Helldorado Festival in Klokgebouw, Eindhoven – 19 november 2022
“Hier hadden we dus met zoveel goede bands duidelijk een luxeprobleem van keuzes maken”
Helldorado; eindelijk weer! In 2018 was alweer mijn laatste bezoek aan dit fijne festival. We mogen weer, en hoe! Een affiche om van te smullen, met als toetje, één van mijn favoriete bands, dus als dit stukje echt alle journalistieke objectiviteit kwijt is, weet je waarom. Ditmaal is het festival eigenlijk van het allereerste begin tot de bijna allerlaatste band een aaneenschakeling van hoogtepunten, met veel dubbelingen ertussenin. Hier hadden we dus met zoveel goede bands duidelijk een luxeprobleem van keuzes maken. Gelukkig mochten we met 2 reporters en een fotograaf naar dit feestje. (CS)
23 november 2022 I Tekst: Erik Boter en Cor Schilstra | fotografie: Linda Witjes en Erik Boter
Het Nederlandse Diggeth kreeg de eer om Helldorado 2022 om klokslag 14 uur te openen op de Lionstage, de kleinere van de twee grotere hallen in het Klokgebouwcomplex. Gedurende de set van de sympathieke Achterhoekers stroomde de hal gezellig vol. Het drietal, met nieuwe bassiste Natasja ‘Pebbles’ Thijssen, zitten midden in een toer ter promotie van het nieuwe Diggeth album ‘Zero Hour In Doom Town’ , gedeeltelijk als support van (wat er nog over is van) The Skull. Met een aantal optredens in de zak is de band is lekker op elkaar ingespeeld en was het spelplezier van de gezichten af te lezen. De geluidsman moest de knoppen nog een beetje leren kennen want het geluid was niet alleen enorm hard (dat zou de hele dag zo blijven, vooral op de twee hoofdpodia) ook het gitaargeluid van frontman Harald te Grotenhuis stond regelmatig te zacht in de mix. Het mocht de pret allemaal niet drukken want met nieuwe tracks als het titelnummer van album nummer vier, de single ‘Soultwister’ maar ook een heerlijk oudje als ‘Worship The Sun’ (met dat heerlijke meerstemmige refreintje) maakten van Diggeth een waardige opener. (EB)
Toen ik het debuutalbum ‘Colossal Gods’ van het Belgische Cobra The Impaler eerder dit jaar voor het eerst hoorde legde mijn brein direct een link met het latere werk van Mastodon. Qua songstructuren, sound en ook zang vind ik het album in hetzelfde straatje liggen als dat van hun grotere Amerikaanse broers. Live is van de Mastodon invloed veel minder te merken. Ik weet niet of dat komt doordat mijn brein het plaatje er inmiddels bij heeft gekregen of niet, feit is dat Cobra The Impaler op het podium veel meer een eigen smoel heeft. Dat smoelwerk wordt voor een groot gedeelte bepaald door brulboei Mike Def, een charismatisch frontman die zich het ene moment in trance laat bejubelen en het andere moment over het podium springt in een ware Mike Patton stijl. Een indrukwekkende set, volgend voorjaar op meer festivals te zien (o.a. Dynamo Metal Fest en Into The Grave) te zien. (EB)
De vaderlandse experimentele stonerrockers van Pendejo knallen van de Lionstage; ook zij kunnen hun plekje op de dit festival en deze grote zaal duidelijk verantwoorden. De grote hal is ruim half gevuld en niet alleen voor het podium gaan de koppies in het publiek gedwee mee in de dreinede ritmes. Het geluid is hard, maar best aardig (voor deze hal) en de band werkt zich een potje uit de naad, waarbij zichtbaar spelplezier van het podium stuitert. De blaasinstrumenten en de Spaanse teksten zetten misschien menig toeschouwer die de band nog niet kende, even op een verkeerd been, maar ze kunnen toch veel publiek vast houden en maken er een mooie show van. (CS)
Na een versnapering even een kijkje bij de merchandise; de reguliere zwart vinyl uitvoering van ‘Black Harvest’ (Green Lung) voor vijfendertig euro? Hmm, dan hoef ik deze hier niet te scoren. Soms kun je nog wat leuks op de kop tikken. Collega Erik had meer geluk door de cassette van ‘Eyes Of Oblivion’ te scoren, die ik over het hoofd had gezien. Op de terugweg naar Lion nog een stukje Fire Horse meepikken. Dit had best bij mij in de smaak kunnen vallen; energieke garage rock van een zichtbaar kundig power trio. De band doet echt zijn best, de lichtshow is ook erg geslaagd, maar het geluid is beslist niet optimaal. Hoe harder, hoe beter is hier weer eens niet van toepassing geweest. Ik weet dat ze binnenkort bij mij in de buurt in een kleine zaal staan; daar nog maar eens een poging wagen. Met een maag die nog aan het na-borrelen is van de bastonen, ga ik op weg naar Lion. (CS)
