Roadburn 2022 – 013 Tilburg – zondag 24 april
“Meer dan ooit toont Roadburn zich een festival dat zijn gelijke niet kent. Een festival ook dat zijn eigen motto waarmaakt. Heaviness Redefined. Absoluut!”
In den beginne was de zondag voor Roadburn een rustdag. Hoewel rustdag, het was de dag van de Afterburner, de mogelijkheid om met nog een paar achtergebleven bands de kater van te veel bier en het besef dat het festival eigenlijk voorbij was weg te headbangen. Nu is de zondag gewoon dag vier van het festival, met een programmering die in niets onderdoet voor de eerdere dagen.
4 mei 2022 I Tekst: Jan-Simon Hoogschagen, Edwin Hoogschagen, Evil Dr. Smith (Bas) | Fotografie: Edwin Hoogschagen
De ALOM-delegatie op Roadburn is inmiddels uitgedund tot twee personen. Waarvan een ook nog voortijdig het festival verlaat voor iets dat nóg hoger wordt aangeslagen dan het festival. Nee, het is geen bruiloft of de geboorte van een kind, maar wel van vergelijkbare impact. Maar eerst de traditionele Afterburner, dat al jaren geen Afterburner meer is, maar een volwaardige festivaldag. De ziedende black metal van het Utrechtse Terzij De Horde ramt al vanaf twee uur in de middag alle zondagrust aan gort. Ze delen het podium met het Tilburgse Ggu:ll, maar het deel dat ik van het optreden bijwoon laat geen ruimte voor die samenwerking. Althans, ik heb geen noot doom of drone gehoord, alleen verpulverende, blazende blackmetaltornado’s met de band(s?) in een waas van rood licht en rookkanonnen. Terzij De Horde heeft net een nieuw album uit, ‘In One of These, I Am Your Enemy’ en die krijgt alle speelruimte. Wellicht dat in een later stadium (het geluid van) Ggu:ll meer ruimte krijgt, de bands schijnen ook een album in de maak te hebben die later dit jaar moet uitkomen, maar dat heb ik niet meer meegekregen. Want hoewel ik Terzij De Horde op plaat geweldig vind klinken, kom ik er vandaag niet zo goed in. Na drie lange festivaldagen en redelijk achterin de zaal staand – normaliter sta ik vooraan – komt de zwartgeblakerde blackmetalvuurzee mij wat eenvormig over. Te weinig ademruimte en dynamiekverschil. Een beetje hetzelfde euvel als wat ik ervoer bij Freja. Misschien is dit type blackmetal live voor mij gewoon niet weggelegd. Collega Edwin vindt het in ieder geval geweldig, maar ik ga voortijdig richting de Next Stage en laat het verslag van dit optreden aan hem over…
Er hebben al veel memorabele samenwerkingsverbanden op de bühne gestaan de voorbije dagen. Hebben we ze allemaal achter de kiezen? Nee, de dag begint direct met een wel heel vette colab! Met al drie festivaldagen in de benen worden we eens even stevig wakker gemaakt, Terzij de Horde // Ggu:ll trappen de dag af met een bijna anderhalf uur durend optreden. Voor laatstgenoemde is het optreden een thuiswedstrijd. De bands doen een soort tag team metal battle, ze lossen elkaar gedurende de set af en delen het podium tijdens enkele nummers. Om het voor achterin de zaal volgbaar te houden: Terzij de Horde – red light! Ggu:ll – green light! Een blackened doom metal versie van Squid game – zonder bloederige afloop. Er staan twee drumstellen op het podium zodat alles vlotjes verloopt. Het verveelt geen moment en die anderhalf uur vliegen voorbij. Er is geen winnaar in deze machtige tug-of-war. De bands, toch ieder zo zijn eigen geluid, vormen een ijzersterke ketting. Er is geen zwakke schakel te bekennen.
Er zijn altijd bands die op een festival klem zitten geprogrammeerd tussen twee grote acts. Ik hoop niet dat de heren en dame van Huntsmen het zo ervaren hebben, maar qua beleving voelde het voor mij als aanhoorder wel zo. Het contrast kan niet groter zijn. Huntsmen speelt, zoals in de omschrijving staat uitgelegd, Americana vermengd met doom. En wat is dat dan wel in de praktijk? Op het podium treffen we een vijftal musici aan, zangeres Amie Bueno en zanger-gitarist Chris Kang verdelen de zang. Hun samenzang komt een beetje over als een verliefd stel dat vrolijk babbelt over de aardse dingen die hun bezighouden, over de mooie dingen die ze om zich heen zien gebeuren. Maar dan op het podium van een underground metalfestival. Redefining heaviness. Al met al klinkt de band erg lekker, maar … het is toch even schakelen.
