Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
John Kevill: “Ik vind het erg belangrijk dat je als muzikant telkens verbetert of toch tenminste op hetzelfde niveau blijft.”

Al jarenlang staat het Amerikaanse Warbringer garant voor een degelijke portie thrash metal. Frontman John Kevill is zo bezeten door geschiedenis en dan vooral door beide wereldoorlogen dat hun teksten best goed onderbouwd zijn. Het is dan ook met John dat ik een gezellige babbel had over hun nieuwe album Weapons Of Tomorrow’.
Koen de Waele Ι 10 april 2020

Hallo John. Het is alweer drie jaar geleden dat we elkaar nog eens gesproken hebben en dat was bij het ‘Woe To The Vanquished’ album. Nu is Warbringer terug met ‘Weapons Of Tomorrow’. Tevreden met het resultaat?
Ja natuurlijk. Moest het niet goed zijn, zou ik het nooit uitbrengen. Ik vind het erg belangrijk dat je als muzikant telkens verbetert of toch tenminste op hetzelfde niveau blijft. Zouden we achteruitgaan, dan was ik er al met gestopt. Je hebt van die bands die al een eeuwigheid meedraaien en echte klassiekers gemaakt hebben. De jaren erna hebben ze dat nooit meer kunnen overtreffen. Ik mag niet denken dat dit bij ons ook het geval zou zijn. Ik wil Warbringer niet onderbrengen in die categorie. Het zou voelen alsof we zonder ideeën of inspiratie zitten. Zo zou ik niet kunnen verder doen. Ik wil of nieuwe dingen uitproberen of niets doen.

Voorganger ‘Woe To The Vanquished’ was meer gebaseerd op geschiedenis zoals WOI en WO II. Ik dacht zelfs dat jij een geschiedenis leraar was. Nu draait het concept om oorlog voeren in de toekomst. Is dat een geheel nieuwe inspiratiebron die je aangeboord hebt?
Ik heb al een bachelor graad in geschiedenis en ben bezig om les te mogen geven. Nu is het niet zo dat dit concept helemaal toekomstgericht is. Het idee komt al terug op de albumcover. Op de achtergrond zie je de kleuren rood en koper zoals op het vorige album. Op de voorgrond domineren blauw en zilver. De wapens van de toekomst zijn afkomstig van de laatste twee wereldoorlogen. We bouwen daar nog steeds op voort. Het wordt steeds slimmer en slimmer. Het idee erachter is dat het industriële oorlogen zijn en dat nog steeds zo is. We hebben de middelen en de technologie en weten wat we ermee gaan doen. Dat is de hele vraag achter het album.

‘We will build a brighter future with the weapons of tomorrow’ is het refrein in opener ‘Firepower Kills’. Dat is niet zo een gelukkige toekomst.
Niet echt. Eigenlijk zijn er maar twee zaken mogelijk. Of het wordt een utopie of het draait uit naar een dystopie. Je moet maar even kijken naar al die bewakingscamera’s en hoe de technologie de mensheid steeds meer en meer gaat beheersen. Het gaat dus meer richting dystopie. Ik heb het boek ‘The Age Of Surveillance Capitalism’ van Shoshana Zuboff gelezen dat bewijst dat onze smartphones helemaal vol met technologie zitten. Ik denk dan aan al die geheime politiediensten van de laatste eeuw zoals de Gestapo, Stasi en KGB. Die hadden een massaal aantal gegevens en inlichtingen verzameld over mensen. Die zouden een moord begaan om de informatie te bekomen die nu verzameld wordt via de smartphones. Google en Apple en al wat die met ons doen. We zijn ons daar echt niet bewust van. En dan zijn er nog een allemaal die bewakingscamera’s in onze samenleving. Maar ik maak metal. Ik moet de zaken van morgen beschrijven maar dan in een donkere sfeer.

