een line-up om je vingers bij af te likken. Het is buiten werkelijk schitterend weer, maar toch is twee dagen onderdompelen in de minder zonnige klanken van de bands in Doornroosje een werkelijke traktatie.
6 junu 2025 I Tekst: Bart Meijer en Cor Schilstra , fotografie: Linda, Hannemijn de Groot
Collega Bart is de eerste dag verhinderd, dus we proberen een beetje op tijd af te kunnen reizen. Vette pech; het is pas net na aanvang van Slomosa, wanneer we eindelijk de zaal betreden. Ik had van tevoren al ingeschat dat we Khan (een band die ik ook heel graag wilde zien) waarschijnlijk niet zouden redden, maar gelukkig is het niet nog meer uitgelopen, want de Noren van Slomosa had ik niet willen missen; dit knalt van het podium! De band heeft er enorm veel zin in en onder leiding van frontman zanger/gitarist Benjamin Berdous zet de band een energieke set neer. De muziek zelf dreint, dreunt en grooved als een malle, en ook al is de stem van Berdous (zoals hij zelf ook al aangeeft) niet optimaal, de hele grote zaal (die echt vol is) geniet met volle teugen; voor het podium is het bij vlagen een kolkende massa, en ook achterin gaan de koppies op en neer. De volle (maar ook strakke) drums geven hiertoe genoeg gelegenheid en het aanstekelijke enthousiasme van de bassiste helpt natuurlijk ook. De gitaren vullen elkaar trouwens bijzonder goed aan in bijzonder mooie (goed hoorbare) dubbele lijnen en de verdeling van lead-momenten is precies goed. Berdous gaat een stukje politieke overtuiging ook niet uit de weg en draagt een nummer op aan de vluchtelingen van Gaza. De nummers van het tweede album ‘Tundra Rock’, kende ik reeds, maar omdat ik toch alles wel erg goed vond, heb ik naderhand ook de debuutplaat bij de band zelf aangeschaft. Inclusief handtekeningen natuurlijk; bijna alle bands zijn hier na hun optreden in hun merch-stand op de gezellige bovenverdieping met kraampjes en speciaal bier.


Na de aanschaf van nieuwe muziek op elpee, op doorreis naar de volgende band. In de kleine zaal, die inmiddels ook al weer heel behoorlijk vol is, staan Thee Alcoholics; een experimenteel underground post-punk gebeuren met keyboards en elektronische sounds ter ondersteuning van drie gitaren en drums. De gitaren zijn een combinatie van lo-fi punky en heavy doomy dreinend, terwijl de bevlogen zang echt meer in de alto-hoek zit. De electronische drive in combinatie met bijna psychoblilly-achtige groove zorgen voor aardig wat dansbeweging in de zaal; het aanwezige publiek lust dit wel. De intrigerende uitstraling van de gitarist/zanger heeft wel iets en de vrij statische houding van de toetseniste die ook centraal op het podium staat, geeft een ontwapenend totaalplaatje, zo omringd door die bewegelijke gitaristen. Ook de tweede gitarist speelt zo nu en dan een deuntje keyboard, waardoor het elektronisch gehalte nog eens aangedikt kan worden.


Even een hapje eten. Als je wat meer tijd hebt, is een bezoekje aan een eetgelegenheid richting, of in het centrum natuurlijk mogelijk, maar ook binnen de deuren van Doornroosje kun je prima de inwendige mens voorzien. In de grote zaal speelt Frankie and the Witch Fingers uit L.A. De omschrijving “The Sonics na een paddenstoel trip” en een kort psychedelisch stukje voorbeluistering hadden me nieuwsgierig gemaakt. Op het podium staat een band die er absoluut voor wil gaan en is ook zeker boven-proportioneel qua muzikale capaciteiten; dit komt soms echt in de buurt van het betere prog werk. De technische instrumentale bijdragen, psychedelische uitstapjes en soms ronduit gefreakte stukken kunnen me behoorlijk imponeren, met een hoogtepunt in enkele gitaarescapades die me aan Santana doen denken. Het keyboard, en dan ook de (goedkope) geluidskeuzes hierbij, kan ik niet altijd zo aansprekend vinden. Wanneer op momenten ook nog die vroeg eighties funky wave-pop (met iets van ska?) de overhand krijgt, dan kan ik er persoonlijk opeens niets meer mee, dus dit is een beetje wisselvallig qua ervaring voor mij persoonlijk. De goed gevulde zaal is echter zeer enthousiast.