Over schakelen gesproken. De Eindhovense band SØWT brengt ons voor even terug naar de frisse poppunk van begin jaren negentig. Op het podium zien we Danielle Warners, bassiste van GGGOLDDD, zich uitleven. Ze ontpopt zich als frontvrouw van een up-and-coming band waar we wellicht nog wat meer van zullen horen in de toekomst. De jongens om haar heen zijn wat ingetogener, maar al met al zorgt de band voor een luchtig momentje tussen alle zwaarmoedigheid.
In (of is het op?) de Next Stage weer een andere samenwerking: The Devil’s Trade met John Cxnnor. The Devil’s Trade is een alias van de Hongaarse singer-songwriter Dávid Makó en John Cxnnor is een industrial/electronic project van de helft van de Deense postmetal/sludge-band LLNN, die zelf ook zaterdag optrad, maar helaas op zo’n onchristelijk vroeg tijdstip dat ik dat helaas heb gemist. Als schrale troost dan maar even checken wat we hier voorgeschoteld krijgen. Dat valt zeker niet tegen. Bij een naam als John Cxnnor denken filmfans natuurlijk snel aan het personage uit de Terminator-reeks en de muziek klinkt wel degelijk cinematografisch verantwoord. De electro-gothic industrial filmmuziek zou qua gloomy sfeer, op de rustige momenten, zo uit de pen kunnen komen van een Brad Fiedel, en de kaalgeschoren zanger heeft bijna net zulke dikke bovenarmen als Arnie. Zijn pornodruipsnor is echter nog dikker dan die van de agent van de Village People en Johan Derksen. Wanneer de beats er met een knal inkomen en de muziek behoorlijk stevig en dansbaar wordt, krijg je zin in een woordeloze tête-à-tête met een fladderende vleermuis op een gothic party. Maar vooral de ingetogen nummers en fragmenten waarin de zanger een hoofdrol opeist met zijn indringende, Hongaarse klaagzangen en intense performance zijn bijzonder fraai. Ja, een interessante artiest uit Hongarije. En er komen meer interessante bands uit Hongarije, want als ik bij de merchandise mijn zojuist gestorte maandsalaris er alweer veel te snel doorheen jas, loop ik eindelijk een andere ALOM-collega/vriend tegen het lijf: “Eindelijk, na ruim drie dagen Roadburn zien we elkaar dan toch!” En hij heeft een vriend uit Hongarije meegenomen, tevens manager van Thy Catafalque, een Hongaarse avant-alles eenmansband die vorig jaar op Roadburn Redux de exclusieve online streaming presenteerde van het album ‘Vadak’. We blijven iets te lang ouwehoeren zodat ik Solar Temple met Dead Neanderthals en het multimedia soundcollectief Het Concreet in de Paradox misloop, maar als Lingua Ignota op punt van beginnen staat, is het toch echt gedaan met de social talk.
Lingua Ignota is namelijk een van de, zo niet dé artiest die ik ab-so-luut moet en zal zien. Haar vorige album ‘Caligula’ uit 2019 sloeg bij mij in als een bom, maar helaas vond die inslag pas plaats ná haar optreden op Roadburn 2019. Kortom: onzalig zijn de armen van geest, ik had haar toen niet gezien. Dat zal me geen tweede keer gebeuren! Ik heb me helemaal midden vooraan genesteld, met dank aan een Noorse vriend die ik ook al die Roadburndagen nog niet had gezien, maar uiteindelijk dankzij social media toch heb opgezocht en weten te vinden: hij blijkt voor zichzelf een premium plekje verworven door ruim op tijd te komen en dat was geen sinecure, want hij moest zich eerst door het tweede optreden van Liturgy heen worstelen (“Man, that was horrible!”). Inmiddels heeft Lingua een nieuw album uit, ‘Sinner Get Ready’, en het heeft er alle schijn van dat dit album centraal zal staan tijdens dit optreden. Zeker als blijkt dat we alleen Kristin Hayter aka Lingua Ignota te zien krijgen, geen band. Het is alleen deze frêle blonde, gehuld in een doorschijnende groene jurk met daaronder een zwarte bh en dio slip. Ze staat op een verhoging met daaromheen vijf verticaal geplaatste tl-buizen op standaards die continu schijnen. De eerste minuut staat ze doodstil. Zonder geluid, zonder zang, zonder muziek. Doodse stilte. De spanning is voelbaar. Pas na een minuut begint ze te zingen, ondersteunt door minimale muziek die soms elektronisch aandoet, dan meer op martial industrial of gothic lijkt, dan meer op avantgarde chamber music, of het zijn meer field recordings of spoken word samples. Of van alles wat en door elkaar. Op de backdrop zijn veel sfeerbeelden van natuur en dooprituelen in een rivier te zien, visuals die zeker toevoegen aan de sfeer van de muziek en wat vooral de eerste twee Roadburndagen nogal eens gemist werd