ROADBURN REDUX 2021 – 15 t/m 18 april 2021
“alles gebeurde tegelijkertijd – en wanneer de kijker het wilde opnieuw en opnieuw, als een muzikale Groundhog Day”
Het is weer april, normaal gesproken de maand waarin vanuit de hele wereld de liefhebbers van alternatieve heavy muziek samenkomen in Tilburg om zich daar over te geven aan hetgeen het vermaarde Roadburn festival ze voorschotelt. Vorig jaar kon het festival vanwege de toen net in alle hevigheid losgebarsten coronapandemie en de daarbij horende eerste lockdown niet doorgaan. Intussen zijn we een jaar verder, een jaar zonder livemuziek en een wereld die al die tijd op zijn kop en stil staat. Ook al lijkt er licht aan het einde van de tunnel dankzij de wereldwijde vaccinatieprogramma’s, de organisatie van het festival zag in een vroeg stadium in dat de vorig jaar vol optimisme vastgelegde datum voor de uitgestelde editie niet haalbaar zou zijn. Niet in de gekende vorm althans.
22 april 2021 I Tekst: Jan-Simon Hoogschagen & Bart Meijer
In plaats van het festival nog een jaar uit te stellen koos het Roadburn-team voor een alternatief festival: een digitaal festival dat zoveel mogelijk recht zou doen aan de unieke Roadburngedachte. Een gedachte waarin de community – de groep diehard fans voor wie Roadburn het hoogtepunt van het jaar vormt – een belangrijke rol speelt. In 2020 nam die gemeenschap spontaan het heft in eigen handen en organiseerde op Facebook een fantasiefestival met verhalen en foto’s van vorige edities, flauwe grappen over sets die NU gespeeld zouden worden en uiteraard werd er uitvoerig gediscussieerd over of het nou friet of patat is. (Het antwoord is friet.)
Het initiatief werd al improviserend door Roadburn overgenomen met in de haast georganiseerde livestreams, waardoor op het laatste moment iets dat leek op een festival ontstond. Dit jaar zou er van improvisatie geen sprake zijn, Roadburn werd Roadburn Redux, een digitaal festival waarvoor zo’n honderd bands en artiesten een bijdrage zouden leveren. Bands werd gevraagd speciaal voor het festival een stuk te schrijven en op te nemen – of dit indien mogelijk live in een leeg 013 te komen spelen. Uiteraard was dit door de geldende reisbeperkingen lang niet voor alle bands mogelijk, maar toch was er voor het eerst in lange tijd weer activiteit in de concertzaal.
Donderdagavond 15 april ging het spektakel van start en vanaf dat moment zaten meer dan 75.000 mensen in 119 landen aan hun beeldscherm gekluisterd voor exclusieve shows van een bonte verzameling bands en artiesten. Al snel was duidelijk dat Roadburn onder leiding van artistiek directeur Walter Hoeijmakers de lat hoog had gelegd. Hier was geen plaats voor korrelige homevideo’s uit de oefenruimte (ok, uitzonderingen daar gelaten), alleen het beste was goed genoeg. Bijna alle bijdragen waren professioneel gemaakte opnames die aantoonden dat het concept livestream in een jaar van lockdown en quarantaine een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Het was bijna een “normale” Roadburn, voor zover een Roadburn festival ooit normaal kan zijn. Net als bij vorige edities was gekozen voor samenwerking met bekende undergroundlabels. Dit keer stonden Svart en Pelagic in de schijnwerpers, met als gevolg veel Finse muziek en ook veel post metal, de specialiteit van Pelagic. Voor de thuisfestivalganger was de keuze weer reuze. Van korte sessies en videoclips tot complete van te voren opgenomen shows, je kon weer zelf je eigen route door het festival bepalen. Met één groot verschil: dit keer hoefde je geen keuzes te maken, want een optreden missen was niet mogelijk, je kon het altijd later en zo vaak als je maar wilde terugkijken. Deze voordelen werden al gauw op de diverse chatkanalen gedeeld: eindelijk een festival waar je naar het toilet kon gaan zonder iets te missen. En een festival volgen vanuit bed was toch eigenlijk best prettig. Een bijkomend gevolg van dit alles is dat een chronologisch verslag van het festival bijna onmogelijk is, alles gebeurde immers tegelijkertijd – en wanneer de kijker het wilde opnieuw en opnieuw, als een muzikale Groundhog Day. Dit verslag is dan ook eerder een sfeerindruk dan een stuk waarin alles en iedereen behandeld wordt. Het gaat dus ook alle kanten op, in ware Roadburnstijl.
