Jonas Renske: “Als ik de teksten schrijf, overschrijd ik een drempel naar een andere geestesgesteldheid. Ik ben me niet zozeer bewust van wat ik aan het doen ben. Er is geen groot plan. Het is eerder intuïtief. Het is duister en somber, maar daar past de muziek nu eenmaal het beste bij.”
Wanneer Katatonia met een nieuw album komt, dan weten we dat dit een weldoordacht werkstuk gaat worden waarin we soelaas vinden voor al het leed in deze wereld. Is er dan een beter moment dan nu om ‘City Burials’ – het elfde studioalbum in hun bijna dertigjarige carrière – te bespreken met zanger/tekstschrijver en componist Jonas Renkse? Wij hadden een diepgaand gesprek met hem nog voor het coronavirus ons in lockdown zette over de opvolger van ‘The Fall Of Hearts’ (2016) en dat werd wederom een mooie conversatie met de melancholieke Zweed.
Vera Matthijssens Ι 25 april 2020
Na de tourcyclus voor vorig album ‘The Fall Of Hearts’, dat uitkwam in 2016, besloten jullie een pauze in te lassen. Dat is ongebruikelijk voor Katatonia. Wat was de reden?
Zoals je al aangaf, is dit ongebruikelijk voor ons. We zaten echter al zo lang in dat doorlopend stramien van albums maken en toeren, dat we daar wel aan toe waren. Soms denk ik dat het goed is om een stapje terug te doen en te zien welke perspectieven er zijn en wat je als volgt kunt doen. Er waren meerdere redenen, maar daar kwam het toch vooral op neer. Ik denk dat we er voordeel uit verkregen hebben, want we zijn nu goed uitgerust aan de meet verschenen met een nieuw album. Alles is nu opperbest!
Heb je tijdens die sabbatperiode specifieke dingen gedaan die belangrijk voor je waren?
Ik heb me feitelijk bezig gehouden met muziek schrijven, maar ik heb ook andere dingen gedaan, waar ik anders niet aan toe kom. Anders (Nyström – gitarist – Vera) en ik hebben een volgend album gemaakt met onze andere band Bloodbath. Ik ben ook weer vader geworden. Ik heb nu drie kinderen, allemaal zonen. Dat is goed. Het verzet je zinnen, je relativeert meer en het zorgt dat je niet te serieus wordt. Mijn kinderen maken me aan het lachen. Nu Katatonia er terug bij komt, is het drukker dan ooit, maar daar hou ik wel van. Het betekent dat je goed bezig bent.
Je bent wel erg actief geweest, want buiten de teksten heb je ditmaal ook alle muziek geschreven voor dit nieuwe album…
Dat klopt. Dat komt omdat ik, hoewel we even pauzeerden, toch gewoon ben blijven schrijven. Dat is nu eenmaal wat ik graag doe. Ik zie zelfs niet in hoe ik daarmee zou ophouden, het is mijn bezigheid. Toen we besloten om terug een nieuw album te gaan maken, had ik al heel veel materiaal geschreven. Dat is toevallig zo gelopen, het is niet dat we dit gepland hadden. Ik hoop dat Anders in de toekomst ook terug muziek gaat schrijven, zoals hij in het verleden trouwens altijd gedaan heeft, maar ditmaal heb ik alles geschreven. Dat maakt niet uit, want Anders en ik vormen al dertig jaar Katatonia. We vertrouwen elkaar en elkaars smaak volledig. Wat we ook doen, het zal op de ene of andere manier toch altijd als Katatonia klinken. Ditmaal kon ik ook heel rustig schrijven, zonder druk of deadline. Ik schreef omdat ik graag muziek creëer en ik denk dat dit een gunstige invloed op dit album uitgeoefend heeft. Alle songs zijn rustig gegroeid tot ze klaar waren en dat was een goede manier van werken.
We weten dat jij je inspiratie uit het leven zelf put, met een verregaande melancholie incluis, maar waren er bepaalde dingen die je nu meer specifiek behandeld hebt?
