Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Mike LePond’s Silent Assassins – Whore Of Babylon
Silver Lining Music
Release datum: 26 juni 2020
“In ieder geval is dit weer een album dat klinkt als een klok en veel sterke melodieën bevat voor de fans van pure heavy metal.”
8.3/10
Vera Matthijssens I 20 juni 2020

Met ‘Mike LePond’s Assassins’ (2014) en ‘Pawn And Prophecy’ (2018) bouwde Mike LePond – net als meerdere van zijn collega’s in Symphony X – inmiddels een interessante solocarrière uit. Daar komt nu het derde soloalbum ‘Whore Of Babylon’ bij en dat is weer een manifeste ode aan pure old school heavy metal. De kernbezetting met zanger Alan Tecchio en hulp van zijn Symphony X maten Michael Romeo (productie in zijn studio, keyboards, mandoline, drum programmeren en orkestratie) en Michael Pinnella (piano, orgel) is dezelfde gebleven. Gitaarsolo’s werden aangeleverd door Lance Barnewold en Rod Rivera. LePond zelf speelt naast bas ook ritme en akoestische gitaar.

Het album gaat bijzonder stevig en strak van start met ‘Dracul Son’ en ‘Ides Of March’ waarin vurige solo’s, prominente baspartijen en geëxciteerde zang die dikwijls gillend de hoge regionen opzoekt de voornaamste kenmerken zijn. Het moge duidelijk zijn dat Judas Priest, Manowar en Kiss hoog aangeschreven staan bij deze Amerikanen. Heel wat solo’s op bas, gitaar en zelfs even piano (Pinnella) in het wervelende ‘Tell Tale Heart’. Voor de afwisseling is er het fraai folky ‘Night Of The Long Knives’, met mandoline, kalme en verhalende zang en aanstekelijke melodieën. Nog meer afwisseling in de ballade ‘Champion’ welke helemaal beheerst wordt door het fluitspel en vrouwelijke zang van Sarah Teets. Wel behoorlijk gepolijst in Amerikaanse stijl dit nummer. Maar daarna gaat men er terug heftig en gillend tegenaan in ‘Ironborn’ en het compacte, ietwat AC/DC achtige ‘Lady Bathory’. Een andere betrachting van LePond is dat hij geschiedkundige teksten combineert met stoere heavy metal en dat betekent dat ‘Whore Of Babylon’ bol staat van oosterse invloeden en dat ‘Avalon’ weer verhalend met folkloristische toets is. Die lange afsluiter vangt aan met bassolo en kent een geleidelijke opbouw. Later trekken een orgelsolo (Pinnella) en een kalmer stuk met zang de aandacht. Niet altijd is de zangprestatie van Tecchio vlekkeloos, maar het is een kwestie van smaak of zijn hoge noten je bevallen. In ieder geval is dit weer een album dat klinkt als een klok en veel sterke melodieën bevat voor de fans van pure heavy metal.