Servants To The Tide – Where Time Will Come To Die
No Remorse Records
Release datum: 19 juli 2024
“Je voelt de leegte van het universum naderen en het einde der tijden wordt in deze uitzonderlijke cd op een fraaie manier omgezet tot treffende soundtrack vol treurnis.”
Vera Matthijssens I 9 september 2024
Een prettige verrassing uit Hamburg, want Servants To The Tide is een vrij jonge band – opgericht in 2018 – maar ze weten precies hoe een hybride van old school heavy metal en doom hoort te klinken. In 2021 brachten zij een debuutalbum uit, maar men evolueerde intussen van ‘slaapkamerproject’ naar een gedreven vijftal. Gitarist Leonid Rubinstein blijkt de motor achter dit doom gezelscha te zijn. Hij schreef weloverwogen muziek en teksten voor dit tweede album ‘Where Time Will Come To Die’. Op dit schijfje neemt hij de luisteraar op een reis doorheen de geschiedenis van ons bestaan. Het is een concept dat gaat van de Big Bang via de eerste zonnestralen op aarde naar een mogelijk duistere toekomst die de mensheid te wachten staat. Zelfs het universum zelf wacht een ijskoude dood. Zo zal het een plaats worden waar ook de tijd zelf ophoudt te bestaan.
Dit onderwerp leent zich perfect om epische doom metal bij uitstek te maken. Dat doen ze voortreffelijk. Invloeden van Atlantean Kodex, While Heaven Wept, Manilla Road en Solitude Aeturnus worden op een natuurlijke wijze samengeperst tot een eigen sound en brouwsel. Deze band zou het goed doen op Keep It True festival. Van de nadrukkelijke manier van zingen van Stephan Wehrbein moet je houden, maar de man heeft een stem als een klok. Hij laat zich dan ook sterk gelden in de veelal lange songs. Die hebben onderling genoeg variëteit te bieden om aan je boxen gekluisterd te blijven luisteren. De teksten bevatten bovendien een donkere urgentie die bepaald tragisch te noemen is. Dat is het lot van het universum – en bijgevolg de mensheid – dan ook.
Opener ‘With Starlight We Ride’ doet in eerste instantie wat aan Manowar denken, maar de klassieke gitaarloopjes, stoere zang en lekker solowerk halen je meteen over de schreef. Genieten van de videoclip is een aanrader. ‘Sunrise In Eden’ is een pak trager met epische leads, kalme zang met tokkelende gitaren en een old school klank waar ik van houd. Men neemt de tijd en de muziek is weinig gelaagd, zodat ze meteen aanspreekt. De productie was trouwens in handen van de band zelf, alleen voor de mastering richtte men zich tot Bart Gabrïel. Het met schorre stem gezongen ‘The Trial’ (gastsolo van Jonas Papmeier van Craving) is meer uptempo. Vervolgens zijn er twee mammoetcomposities die kippenvel veroorzaken. Er worden wat doomy keyboards toegevoegd aan ‘White Wanderer’ wanneer het zonlicht begint te verzwakken op onze planeet en je zou er terecht triest van worden moest het zo geen mooi nummer zijn. Piano aan begin en einde van het meer dan tien minuten durende ‘If The Stars Should Appear’. Dit nummer leunt sterk op zang en piano, zodat we weer van een andere klankkleur kunnen genieten. Erg introspectief en doomy. De tragiek wordt vervolgd in het eveneens vrij ingetogen ‘Towards Zero’ met weer piano (en strijkers), maar ook sensitief gitaarwerk. Het titelnummer vervolledigt met zijn tien minuten dramatiek de teloorgang van onze kosmos en daar weerklinken echte begrafenis riffs, al is er later even een acceleratie. Je voelt de leegte van het universum naderen en het einde der tijden wordt in deze uitzonderlijke cd op een fraaie manier omgezet tot treffende soundtrack vol treurnis.