Dat valt moeilijk te zeggen. Als ik de teksten schrijf, overschrijd ik een drempel naar een andere geestesgesteldheid. Ik ben me niet zozeer bewust van wat ik aan het doen ben. Er is geen groot plan. Het is eerder intuïtief. Ik schreef neer wat er in me opkomt en pas later realiseer ik me waar de teksten echt over gaan. Momenteel sta ik er nog te dicht bij om er iets van te maken, maar het is in ieder geval geënt op dingen uit mijn dagelijks leven. Het is duister en somber, maar daar past de muziek nu eenmaal het beste bij. Ik ga geen vrolijke song voor Katatonia schrijven als de muziek daar niet bij past. Ik bedoel maar, we zouden wel een vrolijk nummer kunnen schrijven, maar ik zie dat toch niet zo vlug gebeuren voor Katatonia. We blijven liever in onze comfortzone, dat is het beste voor ons. We kunnen zo onze negatieve emoties van ons af schrijven in muziek en er iets moois van maken.
Veel fans zullen vast enige troost vinden in het beluisteren van jullie muziek. Stof tot nadenken is er genoeg, want het is vier jaar geleden dat we elkaar spraken en de wereld is er niet beter op geworden…
Neen, het lijkt zelfs altijd maar erger te worden. Het is goed om erover te schrijven en je gedachten te ordenen. Om je hoofd helder te houden en de juiste dingen te doen. Dit soort muziek schrijven is een goede therapie in deze tijden nu de wereld zo’n donkere plek lijkt te zijn. Op dit album probeer ik een beetje te focussen op de herinneringen waar mensen aan vasthangen, maar in feite zijn die allemaal dood en begraven, want de stad uit onze jeugd bestaat niet meer en is onherkenbaar veranderd. Dat wekt een diepgaande nostalgie en verlangen op. Intense gevoelens en het is iets waar we allemaal mee moeten leren omgaan. Ik vind het heel goed dat je er dat in ziet, het is mooi dat mensen iets uit de muziek afleiden. Niet zomaar luisteren naar een volgend album, maar troost vinden in wat er geschreven staat en de muziek. Het is heel tof om dat te horen. Ik ben ook een gevoelig mens en dat is wel goed, maar het kan ook vervelend worden als je teveel gaat nadenken. Soms zou ik wel wat meer losbollig willen zijn als persoon. Maar we zijn nu eenmaal wat we zijn en we moeten er het beste van maken.
Van vorig album herinner ik me dat sommige songs op toetsen of mellotron gecomponeerd werden, anderen op gitaar. Wat haalde ditmaal de bovenhand?
Ik zou zeggen dat het ongeveer gelijk verdeeld is. Sommige songs beginnen op gitaar, met name de eerder rockende, harde tracks, anderen op keyboards zoals mellotron of piano. Sommigen zelfs met drums, wanneer ik drums programmeer om te kijken wat ik ga doen. Zo wil ik het graag houden, want als ik elke song met gitaar zou starten, zou – althans ik – eindigen als AC/DC. Ik laat de opties open om verschillende soorten songs te creëren. Ik wil graag wat variatie.
Het tweede nummer ‘Behind The Blood’ heeft een erg vurige gitaarsolo. Zijn dat de jaren tachtig heavy metal invloeden waarover gesproken wordt?