tijdens optredens. Lingua zingt niet zomaar: haar zingen is een ritueel. Een performance art. Een lament van religieuze proporties waarbij ze alles uit de kast haalt. Van fluisteren tot sopraan, van het aanbidden tot Jezus tot furieuze liefdespijn die ze uitschreeuwt: een opera is er niks bij. Nu verdiep ik me zelden in songteksten, maar als ik alleen al naar de songtitels kijk, dan lijkt me dit geen gemakkelijke tante en krijg ik meer dan eens associaties met de intensiteit van een Diamanda Galás. Gelukkig zijn de andere ALOM-medewerkers grotere roddeltantes dan ik en terwijl Lingua speelt, staat onze Roadburn-groepsapp roodgloeiend met verhalen over de gewelddadige affaire die Lingua de afgelopen jaren had met de frontman van Daughters: mentale en fysieke verkrachting, gaslighting, zelfmoordpoging, eetstoornis, de hele mikmak. Aha, dat verklaart hoe zij op het podium haar lief en zaligheid en haar hele hebben en houden eruit gooit met de grootste zielenroerselen en hartpijn. Hoe heftig ook, het wordt op een gegeven moment wel een beetje too much. Een dikke drie kwartier weet zij met de overtreffende trap een nieuwe definitie te geven aan de term ‘drama queen’ en al was de performance behoorlijk indrukwekkend en is het bijzonder knap dat zij in haar eentje op zo’n gigantisch podium het publiek geboeid houdt, ik mis toch iets. Iets extra’s. Iets dat net dat beetje toevoegt, iets dat het optreden net zo magisch maakt als bijvoorbeeld GGGOLDDD. Een band?
Als even na zessen Lingua haar laatste pijn met ons heeft gedeeld moet ik helaas voortijdig afscheid nemen van Roadburn. Hoe verschrikkelijk geweldig deze editie toch weer blijkt te zijn, en dat had ik op voorhand om meerdere redenen zeker niet verwacht, uiteindelijk is deze Roadburn-editie slechts een opmaat, een opwarmertje, een support voor dat waar het dit lange weekend uiteindelijk écht om draait. Daarom ben ik ook blij dat ik nog net Lingua Ignota heb kunnen zien, want zij is het ideale laatste voorprogramma voor de hoofd-act voor mij dit weekend: Dead Can Dance in Utrecht. Dus terwijl ik voor de laatste keer mijn beker deponeer in de donatie-emmer voor United Nations World Food Programma (elke beker levert een schoolmaaltijd aan een kind in een derdewereldland: uiteindelijk brengt deze actie bijna €5300,- op) moet ik nog even denken aan wat Walter een dag eerder tegen mij zei, voordat hij vlug wegloopt alsof hij iets godslasterlijks zegt: “Stiekem zou ik met je mee willen gaan.” Als zelfs Mister Roadburn het goed vindt, dan kan ik met een gerust hart gaan. En hoe buitenaards verbluffend Dead Can Dance later die avond ook blijkt te zijn, misschien is dat weer een mooie opmaat voor de albumpresentatie van GGGOLDDD op 5 juni in hetzelfde TivoliVredenburg? Walter, Becky en alle andere mensen die deze Roadburn mogelijk hebben gemaakt: onnoemlijk veel dank en graag tot gewoon weer volgend jaar!
Als laatste der Mohikanen laveer ik (Edwin) me een weg naar Mizmor, dat al speelt in de Terminal hal. De band is inmiddels een oude bekende van het festival; In 2018 werd Yodh integraal gespeeld, en tijdens Redux was er de kennismaking met het nummer Wit’s end. Nu is het de beurt aan het nieuwste album Cairn. Mizmor, of eigenlijk A.L.N., heeft niet stilgezeten qua platenoutput, we zagen hem ook vorig jaar op Soul Crusher optreden, toen met andere begeleidende bandleden. A.L.N. is dus Mizmor. De sound van de band is de andere constante factor; Mizmor is een solide doom met dezelfde kenmerkende shrieks en howls van A.L.N., dezelfde Sabbathesque riffs. Heaviness on repetition? Het klinkt vertrouwd, en in dit geval als een warm bad waar de stop uitgetrokken wordt.
Het is tijd om de spullen in te pakken. Er zal weer schoorvoetend teruggekeerd moeten worden naar het normale leven. Dat later op de avond Thou voor de vierde keer een niet-zo’n-grote-verrassingsshow zal doen waarbij dit keer Black Sabbath songs door de gehaktmolen gaan en de band zich, gesteund door Lingua Ignota, vergrijpt aan de klassiekers van Sint Ozzy, het is iets wat we later pas horen. Een dag zonder Thou is een dag niet geleefd, had een samenvatting van Roadburn 2022 kunnen zijn. Dat zou wel alle andere uitzonderlijke bands en de organisatie achter dit festival (veel) te kort doen. Meer dan ooit toont Roadburn zich een festival dat zijn gelijke niet kent. Een festival ook dat zijn eigen motto waarmaakt. Heaviness Redefined. Absoluut!
Social media