Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Neal Morse – Sola Gratia
Inside Out Music
Release datum: 11 september 2020
“Qua opbouw is dit een meesterwerk, sentimenten worden opgewekt op het juiste moment en als geheel – 66 minuten lang – is dit toch weer een stukje oeuvre van deze man dat smaakt, ondanks de wat matte start.”
8.3/10
Vera Matthijssens I 18 september 2020

Waarom een soloalbum van Neal Morse en geen worp onder de noemer The Neal Morse Band? Omwille van de voor de hand liggende reden dat er minder muzikanten aan deze composities van de vrome man hebben meegewerkt. Dat heeft natuurlijk alles te maken met lockdown en het coronavirus. ‘Sola Gratia’ is ontstaan in isolatie, waarbij de muzikanten slechts contact hadden van op afstand. Dat creëerde een nieuwe situatie, maar het is gelukt!

Heeft ‘Sola Gratia’ te maken met ‘Sola Scriptura’ (2007)? Wel, het is algemeen geweten dat Neal Morse zich altijd laat inspireren door zijn geloof en ‘Sola Gratia’ is dan ook een conceptalbum over de apostel Paulus, terwijl hij in meerdere songs zijn geloof openbaar belijdt. Het ontstaan van inspiratie voor dit album had een romantisch verloop. Het was tijdens een cruise in Australië en Nieuw Zeeland dat Morse bij dageraad op het dek van het schip begon te schrijven. Thuis werkte hij de songs af. De invulling gebeurde tijdens de lockdown in april door zijn goede vrienden Mike Portnoy op drums en bassist Randy George. De strijkers komen van Gideon Klein (‘The Glory Of The Lord’).

Neal Morse’s soloalbums zijn gewoonlijk erg beschouwend en rustig en zo gaat ‘Sola Gratia’ ook van start. Herkenbaar, maar niets speciaals. ‘Overture’ is filmisch en bombastisch, mijmeringen worden ondersteund door (zoete) achtergrondzang, meerdere korte instrumentale intermezzo’s en de welbekende The Beatles invloeden in het wat pittigere ‘Building A Wall’, qua thematiek netjes aanschurend tegen dat andere grote voorbeeld Pink Floyd waar we meerdere invloeden van detecteren. Gitaarsolo’s zijn sensitief en zorgen voor heerlijke, uitwaaierende momenten. Af en toe is er wat proggy spielerei met onrustige strapatsen, maar het is pas vanaf ‘Never Change’ dat de muziek echt beklijvend is. Dit prachtige nummer heeft een zekere grootsheid in al zijn rust en pakt ons meteen in. Net zoals ‘Seemingly Sincere’ met zijn onweerstaanbare frivole synths die zowel aan Tangerine Dream als aan Pink Floyd doen denken. Dit soms zwaar rockende nummer met zijn speelsheid is een knaller! Niet toevallig zijn dit de langste nummers. De glorie van de Heer wordt verder bezongen in ‘The Glory Of The Lord’ met een vroom koor en dat vloeit naadloos over in de finale welke groots en filmisch is en meermaals aan ‘Eclipse’ (zangpartijen ‘All that you want’ – ‘Dark Side Of The Moon’) doet denken. Qua opbouw is dit een meesterwerk, sentimenten worden opgewekt op het juiste moment en als geheel – 66 minuten lang – is dit toch weer een stukje oeuvre van deze man dat smaakt, ondanks de wat matte start.