Ja, het sproot voort uit het volgende idee. Vorig jaar deden we een tournee waar we het ‘Night Is The New Day’ album helemaal speelden om het tienjarig bestaan daarvan te vieren. Maar voor het vorige album ‘The Fall Of Hearts’ namen we een bonustrack op voor de Japanse markt en dat was een coverversie van Judas Priest’s ‘Night Comes Down’ van ‘Defenders Of The Faith’. We begonnen dit live te spelen tijdens de ‘Night Is The New Day’ tour en dat vonden we zo leuk. Het bracht ons terug naar toen we naar muziek begonnen te luisteren. Voor iedereen in de band gebeurde dat met heavy metal, het jaren tachtig materiaal, zoals Accept, Judas Priest en Iron Maiden. Toen ik aan het schrijven was, bedacht ik dat we misschien iets soortgelijks konden doen, maar op de Katatonia manier. Daar begon ik mee te experimenteren en ik denk dat dit goed uitgedraaid is. Het is een tribuut aan hetgeen ons de mensen van nu gemaakt heeft. Ik wil er wel op wijzen dat het een Katatonia song geworden is, geen hair metal song (grinnikt). Laat ons zeggen dat het pure heavy metal is, geen Whitesnake ballade of iets in die trant. In ieder geval hebben we iets trachten te maken dat lijkt op de goede ouwe tijd in heavy metal. ‘Night Comes Down’ is qua titel ook passend voor die tour, dus perfect om toen de set af te sluiten. We spelen het trouwens nog, gewoon omdat we er plezier aan beleven. Het is een mooie song, één van mijn favorieten toen ik 13 à 14 jaar was en dat zit gewoon goed om het dan als tribuut te spelen.
Vorige keer was gitarist Roger Öjersson juist toegetreden tot de band en had hij enkel een paar solo’s kunnen bijdragen aan ‘The Fall Of Hearts’. Hij is er nog, dus ik vermoed dat het een goede zet was om hem aan te werven…
O ja, hij is fantastisch! Niet alleen als gitarist, maar ook als persoon. Ik zou zeggen, een fijne mens. We zijn heel blij om hem in de band te hebben. Hij past heel goed bij ons, niet alleen op muzikaal gebied, maar ook in privézaken.
Heeft hij nu meer bijgedragen?
Niet op het gebied van songs schrijven, maar hij is een bekwame hulp geweest bij de arrangementen. Hij bracht goede ideeën aan en hij is natuurlijk te horen in de solo’s. Zeker ‘Behind The Blood’ is echt gitaarmateriaal dat we nooit in Katatonia hadden. Mogelijk gaat die song een paar wenkbrauwen doen fronsen en wordt het een geval van ‘love it or hate it’. (lacht) We zijn het juist beginnen oefenen om live te spelen, zodra de eerste single gelanceerd wordt, want dat wordt die song. We willen goed voorbereid zijn en vinden dat het echt gemaakt is om op het podium live te brengen.
Aan de andere kant van het spectrum is er de erg zachte song ‘Vanishers’, zelfs met vrouwelijke zang…
Toen ik de song ‘Vanishers’ aan het schrijven was, viel het me op dat het een erg sobere song was, wat instrumenten betreft, zeker de intro en de strofen. Ik voelde meteen aan dat het mooi zou zijn als ik hier gezelschap zou krijgen van een tweede stem in sommige stukken. Anni Bernhard is een zangeres waar we al meermaals naar geluisterd hebben en we houden van haar stem. Ze heeft een eigen band, Full Of Keys genaamd. Het is eerder een electroband, geen metalband. Maar we dachten dat haar stem perfect zou passen bij dat nummer. Volgens mij heeft zij de song naar een hoger niveau getild. Ik wou ook dat zij de leadzang zou doen in het refrein. Ze heeft er de geschikte stem voor. Het nummer vertelt een verhaal en zij heeft het geknipte timbre in haar stem.
Jij verbaast ons zelf ook meer en meer met je (cleane) zang. Neem het begin van ‘Heart Set To Divide’ waar het album ook mee start, dat is onmiddellijk kippenvel!
Ja, dat was mijn streven. Met elk nieuw album dat we maken, wil ik de zangpartijen verder ontwikkelen. Ik probeer telkens gewoon beter te presteren en me te laten gaan in de muziek, me ook kwetsbaar op te stellen. Ik wou de zang een beetje meer speels, zodat ik verschillende emoties kon uitdrukken. De intro is daar een mooi voorbeeld van. Dat vond ik moeilijk om te zingen, omdat het zo naakt en uitgesproken is, maar anderzijds, als het dan lukt, is dat zo waardevol. Ik vind dat de song er echt baat bij heeft om zoiets er bij te voegen. Ik bedoel maar, het had heel wat makkelijker geweest voor ons om af te trappen met een harde riff, maar een begin zoals dit is kwetsbaar en mooi.
