Power Paladin – With The Magic Of Windfyre Steel
Atomic Fire Records
Release datum: 7 januari 2022
“De IJslandse power metal vlag mag gehesen worden. Skol!”
Vera Matthijssens I 7 januari 2022
Het nieuwe label Atomic Fire Records start het jaar goed met meerdere interessante releases. Eén van hen is het debuutalbum van de IJslandse power metal band Power Paladin. Power metal uit IJsland? Geef toe, dat is uitzonderlijk, want we kennen het eiland van vuur en ijs voornamelijk van ruwere en extremere subgenres in metal. Dat de onverbiddelijke natuur en ruwe omgeving ook de wieg kan zijn van opbeurende, snelle power metal, dat is nieuw. De band zelf noemt zich zelfs de enige actieve power metal band van het land momenteel.
Power Paladin bestaat uit zes dertigers die bands als Iron Maiden, Dio en Helloween als hun grote voorbeelden vermelden, maar zelf eerder opgegroeid zijn al luisterend naar Edguy, Rhapsody en HammerFall. Het feit dat ze ook nog fan zijn van fantasy games en boeken van o.a. Brandon Sanderson en Joe Abercrombie, maakt het plaatje compleet en is ook gereflecteerd in het weelderige artwork van James Child. Het is prijzenswaardig dat de leden zelf instonden voor opnameproces en productie – met een schitterend geluid tot gevolg – en slechts hulp inriepen van Haukur Hannes (Auðn, Dynfari) voor de mix en Frank de Jong voor de mastering.
Het is een feestelijk begin met enige folk invloeden die de single ‘Kraven The Hunter’ als eerste uit de boxen laat knallen. De cleane zang van Atli klinkt vurig, zoals bij hardrock in de jaren tachtig, maar even later demonstreert hij de hoge regionen al gillend ook aan te kunnen. Dit alles wordt aangevoerd door een energieke ritmesectie en veel spetterende gitaarsolo’s. ‘Righteous Fury’ is nog een pak agressiever, snel en intens laat men de dubbele basdrums op ons los, terwijl de cleane zang wat repliek krijgt van grunts. Daar staat dan weer waardige, tragere zang tegenover in het refrein. Toffe song. En dat denken we wel meer, want ook het vlotte ‘Evermore’ (met laag gesproken fragment) maakt duidelijk dat men er geen al te gepolijst geheel van wilt maken, ondanks de aanwezige achtergrondkoortjes. Verhalend met pit is het stampende ‘Dark Crystal’ waarin vurig en snel gespeeld wordt. Een kerkklok luidt aan het begin van ‘Way Of Kings’. Scherpe leads en een gil penetreren de song waarin naast het egale refrein ook weer even ruwere zang opduikt, evenals een synthesizersolo. Er is aan alles gedacht. De agressie viert terug hoogtij in ‘Ride The Distant Storm’ en ‘Creatures Of The Night’ is terug vlot als de eerste single, maar heeft als afronding een knappe bluesy gitaarsolo, ondersteund door Hammond orgel. Dan volgen er nog twee langere songs waarin de band eerder episch te werk gaat en dat is altijd interessant. Het rockend galopperende ‘Into The Forbidden Forest’ wordt kalm, verhalend gezongen, maar halverwege wordt het filmisch met orkestrale arrangementen die uitmonden in waardige zang en een gil die beide aan Manowar doen denken. Een beetje maar. ‘There Can Be Only One’ start met klassieke piano vooraleer riffs invallen en heeft ook weer een galopperend ritme met eerst bezadigde zang en daarna heel hoog. Nog een strijkje hier en daar en wat kwieke gitaarsolo’s en de IJslandse power metal vlag mag gehesen worden. Skol!