Arne Vandenhoeck: “We zaten echt in een positieve, creatieve flow. Als ge weet dat het intro van de plaat gewoon daar in de studio ontstaan is… dat was gaaf.”
Met de regelmaat van de klok brengt Marche Funèbre nieuw werk uit. Een volledig album was geleden sinds 2017 (‘In The Arms Of Darkness’) maar sindsdien waren er ook twee split EP’s en een viering van het tienjarig bestaan, waarbij weer een EP uitkwam. Een volgend decennium wordt voor de Belgische doom metal band ingezet met ‘Einderlicht’, het vierde studioalbum waarover zanger Arne Vandenhoeck ons bijpraat in het volgende interview.
Vera Matthijssens Ι 19 november 2020
Wat is er gebeurd na de release van vorig album ‘In The Arms Of Darkness’ in 2017?
We hebben meteen enkele shows kunnen doen voor dat album en ook daarna hebben we geregeld kunnen optreden. Heel de release van dat album zat in een positieve vibe. Dat begon al met onze videoclip en we hadden voldoende shows in het begin. Allemaal heel tof. Een paar maanden later kregen we bericht om naar de VS te gaan en dan zijn we meteen aan de voorbereidingen voor die trip begonnen. Tegen dat we naar de VS konden gaan, zou de plaat een jaar oud zijn. Om die tour te promoten, vonden we dat we toch iets meer zouden moeten uitbrengen, dus we zijn eigenlijk beginnen schrijven eind 2017 om een split te kunnen uitbrengen met Eye Of Solitude. Tegelijkertijd hadden we ook nog een aantal nummers in de schuif liggen, zodat we ons tienjarig bestaan konden vieren met het uitbrengen van nog een EP. Redelijk veel showtjes gedaan in 2017, dan hebben we ‘Darkness’ opgenomen voor die EP met Eye Of Solitude, een nummer waar we tot nu toe nog heel tevreden over zijn. Het zit ook nog altijd meestal in onze setlist als opener. In het voorjaar van 2018 hebben we de EP opgenomen met drie nieuwe nummers en de cover van Paradise Lost ‘As I Die’. Om daarna tien dagen te gaan toeren in de VS. Dat was natuurlijk een enorme ervaring. Ik ga niet zeggen dat we er altijd voor veel volk gespeeld hebben, maar heel die ervaring was toch wel fantastisch en er waren coole shows bij. Het tart de verbeelding als je als muzikant mag gaan optreden in Seattle, Los Angeles. Dat was wel wat. Dat heeft ons zeker een extra drive gegeven. Toen volgden al onze festiviteiten voor ons tienjarig bestaan met de EP erbij die al wat steviger uitviel dan de full length waarop eerder lange nummers te vinden waren, weinig death metal invloeden, weinig acceleraties. Daarentegen was de EP uit 2018 het stevigste materiaal dat we tot dan uitgebracht hadden en in die flow zijn we beginnen schrijven. De nieuwe nummers uitvouwden zich een beetje tussen de twee in. Enerzijds toch terug wat meer death metal erin, korter en krachtiger, anderzijds in het verlengde van ‘Into The Arms Of Darkness’. Een nummer als ‘The Eye Of The End’ is een song die we geschreven hebben in die flow na de ‘Death Wish Woman’ EP. Het oudste nummer is toch wel openingsnummer ‘Scarred’, dat had ik al geschreven voor ‘Into The Arms Of Darkness’ uitkwam, in de periode dat we ook een aantal nummers van de ‘Death Wish Woman’ EP geschreven hebben, maar dat raakte niet af. Er was iets dat ons tegenstak in die eerste versie en dat is nu geëvolueerd naar de nieuwe versie waar we allemaal heel tevreden over zijn. We hebben dan ook nog optredens gedaan. In Griekenland, dat was fantastisch, Malta, altijd plezant, we zijn er nogal geweest. Russische optredens. Dat was ook heel echt de moeite, een klein jaar geleden was dat. In Roemenië hebben we nog een fantastisch festival gedaan met Dark Tranquillity en A Pale Horse Named Death. Met Ancient, de Noorse band waar we dan ook heel goed mee overeenkomen sindsdien. We hebben ons niet verveeld.
Zeg dat wel. In feite is het misschien wel eens goed dat er nu een pauze is om dat allemaal te laten zakken en verwerken… Zo kan je het ook zien…
Ja, dat is ook een manier om het te bekijken, maar ik zou liever van de ene rollercoaster in de andere rollen. We hebben in het voorjaar, in februari het album ‘Einderlicht’ opgenomen en tegen dat Markus Stock de mix beëindigd had, zaten we hier in het begin van de lockdown. We hebben dus maar een beperkt aantal optredens moeten laten vallen in het voorjaar. In het najaar wat meer, want er stond een tour met Poema Arcanus in de steigers, maar die mannen geraken hier niet uit Chili en ook de helft van de optredens zou hier maar mogen doorgaan, dus dat gaan we dan op een later moment of niet doen. Darken The Moon festival hebben we dan ook een editie moeten uitstellen. Dat gaan we dan volgend jaar moeten doen met een aantal extra shows om het nog betaalbaar te houden voor ons. Maar we zitten nooit stil, je weet dat Vera. We hebben dan gewoon een aantal Belgische shows op poten gezet en die zijn dan toch kunnen doorgaan op 25 en 26 september. Een ervan ging in principe klein zijn, met enkel wat locale bands, maar dat is nu door de omstandigheden een grote show geworden met 150 tickets die in een wip uitverkocht waren. Onze grotere show in Gent werd eerder een huisconcert, maar wel met enkele andere bands zoals Witchtrail en Sons Of A Wanted Man. We hebben deze zomer ook een live stream opgenomen en die is begin september uitgezonden. Die staat nu on line op ons YouTube kanaal. Goed geluid, goed beeld, negen verschillende camera’s… we hebben het dan ook gebruikt voor onze videoclip voor ‘The Maelstrom Mute’ want daar hadden we oorspronkelijk heel andere plannen voor. Deze video was een noodplan, zelfs plan C, want in Antwerpen hadden we in de zomer ook nog die semi-lockdown en toen ging het helemaal niet meer. Al een geluk dat we die beelden van Festiviral hadden en dat we die konden doorsturen naar onze maat die de andere video ook had gemaakt.