Het drietal muzikanten van Rickshaw Billie’s Burger Patrol in de kleine zaal is op zijn minst verrassend. Er wordt net zo makkelijk geswitcht tussen nonchalant doorhalend grungen a la Nirvana, tot technisch psychedelisch a la Primus, met stukjes thrash-punk, doom-sludge en groove-psych er tussendoor. Ondertussen staat de gitarist/zanger rare bekken te trekken terwijl hij zijn gitaar veel te hoog heeft hangen voor rock ‘n’ roll. Maar dan valt me die brede hals op; er zitten inderdaad geen zes, maar acht snaren op zijn strijkplank. Tja, één en ander valt op zijn plaats. De behoorlijk forse drummer doet me even denken aan een broer van onze eigen Dikke Dennis, qua getatoeëerd voorkomen, maar ook deze is net als de bassist zeer capabel in het leggen van een zeer solide, en bij vlagen lekker koppige basis van de muziekjes van dit gezelschap dat met recht powertrio genoemd mag worden. Ik ben aardig weggeblazen.



Iets eerder weg gegaan om op tijd een goede plaats te verweven voor Graveyard. Wanneer de band onder luid gejuich het podium op komt, zie ik dat zanger/gitarist Joakim Nilsson gelukkig weer gitaar kan spelen. De laatste keer dat ik ze zag, bij Helldorado, vorig jaar, was er een extra gitarist aanwezig en was Nilsson zelf alleen gericht op zijn zang. Met zijn gitaar omgehangen, zijn die momenten wanneer hij zich met zang even niet zo expressief kan uiten, niet zo onwennig op het podium, want je hebt natuurlijk ook die gitaar nog. Gitarist Jonatan Larocca-Ramm is qua podiumpresentatie een stuk minder expressief dan zijn collega, maar qua gitaarspel is deze man een gigant; die vibrato is bijvoorbeeld meesterlijk! Ook bas en drums doen natuurlijk waardig mee en vooral in bijvoorbeeld een lekkere bluesy stamper als ‘Please Don’t’ komt hun werk helemaal tot bloei. Hoogtepunten voor mij persoonlijk zijn toch die heel expressieve ballades als ‘Rampant Fields’, waarin de gitaristen samen van die kippenvelmomenten kunnen verzorgen, of het werkelijk schitterende ‘Uncomfortably Numb’. Ik heb later van verschillende mensen gehoord dat ze het optreden van Graveyard echt tegen vonden vallen; hier kon ik me niet in vinden, maar waarschijnlijk is dit weer zo’n band, waarbij objectiviteit bij mij ver te zoeken is. Ik heb er enorm van genoten! (CS)