Muzikaal gezien was Roadburn Redux meer dan ooit een samenkomst van extremen. Aan de ene kant was er een uitgebreide afvaardiging black metal in allerhande vormen, van de cowboy black metal van Wayfarer tot de strak in het pak gehezen Utrechtenaren van Wesenwille die hun dissonante post-black vol overgave en retestrak afvuurden. Hoe goed Wesenwille ook was, er is altijd baas boven baas en hier heette die Regarde Les Hommes Tomber. De Fransen brachten een magistrale duistere set waarin het nieuwe album Ascension in zijn geheel werd gespeeld. Regarde Les Hommes Tomber kwam, zag en nam geen gevangenen. De agressieve black metal was een groot contrast met de bijna pastorale folky geluiden die onder andere door Hexvessel, Roadburn-veteranen bij uitstek en Tau werden gebracht.
Hexvessel is een graag geziene gast op dit festival. Ze brachten dit keer een integrale liveuitvoering van hun debuutplaat ‘Dawnbearer’. Ik hou van Hexvessel, laat ik dat voorop stellen, maar ‘Dawnbearer’ vind ik niet hun meest typerende plaat. Waarschijnlijk is dat een kwestie van smaak en dat gezegd hebbende moet ik toegeven dat de band een uitermate goede en gevoelige versie van hun album ter gehore bracht. Altijd weer is de atmosfeer die Hexvessel oproept iets buitenaards en nederigs, en het was hoe dan ook fijn om dit te aanschouwen.
Tau (and the Drones of Praise) had voor hun commissioned stuk Dream Awake de Ierse grootheid Pol Brennan (van Clannad) weten te strikken voor een stukje tin whistle. De psychedelische folk met veel percussie ontaardde in iets dat bijna tribaal aanvoelde. Dat gevoel zou een terugkerend aspect zijn dit weekend, alsof er oerdriften loskwamen die al ruim een jaar opgekropt waren. Tau gaf energie en de belofte dat het allemaal bijna net echt zou gaan voelen!
Een dag later werd de show gestolen door GOLD, de Nederlandse cultband die bij een eerdere Roadburn voor ongekende rijen voor het Patronaat zorgde. GOLD heeft al sinds ik ze voor de eerste keer zag (volgens mij als support act van Dool) een speciaal plekje in mijn hart, niet allerminst vanwege de dromerige vocalen. Ook zij hadden van Roadburn de opdracht gekregen iets speciaals te creëren voor de Redux. Het werd een emotioneel geladen optreden getiteld This Shame Should Not Be Mine, dat niet alleen qua thematiek maar ook muzikaal aansloot bij Lingua Ignota. Zangeres Milena boort hierin een enorm ingrijpend gebeuren uit haar verleden aan. Muzikale traumaverwerking, niets meer en niets minder. De bedrukkende atmosfeer van de muziek geeft dit uitermate goed vorm: een dreigende mix van Coil en New Orderachtige synthesizer new wave, gothic gitaren en Björk.
De grote rol van keyboards was een rode draad van Roadburn Redux, misschien een onbewuste verwijzing naar het digitale karakter van het festival. De sociale media waren dit keer van groot belang voor het uitwisselen van ervaringen en gezellige kletspraat, iets wat normaal gesproken in de gangen van 013 en de beroemde Weirdo Canyon gebeurt. Zo maakten we, weer via social media, kennis met een aantal kinderen en partners van vaste bezoekers van Roadburn, maar met name met hun huisdieren, die er op de meeste foto’s bijlagen zoals dieren dat doen, alsof niks ze eigenlijk wat kan schelen. Of het een reactie was op de met hilarische filmpjes doorspekte oefenruimteset vol onherkenbaar verminkte covers van Inter Arma was, wie zal het zeggen?
Nog zo’n ogenschijnlijk vreemde eend in de bijt was het Duitse Die Wilde Jagd. Het optreden in 2020 ging (uiteraard) niet door, nu mocht het duo, uitgebreid met een celliste, twee keer in 013 spelen. Een aantal jaren zou een dergelijke act ondenkbaar zijn op een heavy festival, maar op Roadburn kan Die Wilde Jagd gewoon een van de hoogtepunten zijn. De trippy, bijna bedwelmende krautrock à la Ash Ra Tempel werkt langzaam maar onstopbaar zich een weg door de gehoorgang om het hoofd vervolgens niet meer te verlaten. Hoe heavy niet per se hetzelfde hoeft te zijn als heel veel gitaren en heel veel decibellen.