De tweede “I Say Hey!” wordt behoorlijk massaal beantwoordt door het publiek, maar de bij de opvolgende “Hail” en “Hail Satan” valt het een beetje stil. Toch laat Green Lung zich hierdoor niet uit het veld slaan en begint aan een zeer overtuigende set. Occultisme heeft mij persoonlijk nooit kunnen boeien, maar de muziek van dit Londense gezelschap kan ik erg waarderen. Ik was er tijdens mijn “huiswerk” voor dit festival reeds achter gekomen dat ik deze muziekjes, met een zeer hoog Black Sabbath gehalte met een snufje Focus/Ekseption (zonder toeters of fluiten dan), wel eens erg leuk zou kunnen gaan vinden en mede door het wederom best goede geluid bij Lionstage, was dit ook zeker het geval. Misschien hebben zowel de bassist als de gitarist hun instrumenten eigenlijk net iets te hoog hangen om echt stoer te lijken; dit is zo’n beetje zoals je het bij gitaarles voorgedaan wordt, maar eerlijk gezegd zouden veel muzikanten inderdaad een potje les van deze mannen mogen krijgen. De misschien lichtelijk tamme uitstraling, inclusief hippie sfeer van gitarist Scott Black, wordt overvloedig gecompenseerd door de overtuigende muzikale capaciteiten. Ook drums, toetsen en zang zijn van grote klasse, waarbij met name zanger Tom Templar met zijn stem, aanwezigheid en presentatie een kundig frontman is. Wanneer hij het occulte weer even probeert te accenturen met een afgeknepen “duivelse” kopstem, kan ik hem niet echt serieus nemen, maar ja. Muzikaal heel dik in orde, met voor zover mijn tot nu toe zeer beperkte kennis van het repertoire reikt, een aardige dwarsdoorsnee van alle twee albums en de EP, dus een bestelling voor het hele repertoire (op vinyl) is tijdens het schrijven van dit stukje reeds de deur uit. (CS)
Dool is inmiddels een veel geziene gast in de zalen maar ook op de festivals. De band trok de Tarantula Stage volledig vol voor hun set van vijftig minuten dat redelijk plichtmatig werd afgetrapt met ‘Wolf Moon’ en ‘Be Your Sins’. Voor improvisatie was dan ook weinig ruimte doordat drummer Micha Haring door ziekte ontbrak en voor deze show was vervangen door een inhuurkracht die zich er na welgeteld één keer repeteren prima doorheen sloeg. Wie Dool deze middag voor het eerst zag moet zeker onder de indruk geweest zijn. Bezoekers die eerder gedoold hebben zagen een beproefd recept: bezwerende akkoorden, de band van achteren uitgelicht in veelal rood, bassist JB van der Wal die zich een ongeluk headbangt met zijn natte lange haren en uiteraard frontmens Raven van Dorst die zich even had kunnen vrijmaken van heer bezigheden op de boerderij. De cover ‘Love Like Blood’ had van mij achterwege mogen blijven ten faveure van een Dool original, maar het maakte de duizenden aanwezigen allemaal niet uit. Die konden prima genieten van een bekend(er) deuntje. (EB)
Even een hapje eten op een festival duurt toch altijd weer langer dan gepland; The Datsuns staan al een paar nummers op het podium als ik terugkeer bij Lionstage. De band gaat er op! De energie (en het volume) spat van het podium. Het is allemaal nog amper binnen de perken te houden met het geluid om net niet te verzanden in een ondefinieerbare muur van geluid, maar eerlijk gezegd ben ik heel blij met mijn oordoppen. Bassist/zanger Dolf de Borst lijkt niet te beseffen dat hij een paar uur na deze show nog een keer aan de bak moet met The Hellacopters; zonder reserves dendert hij over het podium, stuwt zijn baslijnen over het publiek en schreeuwt bij vlagen zijn longen uit zijn lijf. De pakkende garage rock met ruwe randen, vaak toch verrassende melodielijnen en eigenlijk aanstekelijk poppy elementen, wordt met muzikale passie en zichtbaar spelplezier vol energie gepresenteerd. De band is trouwens niet de enige die hier enorm tekeer gaat; het publiek is nu ook echt los! Bijna aan het einde van de set, tijdens ‘Motherfucker From Hell’ lijkt wel een kwart van de hal (in mijn beleving in ieder geval) veranderd in een ronddraaiende, kolkende moshpit. (CS)
Een voor mij onverwachte tussenstop bij The Goddamn Gallows; ik was met een “even kijken” instelling eigenlijk op doorreis, maar bleef toch even hangen. De mix van rockabilly, punk, metal en blue grass is wel erg aanstekelijk en bij uitstek geschikt voor festival als dit. Het valt me opeens op dat er hier een veelheid van “types”, een heel erg bont gezelschap compleet uitgelaten samen naar een stukje muziek staan te kijken en luisteren. Niet helemaal mijn ding, maar toch zeker bijzonder te noemen en te waarderen voor een stukje muzikaal vakmanschap. Ook een contrabas en een banjo klinken ditmaal door de zaal en doen het erg goed onder begeleiding van die zonder twijfel door sterke drank en sigaren aangetaste zwaar gruizige vocalen. (CS)