Ik geloof dat jullie ook van producer veranderd zijn…
Ik heb al de zang in mijn thuisstudio opgenomen, maar de rest is in drie verschillende studio’s gedaan. We hebben de drums opgenomen in een heel mooie studio in Stockholm, genaamd Soundtrade Studio. Ik geloof dat Europe er ‘The Final Countdown’ opgenomen heeft. Knappe drumruimte. Alle gitaren en bas deden we in een kleinere studio. Daarna volgde de mix en mastering in Denemarken door Jacob Hansen. Vier verschillende plekken dus. Het was de eerste keer dat we met Jacob Hansen werkten. We waren afgegaan op wat hij eerder gedaan heeft. Daar hebben we naar geluisterd en we waren onder de indruk, zeker van het atmosferische spul waar hij aan gewerkt heeft. Hij voelt heel goed aan wat je vooraan in de mix dient te zetten. We besloten dus om eens iets anders te doen en ik ben heel blij dat we dit gedaan hebben, want Jacob is een heel goede mixer en een leuke gast. Heel makkelijk om mee te werken ook en dat is heel belangrijk, zeker als het materiaal zoals het onze betreft, waar veel afhangt van gevoel en sfeer waar je je kwetsbaar opstelt. Dan wil je dat dit in de juiste handen terecht komt om te mixen. Een slechte mix kan heel je albumcyclus bederven. Je carrière zelfs. Maar gelukkig is dat allemaal goed gelopen en ik weet zeker dat we nog met Jacob zullen samenwerken.
Zijn jullie nu al in Japan geraakt, want dat hoopten jullie tijdens ons vorige gesprek?
Pff neen. Het is een plaats waar we wel heen willen, maar het komt allemaal op business aan. Voor ons ligt Japan moeilijk. Muzikaal hebben ze hun favoriete bands waar ze veel van houden, maar voor een vrij onbekende band – zoals wij zijn in Japan – is het erg moeilijk om daar aan de bak te komen. De reisonkosten zijn ook erg hoog. Ik hoop het op een dag nog wel te doen, maar voorzichtigheid is geboden.
Deed Travis Smith weer het artwork?
Neen, toch niet. Dat ging een beetje hand in hand met het veranderen van de mixer. We wilden voor de cover ook eens iets anders proberen. We wilden een volledige foto op de hoes. We werkten met Lasse Hoile, ook een Deen. Hij heeft al veel werk geleverd voor Porcupine Tree in het verleden en ook voor Steven Wilson. Hij is ook de regisseur van een aantal van onze video’s, drie tot nu toe. Maar hij is vooral fotograaf en een hele goeie. We contacteerden hem en legde het concept uit, wat we op de cover wilden en dat heeft hij perfect gedaan. Het is hemzelf op de cover, met die kroon. En het houdt ook een summiere verwijzing in naar ons ‘Dead End Kings’ album. ‘City Burials’ gaat nu eenmaal over herinneringen en hoe ze grotendeels begraven worden. We wilden een protagonist voor dit concept en spraken over dat thema ‘Dead End Kings’ wat we eerder aangestipt hebben. Die figuur is terug nu, als diegene die herinneringen creëert, maar daarna doorheen de straten dwaalt in de nacht om de herinneringen van de mensen weg te vagen en te begraven. Alles keert dan terug tot stof.
Tot slot mag jij een slotzin formuleren voor ons uitgebreide gesprek…
Ik hoop dat de mensen het nieuwe album kopen en er veel plezier aan zullen beleven. Daarom hebben we het gemaakt. Voor een groter doel dan alleen maar voor onszelf. These are my final words (grinnikt).
Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.