Er is ook heel wat variatie te horen. Je hebt de snelle en agressieve nummers. Maar dan is er ook iets zoals ‘Crushed Beneath The Tracks’ wat een pak trager gespeeld wordt en iets donkers en bombastisch over zich heeft.
Uiteraard probeerden we een album te vullen. Dat heeft het allemaal gemeen. Op de voorganger ‘Woe To The Vanquished’ hadden we dat in twee delen verdeeld. Kant A was pure thrash en er werd heel snel op gespeeld. Kant B was een pak melodischer, epischer en donkerder. Nu hebben we dat verspreid over het gehele album. Dus al die elementen van vroeger komen terug. Maar het staat meer op de voorgrond en het is verspreid. We zijn niet alleen die thrashband die zich bij een nummer houdt maar we bekijken het nummer per nummer en doen iets anders. Twee keer hetzelfde nummer schrijven is nu eenmaal niet echt creatief.

Jij hebt heel wat verhalen te vertellen in je muziek. Wat ik niet begreep was ‘Notre Dame (King of Fools)’. In plaats van een oorlogsnummer is dat er eentje van Victor Hugo.
Toen het werd geschreven, was het een demo dat Adam (Carroll – Guitar) en Carlos (Cruz – Drums) deden tijdens wat jammen. Toen ze gedaan hadden, vernamen ze via het nieuws dat de Notre Dame aan het afbranden was. Vandaar dat ze het zo noemden. Ik vond dat heel krachtig en wilde het behouden. Het eerste deel is King Of Fools en handelt vanuit het perspectief van Quasimodo. Je staat in het midden van de belangstelling en wordt uitgelachen door de grote massa voor freak. Het tweede deel is de Quasimodo figuur die wegvlucht in de kathedraal. Het derde deel zoomt meer in op de kathedraal zelf en alle verhalen die daar gebeurd zijn. Nu is de kathedraal weg maar die verhalen zijn nog steeds aanwezig. Ik steek een pak moeite in mijn teksten en ze zijn niet altijd zo gemakkelijk om te volgen. Maar dit verhaal is wel heel mooi gebracht.

Het absolute hoogtepunt is de afsluiter ‘Glorious End’. Het is direct ook een van mijn favoriete nummers en staat gevuld met alles waarmee thrash metal groot werd. Snel, agressief, goede riffs, niet te moeilijk, leuke zangpartijen en alles wat je maar wil horen.
Ik was in België toen ik het schreef. Hetzelfde voor ‘Firepower Kills’. Ik bevond me in Ieper en het was nogal een vreemde ervaring om dat te zien. Ik kende de stad van de foto’s uit de eerste wereldoorlog toen het helemaal verwoest was en het Britse leger erdoor marcheerde. Als je er vandaag staat, is het zo mooi. Je ziet hoe iets helemaal terug kan heropgebouwd worden. Ik zag er de Last Post en al die monumenten. Toen kwam ik op het nummer. Heel wat mensen zijn tijdens de eerste wereldoorlog op een heel domme manier aan hun eind gekomen. Chargeren en aan stukken gesneden worden. De aanval mislukte en moest tot honderd keer terug hernomen worden. De tekst gaat over het waarom ze dat doen. Is het om hun vaders en voorouders trots te maken? Het vertelt over het zicht van de soldaat en hoe die eigenlijk direct sneuvelt. Dat in een onpersoonlijke gasaanval en zonder zijn vijand in de ogen te kunnen kijken. Hij heeft enkel dat willen doen waarop hij voorbereid was. Dat is heel jammer; Ik wilde het vertellen en ervoor zorgen dat de luisteraar echt wel beroerd en ontroerd werd op het einde. Dat door hardheid en agressiviteit erin te steken maar ook iets melancholisch. Dat is voor mij het favoriete nummer op de plaat. Al mijn teksten worden er heel goed uitgewerkt. Dat nummer is trouwens gemaakt met eerst de teksten en dan pas de riffs. En dat is iets heel zeldzaam.

Drie jaar geleden vroeg ik je of je eindelijk een stabiele line-up had gevonden. Je antwoord was dat je dat echt wel hoopte. Uiteindelijk heb je een nieuwe bassist met Chase Bryant maar voor de rest zijn er geen wijzigingen gebeurd.
Enkel de bas is veranderd. Maar de rest is nog steeds hetzelfde. Uiteindelijk hebben we daar wel voor gekozen. Chase kan zoveel. De nummers ‘Darkness’ en ‘Notre Dame’ hebben zoveel melodie in de baslijnen. Op ‘Notre Dame’ is dat zelfs fretless ingespeeld en dat is ook de eerste keer dat zoiets op een Warbringer album gebeurd.