De reünie van Peter Pan Speedrock stond al gepland voor de vorige jaar gecancelde editie van Helldorado en ik had er toen al zin in. Omdat er een interview met Dregen van The Hellacopters op het programma staat, kan ik tussen de noodzakelijke telefoontjes door, jammer genoeg niet meer dan een enkel nummer van verre meepikken en ik hoor dat onder andere ‘Resurrection’ als vanouds, prima klinkt en dat het publiek het ook erg kan waarderen. Achteraf hoor ik dat ‘Schoppenaas’ Dikke Dennis ook zijn bijdrage aan het feestje had geleverd en dat het ouderwets goed was geweest. (CS)
Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet bekend ben met het werk van Temple Fang. Dat is niet erg want juist festivals zijn plekken bij uitstek om nieuwe bandjes te leren kennen. Van verschillende kanten was me al in het oor gefluisterd om deze Amsterdamse Space Rockers zeker niet over te slaan en zo was Temple Fang de enige band die ik deze dag op de kleine Cobrastage aan het werk zag. De hypnotiserende rock van Temple Fang is eigenlijk niet iets waar je over moet schrijven maar wat je moet ondergaan. Biertje in de mik, aftellen, oogjes dicht en genieten maar en je mee laten voeren op de uitgesponnen tracks. Wat later op de avond bleek dat wat lastiger voor een gedeelte van het Helldorado publiek dat constant door de muziek stond heen te ouwehoeren. Dat blijft een enorme irritatiefactor, terwijl de organisatie voor een perfecte, ruime plek heeft gezorgd waar je rustig met je matties kunt bijpraten, merchandise kunt kopen en een hapje kunt eten (en kunt dansen op Anita Meijer en Elvis – geweldig!). Muzikaal was de kennismaking met Temple Fang uiterst prettig en heb ik vooral van de langer instrumentale gedeeltes genoten en van de uithalen en gitaarpartijen van de kleine linkshandige gitarist Jevin de Groot, een indrukwekkende kerel. Die pakken we nog eens mee in een klein zaaltje. (EB)
Ik moest even het zand uit mijn ogen wrijven toen ik Kadavar op het podium zag staan. Toegegeven, het is alweer even geleden dat ik de band op het podium zag (ten tijde van het ‘Abra Kadavar’ album) maar de band heeft qua ‘haar’ een ware metamorfose ondergaan. Drummer Christoph ‘Tiger’ Bartelt heeft zijn zwiepende manen en baard ingeruild voor een kale knikker en dat maakt voor zijn enorm visuele manier van spelen veel uit. Dat was even wennen hoewel zijn kit nog steeds vooraan het podium wordt geplaatst zodat je als toeschouwer zijn spel goed kan volgen. Ook bij Kadavar was de geluidsman even een broodje halen denk ik want het geluid stond het hele optreden op standje ‘dikke scheur in je trommelvlies’. Met oordoppen in was er echter genoeg te genieten en vielen vooral de Beatles cover ‘Helter Skelter’ (de afsluiter) en persoonlijke favoriet ‘Black Snake’ in positieve zin op. (EB)
Wat heb ik uitgekeken naar eindelijk weer een optreden van één van mijn favoriete bands, en dan ook nog eens in bijna de originele bezetting, zonder bassist Kenny, wiens plaats kundig wordt vervangen door Dolf de Borst, maar wel met Dregen, die naast zijn drukke schema’s van Backyard Babies en solo projecten, toch weer tijd gevonden had om op zijn oorspronkelijke nest terug te keren. The Hellacopters laten hun publiek wel even in spanning; dik tien minuten te laat betreden ze eindelijk het podium, om na het helikopter intro van het laatste album furieus uit de startblokken te schieten met ‘Hopeless Case Of A Kid In Denial’. Als een (hele snelle) stoomwals beukt de band de nummers er doorheen. De band spat van het podium; Robert gaat als een razende tekeer over zijn kit en doet me bij vlagen in zijn fills toch echt nog steeds aan Ginger Baker denken, Dolf dendert weer fris als een hoentje over zijn bas (en het podium) en Jerry Lee Boba Fett hamert met één hand op zijn toetsen en steekt met de ander zijn tamboerijn vol enthousiasme in de lucht. Het duo Nicke en Dregen is alsof het nooit anders is geweest; een geoliede machine van licks, riffs en regelrecht vuurwerk op gitaar. Soms mis ik vooral in visueel opzicht een paar keer de veel te vroeg overleden Strings; hoe hij samen met Nicke die geweldige poses (gitaren in de lucht, achterover, en andere synchroon capriolen) kon opvoeren. Muzikaal hebben Dregen en Strings allebei hun eigenheid in stijl, maar ze passen allebei naadloos naast Nicke en zijn kwalitatief van een buitencategorie. Qua podiumpresentatie heeft Dregen veel meer zijn eigen “maniertjes” en aanstekelijke expressie, die ook zeker tot de verbeelding spreken.
