Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Lord Belial – Rapture
Hammerheart Records
Release datum: 27 mei 2022
“Als er ooit een album is geweest dat in aanmerking kwam voor een rigoureuze remix, dan is het deze comeback van Lord Belial…”
7/10
Jan Simon Hoogschagen I 27 mei 2022

De prijs voor comeback van het jaar gaat waarschijnlijk naar de Zweedse black metal veteranen Lord Belial. Veertien jaar na het verschijnen van hun tot nu toe laatste album ‘The Black Curse’ en zeven jaar nadat volledig de stekker uit de band werd getrokken is er een nieuw album.

Op ‘Rapture’ pakt het trio de instrumenten weer op om ouderwets van leer te gaan, alsof er niet een eeuwigheid verstreken is. Lord Belial werd dertig jaar geleden, midden in de wilde, zelfdestructieve tweede golf van Black Metal opgericht. De band heeft altijd wat in de schaduw gestaan van illustere landgenoten als Marduk en Dark Funeral en eerlijk gezegd is dat ook wel te begrijpen. Hoe goed en professioneel Lord Belial ook is en hoe consequent de band een satanisch dan wel “evil” imago nastreeft, je wordt geen moment bij de strot gegrepen en meegesleurd zoals dat bij die twee bands het geval is. Dat was in het verleden zo en is op ‘Rapture’ niet anders. Het is geen black metal op het scherpst van het snede, geen balanceren op het randje. Dat betekent niet dat dit een album is dat je als black metal fan het beste kunt negeren. Integendeel. Zeker voor wie black metal best wat bombastisch en theatraal mag zijn is er genoeg te halen. Verwacht geen black metal als een muzikale imitatie van een opstijgende F35 met de naverbrander aan, Lord Belial is verrassend melodieus. Je moet – zeker tijdens de eerste nummers op ‘Rapture’ wel even graven om de melodielijnen te vinden, maar ze zijn er wel degelijk en als je ze vindt dan hoor je niet anders dan classic metal gitaarsolo’s tussen de black uitbarstingen. De openingsnummers ‘Legion’ en ‘On The Throne Of Souls’ laten zien dat de mannen van Lord Belial misschien ouder zijn geworden, softer zijn ze met het klimmen der jaren zeker niet. Drummer Micke Backelin perst de een imponerende hoeveelheid beats en roffels uit zijn kit alsof hij nooit noodgedwongen door tinnitus de drumstokken aan de wilgen moest hangen. Op dit fundament wordt een song gebouwd waarin niet op een riff of solo bezuinigd wordt, maar het valt naar mate de songs voorbij marcheren op dat het geluid, zeker in het begin, vrij dunnetjes is. De voortdenderende hogesnelheidstrein op de basedrums is vaak amper te horen, zover naar de achtergrond is die verbannen, terwijl je zou willen dat die blastbeats je middenrif aan flarden scheuren. Spreekwoordelijk natuurlijk. Het zijn sowieso de hoge tonen die overheersen. Zelfs de keyboards die in ’Belie All Gods’ worden opgevoerd en meteen een nostalgische flashback naar de jaren negentig verzorgen, lijken vrij basloos te zijn opgenomen.

Pas wanneer Lord Belial met de tweede helft van het album begint (of kant B zoals je tegenwoordig weer mag zeggen) lijkt iemand wat met de schuifjes op het mengpaneel gespeeld te hebben. Er klinkt zowaar wat bas en met dat beetje extra body wordt het meteen een stuk interessanter. Zelfs wanneer in ‘Lux Luciferi’ de keyboards als een soort muzikale kitspuit alle kiertjes in de song volspuiten klinkt het nog goed en bij het direct daarop volgende nummer is – de wonderen zijn de wereld nog niet uit – de basdrum te horen. Niet heel prominent, maar in ieder geval meer en prominenter dan in de ruim dertig minuten die voorafgingen aan dit moment. Het mag duidelijk zijn, de voornaamste tekortkoming aan ‘Rapture’ is de productie en de betere tweede helft verandert daar niets aan. Er zijn klassieke albums die ondanks een beroerde productie een onsterfelijke status hebben bemachtigd, maar dit is er niet zo eentje. Als er ooit een album is geweest dat in aanmerking kwam voor een rigoureuze remix, dan is het deze comeback van Lord Belial…