De albumhoes van Andreas Marschall ziet er weer schitterend uit.
Net als voor ‘Woe To The Vanquished’ deed hij nu ‘Weapons Of Tomorrow’. Het was een beetje een concept. Ik wilde wapens van de toekomst maar dan met de grote oorlog op de achtergrond. Het monument in het midden is een Canadees monument dat je vindt in Langemark, België. Jullie land staat er vol met. Je moet er eens met stoppen (lacht). Ik gebruik erg veel van die dingen. Maar nu valt het figuur op voorgrond op en hoe hij zijn hand uitreikt. Er is een Italiaanse artiest Gino Boccasile die in de tijd van het fascisme heel veel propaganda schilderde. Hij heeft een schilderij gemaakt waar een Duitse Wehrmacht soldaat zijn hand uitsteekt. Eigenlijk was dat bedoeld voor de vriendschap met de Italianen in de tweede wereldoorlog. Het is een beetje het kwade je verwelkomt. Dat is eigenlijk nogal beangstigend. Ze vragen je ronduit om hun te vergezellen. Het monument zelf noemt The Brooding Soldier. Heel die architectuur ziet er grimmig en solide uit. Ik hou wel van die stijl. Ik maak er geen fantasie object van. Als je trouwens inspiratie in verschrikkelijke zaken wil, moet je maar eens rond je heen kijken. En dan heb ik nog niet geschreven over de pandemie Corona.

Jullie zitten nog steeds bij Napalm Records. Toch een van de grotere metal labels. Voel je dat zij achter hun bands staan?
Absoluut. Om eerlijk te zijn, ik kan eigenlijk niet klagen over alle labels waar we bij geweest zijn. De rol van een label in het bestaan van een band wordt steeds minder en minder. Toen ik destijds begon, zag je het al veranderen. We zitten nog steeds in die transitie. We startten en de muziek en dan vooral de technologie veranderde. Ik maak nog steeds muziek. Het leuke aan labels is dat Warbringer blijft en we nog steeds budget krijgen om op te nemen in een deftige studio. Het geluid en een visueel artiest zoals Andreas komen er enkel met de steun van een label. Anders zouden we zo geen deftig product kunnen afleveren. Ik zou het niet zelf kunnen bekostigen.

Het album verschijnt in heel wat versies. De normale cd, vinyl maar ook iets als de luxe houten box met exclusieve bonus en live nummers. Zijn er veel nummers die het album niet gehaald hebben?
Ik heb in heel mijn leven nog nooit een nummer geschreven dat het niet tot het album gebracht heeft. Als ik er niet van hou, maak ik het niet af. Dus houden we van al onze afgewerkte nummers. We zijn kritisch en tijdens het schrijven wordt er al heel grondig geanalyseerd. Dat was al op dit album maar ook op alle voorgaande albums.

Ben je na al die albums nog steeds nieuwsgierig wat er geschreven wordt in al die recensies? Met Facebook en Instagram wordt het voor een hele reeks mensen steeds eenvoudiger om vanachter hun bureau allerlei haatberichten de wereld in te sturen.
Ik ben nog steeds nieuwsgierig wat mensen ervan vinden. Sommige recensies zijn goed. Andere dan weer slecht of kritisch. Je krijgt wat vanalles te lezen. Elke artiest wil dat mensen van hun album houden. Zelfs als ik het niet eens ben met de recensie. Het is wel flatterend. Zelfs als ze er niet van houden maar wel de tijd genomen hebben om ernaar te luisteren. Het blijft tof en spannend om te lezen wat de wereld vindt van dat werk waar je telkens heel veel tijd in hebt gestoken. Nu ben ik zelf nog niet persoonlijk aangevallen maar ik heb wel al zo een dingen gelezen. Ik zie het niet als iets van iedereen moet van ons houden. Het stoort me niet echt. Ik zie al die vuile praat maar als een probleem als het merendeel schrijft dat het niet goed is. Als ik alleen maar slechte dingen lees, dan weet ik dat we met een probleem zitten. Maar als het maar enkelingen zijn die slecht dingen schrijven, die doen maar.