Van de nieuwe plaat werden een vijftal nummers gespeeld, die toch veelvuldig door het publiek werden meegeschreeuwd en verbazingwekkend veel vuisten op de juiste momenten de lucht in gingen. Uit de vorige “succesperiode” kwamen ‘Carry Me Home’, ‘By The Grace Of God’ en ‘I’m In The Band’ ten gehore, die erg goed ontvangen werden, maar de “oudjes” ‘Soulseller’ en afsluiter ‘Gotta Get Some Action Now!’ braken de tent bijna af!
Buiten de magistrale dubbele lijnen en duellerende partijen, is ook dit optreden gelukkig weer gedacht aan een meer emotioneel geladen stuk; de slow blues ballade ‘So Sorry I Could Die’ maakte echt diepe indruk. Nicke’s stem klinkt met zo’n bluesy stuk mogelijk nog overtuigender (Misschien mede door de tekst? Ik had het hem graag gevraagd) en die gitaarpartijen (van zowel Nicke als Dregen) waren werkelijk fenomenaal! Vorige keren flikten Nicke en Strings dat ook met ‘My Mephistophelean Creed’ en ‘I Want You’ van de Beatles. Dit was heel geschikt geweest voor een nog langere uitvoering (kon mij niet lang genoeg duren!), maar de band moest al opschieten na de vertraagde start. Veel interactie met het publiek was er niet echt tussen de nummers; er was al niet zoveel tijd en een paar keer moest Nicke ook nog een “stem pauze” inlassen. Gelukkig kon Dregen dan even een paar woorden het publiek in gooien. Eén keer moest de SG toch weer van stal gehaald worden omdat de Berg niet op stemming was te krijgen. Heb je eindelijk een paar helden na lange tijd weer gezien, ze hebben de pannen van het dak gespeeld en dan heb je toch nog het gevoel dat het nog mooier had kunnen zijn met die “gemiste” extra minuten. Tot een volgende keer, met een “eigen” langer optreden! (CS)
Het siert een band als Clutch, toch een grote Amerikaanse band, zonder veel opsmuk een middelgroot festival in Nederland te headlinen. Behalve een backdrop had de groep zelfs geen drumriser op het podium staan en was de muziek de enige aandachttrekker. En hoort het ook niet zo? Clutch begon tien minuutjes te laat om The Hellacopters de tijd te gunnen om hun set af te maken en trapten af met de introtape ‘We Need Some Money’ en ‘The Mob Goes Wild’ maar de vlam sloeg pas echt in pan toen het machtige ‘Earth Rocker’ werd ingezet waarbij zelfs de fotografen in de fotopit uit hun dak stonden te gaan. Van het dit jaar verschenen album ‘Sunrise On Slaughter Beach’ kwamen o.a. het (semi-) titelnummer ‘Slaughter Beach’ en ‘Skeletons On Mars’ voorbij. Voorganger Neil Fallon is een frontman pur sang, zweept de volle zaal constant op en zingt daarbij alsof het allemaal vanzelf gaat. Wat een kerel, wat een uitstraling. De overige bandleden doen wat ze moeten doen en doen dat (bassist Dan Maines en gitarist Tim Sult) het liefst vanaf één plek. Het deerde verder niet. Het was inmiddels al wat later op de avond, een dag bier drinken had zijn werk gedaan en veel bezoekers genoten van Clutch in een staat van alcoholische gelukzaligheid. (EB)
Helldorado zit er op! Resumerend; ditmaal geen worstelshow van dames in bikini, messenwerpers, degenslikkers of andere theatrale optredens, maar wel heel veel erg goede bands. Enerzijds toch wel een gemis van de bijzondere toevoegingen, en volgens mij was ook de aankleding toch erg minimaal, maar aan de andere kant had ik met zoveel goede muziek ook geen tijd gehad voor andere uitstapjes. Heel graag weer tot volgend jaar! (CS)