Dag 2
De eerste band van de dag is voor mij meer een beetje een verplichting dan een plezier, dacht ik aanvankelijk. Ik kom hier later behoorlijk op terug. Heath werd, in 2024 als me geheugen me niet in de steek laat, behoorlijk gehyped op Roadburn en als dat gebeurt dan ga ik altijd een beetje in de weerstand. Ik heb toen ook maar één nummer gekeken. Een theatrale band, zo blijkt vijf minuten voor aanvang van de set als het podium in donkere maar kleurrijke verlichting wordt gehuld en er rook de zaal in geblazen wordt. De band heeft dus een reputatie hoog te houden en het blijkt dat ze daar heel goed toe in staat zijn! We worden getrakteerd op nazomerse psychedelica, stevige jaren zeventig rock en, op één of andere manier, early Judas Priest. Het nazomerse, een term die ik in zeer positieve zin gebruik, heeft echt wel de bovenhand en is een terugkerend gevoel doorheen het gehele optreden. (Denk aan die lome middagen dat je niks hoeft te doen en gewoon lekker in het gras zit, tuurt naar de bomen en het warme licht over je huid laat kruipen.) Dit is een fijn begin van de dag, met ook een hoop versterkte mondharmonica en geestverruimende gitaarsolo’s. De bandleden staan regelmatig samen, in een soort driehoek, en je ziet dat ze dan gewoon goedgaan op het geluid. De zanger is niet alleen een eye catcher, hij kan ook zingen en – dus – de mondharmonica van goed georganiseerde lucht voorzien. Bijkomend pluspunt is dat hij het publiek gewoon in hun moerstaal toespreekt. Maar, het zijn toch vooral de andere bandleden die de muziek vooruit doen stomen. De zaal is al goed gevuld, hetgeen ondertussen standaard is op dit festival. Sonic Whip presenteert nu eenmaal vooral erg goede bands. (BM)
De volgende band zou Lord Buffalo zijn, en ik heb daar ook best wel naar uitgekeken, maar die zijn helaas verhinderd omdat hun drummer, die Mexicaans van origine is, is vastgezet door de hedendaagse Amerikaanse gestapo. Okay, ik ga proberen niet meer politiek te worden dan dat; het gaat immers om de muziek. (BM)
Apex Ten, een band uit België, vervangt hen en Apex Ten levert. Dit hakt er in als de Shredder op hulpeloze schildpadden en ik ervaar dit als een road movie in de zesde versnelling. Old school stoner die je heerlijk laat zweven op haar sonische golven en regelmatig aangename wendingen maakt. Met luid galmende gitaren en een ritmesectie van heb ik jou daar dreunt deze band hun stempel op het festival. Helaas, deel zoveel, staan er mensen vooraan die met hun gesprekken over afgelopen week de muziek weten te overstemmen en ga ik iets eerder dan gepland de zaal uit. (BM)
Dat heeft aan één kant ook het voordeel dat ik de soundcheck van Sunnata kan bijwonen! Ik kende deze band niet, maar ergens in de omschrijving wordt doom genoemd en ja, dat is wel mijn pakkie an. Uit Polen, verdorie nog aan toe. Voor veel mensen is dat het land van Behemoth, maar voor diegenen die verder luisteren komen er onder andere erg goede stoner en death metal bands vandaan. (Ik ben als Spaceslug fan ietwat bevooroordeeld inderdaad.) Als de band begint vallen meedogenloze doom riffs ons ten deel en eigenlijk is het meteen duidelijk dat dit een heftig en prachtig optreden gaat worden. Doom, gecombineerd met mooie samenzang. Alice In Chains is één van de meeste donkere bands op aarde en als ze een ietwat andere richting op waren geslagen hadden ze wellicht zoiets als dit geklonken. Maar dit is Sunnata en die slaan hun eigen muzikale weg in. Gepassioneerd en origineel weten ze het publiek vast te pakken en te houden, tot aan de laatste noot. Grungy doom. Ik denk dat ik me eens ga verdiepen in de muziek en geschiedenis van deze band. (En ja hoor, later die dag ging ik naar huis met hun gehele repertoire op cd.) Dat na hun optreden ‘July Morning’ door de speakers galmt is heel erg fijn. (BM)
Na even een luchtje geschept te hebben begeef ik mij richting de zaal waar Orsak:Oslo zijn set begint. Je hebt bands die goede stoner maken en bands die hele goede stoner maken, want ook al speel je het kut, het klinkt toch altijd lekker. En Orsak:Oslo speelt het fantastisch! Ze pakken de essentie van de muziekstijl en blazen relaxte golven de zaal in, wat een erg gelukzalig gevoel geeft. Ik was met name gecharmeerd door de gitarist, die constant dezelfde grijns en/of glimlach op zijn gezicht had staan; die grijns die ik ook heb als ik deze muziek luister. Een enerverend optreden waarbij zowel het publiek als de band enorm veel plezier had. (BM)
Temple Fang is in staat om zijn hele set met slechts één of twee nummers te vullen; deze mannen zijn meesters in opbouwen/uitbouwen van nummers, waarin ze over het algemeen heel erg goed de spanning kunnen vasthouden. Het technisch vakmanschap van de muzikanten kan niemand ontgaan; dit is buitencategorie! Maar ook de expressie en bevlogenheid spatten van het podium, zowel in muzikale escapades, als in actieve lichaamstaal; puur genieten om naar te luisteren en kijken. We mogen best een beetje trots zijn op dit vaderlandse bandje, want deze mannen hebben beslist internationale klasse (en doen het gelukkig ook buiten de landsgrenzen, vooral bij de oosterburen, heel behoorlijk). Heel blij was ik persoonlijk vooral met de schitterende versie van ‘The River’ van het laatste album ‘Lifted From The Wind’, maar eigenlijk was de hele set wel een bijzondere muzikale trip. De additionele mondharmonica tegen het einde van de set was trouwens ook een aanwinst, maar maakte de jammende afronding zelfs naar mijn smaak misschien net iets te lang. (CS)