Warbringer is altijd al bij de traditionele thrash benadering gebleven. Soms wel met een moderne benadering. Zouden we ooit nog een Warbringer horen dat wat toenadering zoek bij populaire genres zoals metalcore en hardcore. Of is het eerder Thrash till death?
Persoonlijk zou ik het niet zo vernoemen. We zien onszelf als een benadering vanuit begin de jaren negentig in plaats van een moderne benadering. In die tijd was het extreme genre populair. Niet de metalcore of hardcore. Thrash komt in de eerste plaats van punk. Vandaar dat er wel wat hardcore invloeden zijn want dat genre is ook ontstaan vanuit punk. Maar het belangrijkste naast thrash zijn black, death en heavy metal. Een groot deel van ons is thrash met Bathory en Iron Maiden invloeden. We houden wel van dat epische Bathory geluid. Thrash is goed maar dan niet van die moderne zaken. Het is dus niet de moderne twist maar de extreme metal twist. Destijds kwam dat erdoor juist na thrash metal. Er is black thrash en death thrash maar dat van ons is extreme thrash en dan heel wat melodieuze gitaarelementen erbij. Juist niet de zang. Noem het maar een hybride stijl van thrash en extreem. Je hoort ook meer Slayer, Kreator of Sepultura invloeden als dat traditioneel Bay Area zoals Testament.

2020 belooft alvast een uitstekend thrash metal jaar te worden. Er zijn nieuwe albums van Sepultura, Testament, Annihilator, Havok en nu Warbringer. Zijn de gouden thrash metal jaren terug?
Heel wat mensen noemen ons een nieuwe band. Maar ondertussen hebben we ook al zes album uit. Heel wat van die klassieke thrash metal bands uit de jaren tachtig hebben zelfs nooit de zes albums gehaald. Het is dus geen revival of gouden tijd. Thrash is nog steeds een levendig ding dat blijft bestaan. Er is geen revival. Er is thrash en mensen zullen daar altijd van blijven houden. En wordt het eens wat minder, dan blijf ik ervan houden.

Warbringer benadert bijlange niet de verkoopcijfers van bands als Metallica, AC/DC of Iron Maiden. Als jullie in Europa spelen, zijn kleine of middelgrote zalen geen uitzondering. Dat betekent dus al een maand lang bijna elke avond spelen. Hoe zwaar weegt dat?
Dat begint toch al te tellen hoor. Ik ben drieëndertig jaar en tour al twaalf jaar lang. Dat begint lichamelijk wel zijn tol te eisen. Ik heb deze ochtend gerepeteerd en dat was al een tijdje geleden. Maar alle dagen als ik wakker word en opsta, voel ik het. Ik zal er misschien vroeger van sterven. Maar ik heb er altijd in geloofd en zal altijd het onderste uit de kan halen. Zelfs als ik me al wat minder voel. Je zal nooit een Warbringer show zien waarop we niet staan te headbangen. Dat is onze houding. We speelden zelfs al eens vierenvijftig shows zonder een dag rust. Dat was zwaar. Maar we zijn nu eenmaal niet Metallica of Iron Maiden die niet zo hard meer moeten werken. We verkopen geen arena’s uit. Maar in termen van kwaliteit is dat een voordeel. We moeten improviseren en winnen op het podium. We kunnen geen beroep doen op een grote achtergrondshow. Het draait hem puur om het spelen en dat is zwaar werk. Soms is er wel tijd om eens iets te lezen. Op tour heb ik steeds een boek bij maar ik heb geen mentale energie om te verwerken wat ik lees. Denken aan wat we gaan eten is er eigenlijk al een hele bezigheid. Ik probeer dat dan ook te benaderen als een atleet die zich voorbereid voor een wedstrijd.

Wat ik me altijd al afvroeg, hoe zit het dan met de vuile was tijdens zo een lange tour?
Je moet wasautomaten vinden. Misschien vier of vijf keer per tour. Maar dat is niet zo erg hoor. Wat doen normale mensen met hen was? Het begint te stinken en je moet het wassen. Soms is mijn T-shirt zo nat dat het wel lijkt alsof ik in een zwembad ben gesprongen. Maar als je vuil bent, wil je je wassen. Het is op een tour niet zoals thuis om gezond te eten en proper te zijn. Maar het lukt. Ik moet mezelf steeds in een goede vorm houden. Het zou niet fair zijn tegenover de fans dat ze op een slecht ogenblik zien. Ze hebben nu eenmaal betaald ervoor en de show moet verder gaan.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.