In dat bepaald nummer, ‘The Maelstrom Mute’ komt een fragment van een tekst van Cesare Pavese. Is dat een dichter?
Ja, dat is een tekst van een Italiaanse dichter die ondertussen al lang gestorven is. We werken alleen met goede schrijvers (lacht). Op elk album komt er wel zo ene aan bod. Lampo, Baudelaire, Lord Byron, enz… Ik kan er niet zoveel over zeggen. Het is onze gitarist Peter die professioneel gezien ook veel met teksten bezig is. Hij begeleidt… euh begrafenissen. Ceremoniemeester dus. Hij komt dikwijls met sterke teksten in aanraking en deze kwam er ook voorbij. Deze tekst is bij hem op zijn bureel beland nadat die Cesare zelfmoord gepleegd had en dat is het thema van de nieuwe plaat. Heel toepasselijk. De dood kan op elk moment daar zijn. Wij hebben dat ook als filosofie bij Marche Funèbre: elke stap die je zet, is een stap dichter bij het graf. Cesare heeft er dan zelf voor gekozen om die stap te zetten, maar het is niet persoonlijk, want hij is al ettelijke jaren dood en begraven.
Hoe was het opnameproces ditmaal met Markus Stock van Empyrium in Duitsland?
We zijn er al dikwijls geweest en dat is natuurlijk altijd een logistieke uitdaging. Het is al vlug zeven uur rijden vanuit België. In het begin van het jaar zijn we er twee weken geweest. Ik volgde pas in de tweede week, want in het begin zijn dat de basispartijen die men opneemt en de zang komt pas laatst. We zaten echt in een positieve, creatieve flow. Als ge weet dat het intro van de plaat gewoon daar in de studio ontstaan is… dat was gaaf. We hadden wel een paar ideetjes. Het vergt altijd veel van jezelf. Bij Markus is het opnemen van negen uur tot zes. Elke dag opnieuw. Dan is het gedaan. Naar het einde toe verslapt de aandacht soms, maar ik heb er wel op gestaan om tot het einde gefocust te blijven. De zang is immers van prioritair belang, maar ik denk dat we allemaal heel tevreden zijn over onze eigen prestatie en die van de band in zijn geheel. Ik weet niet of het opvalt, maar we hebben hier en daar wel een extra lijn zang toegevoegd om een en ander krachtiger of voller te laten klinken, zeker bij de cleane zang. Dingen die je niet mist als ze er niet zijn, maar die toch net dat verschil uitmaken en een nummer beter maken. Markus denkt daar dan heel actief in mee. Hij is gewoon ons zesde bandlid als wij daar zijn. Er was een klik vanaf de eerste moment dat we daar waren en dat gaat niet weg. Dat blijft een toffe mens. We kennen elkaar ondertussen – bij wijze van spreken – al door en door, dus is het een no brainer dat we daar opnemen.
Jullie hebben voor het eerst een nummer opgenomen met een Nederlandse tekst, het titelnummer ‘Einderlicht’. Was dat een spontane ingeving of een grote uitdaging?
Zoals meestal bij ons, komen de dingen gewoonlijk vanzelf. Ik ben zelf Nederlandstalig en ik had al in het Engels en in het Frans gezongen in Marche Funèbre, maar nog nooit in mijn eigen taal, terwijl ik eigenlijk beter in het Nederlands kan schrijven dan in het Engels. Dat taalgevoel is iets hoger. Dat is een ding en anderzijds gingen de nieuwe nummers allemaal maar over dat het leven plots kan stoppen, het einde van de tunnel en ik wist dat ik nog een tekst had liggen die ik geschreven had in 1998 op vraag van een kameraad, waar ik toen heel trots op was. Ik had die een paar jaar geleden al eens van onder het stof gehaald als potentiële Marche Funèbre tekst. En zoals altijd wanneer ik met iets afkom, zeiden de anderen: ja doe maar, we zien wel wat er van komt. En dat liep goed. Het is nu niet dat ik nog nooit in het Nederlands gezongen had, want in vroegere bands heb ik dat ook gedaan. Lang geleden. De stap was dus niet zo groot, al gaf het me wel een beetje een raar gevoel, alsof ik kleinkunst zou zingen. Bij dat heel gevoelig stuk dacht ik: wat ben ik hier aan het doen? Na de eerste schroom voor dat fragiel stuk werd het gaandeweg beter, ik ben er nu heel blij mee. Ik vind dat een van de mooiste zanglijnen die ik ooit heb opgenomen. In je moedertaal is het toch nog meer in your face. Ook van niet Nederlandstalige mensen, zoals het label en Markus, kregen we positieve reacties erover. Ik ben heel tevreden dat ik dit heb kunnen doorzetten en dat de anderen ervoor te vinden waren. We hebben hiermee toch iets moois kunnen neerzetten denk ik.