De omschrijving van heavy psych gecombineerd met punk, door een Nederlands powertrio genaamd Rats And Daggers, had mijn nieuwgierigheid gewekt. Op het podium staat een drietal jonge honden, onder leiding van de zeer bevlogen zangers/ gitariste Imara Speek, die door het besef van vermoedelijke aanwezigheid van ook buitenlands publiek, opeens van Nederlands, overgaat in het Engels. Na een uiting van dankbaarheid dat ze hier mogen optreden, vervolgt dit in een nog uitbundiger voortzetting van de set; de band wil knallen en laat dit merken. Ook het publiek heeft er zin in; de mosh/danspit wordt steeds groter. Onder aanmoediging van Speek, die de vrouwenrechten hoog in het vaandel heeft staan, komen er zelfs steeds meer meisjes in de pit (onder advies “wel lief zijn voor elkaar”; soms is de wereld mooi). De muziek doet een stuk meer electro-achtig aan, dan ik had verwacht. Bij momenten moest ik denken aan Nina Hagen die een interpretatie van Anne Clark doet. Later lees ik dat ze hebben geprobeerd een Nine Inch Nails sfeer toe te voegen; zo’n heftige electro-flow, die het geheel een dansbaar gehalte geeft, dat is aardig gelukt. (CS)


Nog meer mooie Noorse bijdragen aan dit festival; The Devil And The Almighty Blues die met hun HeavyStonerDoomBlues de grote zaal van Doornroosje aardig doet uitpuilen. In passend stemmig zwarte pij staat zanger Arnt O Andersen temidden van zijn bandleden deze Southern-stoner-blues preek te leiden. De flodderige bas en strakke drums leggen een eigenzinnige maar solide basis voor de kundige gitaristen en zanger. Tijdens die schitterende slide-momenten of priemende, kippenvel Gibson SG solo’s, die magistraal afgewisseld worden door beide gitaristen, in smaakvolle extended versies, staat Andersen passend, goedkeurend terzijde als een biddende monnik, of hij heeft het overzicht vanaf het drumpodium, vanwaar “hij zag dat het goed was”. Op één moment moet ik zelfs bijna tegelijkertijd aan Kyuss en de live uitvoering van klassieker Free Bird van Lynyrd Skynyrd denken; dan doe je toch iets goed als band, naar mijn mening. Op plaat kon ik dit al erg waarderen, maar mijn live debuut van deze band is ook zeer goed bevallen. (CS)

Elder is een reeds aardig gevestigde naam in het straatje, die ik zelf pas middels hun in 2022 uitgekomen ‘Innate Passage’ beter heb leren kennen, maar hun optredens twee jaar geleden heb ik gemist. Jammer genoeg is het geluid niet optimaal voor dit knappe muzikale hoogstandje van prog-stoner; je ziet de vingervlugheid van Jack Donovan, die over de hele hals van zijn bas de uithoeken opzoekt, maar hoort die prachtige details in zijn spel niet. Oké, die zware volle akkoorden dreunen wel door, ja (zowel zwaar qua geluid als de uitvoering door de muzikant; hoever uit elkaar die vingers toch nog de snaren in kunnen drukken, is pure krachttraining). Van het mooie samenspel en afwisseling van de twee gitaren krijg ik ook niet alles optimaal mee; erg jammer. Misschien ben ik ook wel een beetje verwend met het geluid van Doornroosje de laatste jaren. Bijzonder trouwens; ik kan me, op mooie herinneringen na, bijvoorbeeld geen voorstelling meer maken van het bizar slechte geluid van bezochte festivals in bijvoorbeeld de IJsselhal of de Rijnhal vroeger. Toch heb ik me ook hier uitermate goed vermaakt, net als de wederom propvolle grote zaal. Thuis nog vaker opzetten, en ook toch maar eens dat geweldige album ‘Lore’ fysiek aanschaffen. Na Elder was het voor ondergetekende trouwens wel tijd om huiswaarts te keren, maar met een zeer voldaan gevoel, dat moet gezegd. Hopelijk volgend jaar weer zo’n mooi feestje, zo lekker dichtbij huis. (CS)