Krautrock bleek overigens een belangrijke inspiratiebron voor veel bands. De onverbiddelijke motorik ritmes van bands als Kraftwerk, Neu en Can waren terug te horen in de minimalistische maar niet minder geslaagde shows van Solar Temple en Dead Neanderthals. Solar Temple, een duo dat voortkomt uit de Gelderse black metal scene presenteerde zich als een vreemd soort kruising tussen White Stripes en Earthless die besluiten krautrock te gaan spelen. Solar Temple is tot nu toe altijd een studioproject geweest. Het speciaal voor Roadburn gecomponeerde ‘The Great Star Above Provides’ blijkt hun eerste optreden in deze hoedanigheid. Twee gitaristen, waarvan een het klaarspeelde om tegelijkertijd te drummen gingen op in hun hypnotiserende jams. Hun samenspel klinkt en oogt ontzettend intens. Deze mannen lijken tot aan het fysiek hoogst haalbare resultaat te gaan, en dat de hele set lang. Uiteindelijk eindigt het optreden in een bescheiden percussie orgasme en dan zit je daar, op een stoel in je eigen kamer, terwijl je ogen nog rollen en er stoom uit je oren komt. Net zo overdonderend maar ook heel anders was hetgeen door Dead Neanderthals werd gepresenteerd. Hun speciale stuk IXXO was een 35 minuten durende oefening in repetitieve kraut-minimal music van de soort die geen gitaren behoeft. Het duo was voor de gelegenheid versterkt met Aafke Romeijn, iemand die je niet direct op Roadburn verwacht, en iemand uit haar band. Drie keyboards en een drumstel creëerden een soort van “Autobahn” op speed. Met passend minimalistische backdrop en uitlichting was dit een van de onverwachte hoogtepunten.
Hebben we het al over post metal gehad? Amper, maar ja, meer dan tachtig uur aan materiaal in iets meer dan honderdtwintig uur… dan valt er wel eens wat tussen wal en schip en daar helpen zelfs de twee dagen blessuretijd niet tegen. Dus ja, er was nieuw materiaal van Year of no Light, Briqueville, the Ocean, Psychonaut en ja, het was goed. Maar daar moeten we het helaas nu bij laten.
Vooraf werd erg uitgekeken naar het tweevoudige optreden van de Belgische occulte psychedelische black metal formatie Wolvennest. De eerste show onder de noemer The Nest met een stel illustere gasten, waaronder Alan Averill van Primordial en Ryanne van Dorst (Dool), viel uiteindelijk een beetje tegen. Waaraan het lag, geen idee. Misschien waren de songs net iets minder dan op de Wolvennest albums. Uiteindelijk was het een degelijk optreden, maar niet een die in het geheugen gegrift zal staan. De tweede show een dag later maakte veel goed. De integrale uitvoering van het nieuwe album ‘Temple’ bracht spektakel, op allerlei gebied. Deze muziek staat je toe je te verliezen in de mist van anonimiteit, vergetelheid en heerlijk veelzijdige metal. Black metal? Ja, maar tegelijkertijd zoveel meer. Terwijl er ook gothic en post metal in de mix werden gegooid werd de atmosfeer alleen maar broeieriger, zwaarder en mooier. Het gitaarwerk was fenomenaal en met een hoofdrol voor zanger Déhá en de prominent aanwezige zangeres en theremin bespeelster Shazzula was de bijna tachtig minuten die ‘Temple’ duurt toch niet zo’n opgave als ik vooraf vreesde.
Wat was nu het hoogtepunt van deze editie van Roadburn? Was het een van de genoemde bands, of misschien toch een dark horse zoals bijvoorbeeld Haunted Plasma, een van de vele Finse bands die onder de vlag van Svart Sessions te bewonderen waren. Een soort van supergroep met leden van Oranssi Pazuzu en Circle in de gelederen en qua muziek ook ergens halverwege beiden te plaatsen – maar dan wel met een flinke dosis bijna dansbare elektronica. Een apocalyptische mix van psychedelische black metal, krautrock en techno. Zo onmogelijk als het klinkt, zo goed bleek het te werken. Maar ja, uiteindelijk bleek bijna iedere festivalganger (want ja, laten we het toch gewoon zo noemen) zijn eigen absolute favoriet te hebben, en zo hoort het ook.
Toen zondagavond laat streamingveteranen DeWolff (invallers voor het, oh ironie, door Corona verhinderde Radar Men Of The Moon) het festival afsloten was de conclusie dat alles anders was, maar het gevoel op een of andere manier gebleven was. Hoe bijzonder is het om van zoiets inherent individualistisch als een digitaal online festival toch nog een gezamenlijk feest te maken. We gaan er vanuit dat we over een jaar weer in levende lijve bij Roadburn kunnen zijn. Of er dan ook overal banken, bedden en koelkasten onder handbereik zullen zijn, zoals vele ‘Burners stiekem wensen, we gaan het zien. De conclusie is in ieder geval dat een online festival niet onder hoeft te doen voor ‘the real thing’. Zolang je het maar serieus aanpakt. Roadburn toont wat je moet doen bij tegenslag: het accepteren en zien wat wél kan. Het gevolg is dat door de nieuwe wegen die zijn ingeslagen Roadburn niet bang hoeft te zijn voor de toekomst. Die is er, in wat voor vorm dan ook.
Foto credits:
Foto 1: Jan-Simon Hoogschagen
Foto 2: Paul Verhagen
Foto 3: Niels Vinck
Foto 4: Lotte Schrander
Foto 5: Niels Vinck
Foto 6: Lotte Schrander
Check de onderstaande socials voor meer informatie over Raodburn.