Heath – Isaak’s Marble
Suburban Records
Release datum: 10 mei 2024
“‘Oppervlakkig bezien is ‘Isaak’s Marble’ niets minder dan een tijdreis, een eigentijdse variant van Back to the Future waarin Marty McFly is vervangen door vijf 21e eeuwse hippies die als een psychedelische garagerockband in de sporen treden van illustere Haagse voorgangers als Shocking Blue en Q65 en internationale grootheden als the Grateful Dead en the Doors.”
Jan-Simon Hoogschagen I 6 juni 2024
Ik zal het maar eerlijk toegeven, ik heb een flinke worsteling gehad met ‘Isaak’s Marble’, het debuutalbum van Heath, een internationaal vijftal met thuisbasis Den Haag. Om de een of andere reden lukte het me maar niet om duidelijk te verwoorden waarom ik het album zo goed vind. Mijn eerste kennismaking was op Roadburn, waar de band in ware Julius Caesar stijl niet één keer, maar twee maal kwam, zag en overwon. Toen een week later de cd op de deurmat plofte leek er niet veel aan de hand, zeker niet na een eerste beluistering. Dit varkentje zou ik wel even wassen. Dat viel dus behoorlijk tegen. Ja, het is een mieters album, helemaal te wauw weet je wel? Maar ja, dat is niet voldoende voor een recensie. Goed, even terugspoelen en beginnen bij het begin, want ik begon met het eind en de managementsamenvatting heb je dus nu al gehad. De start van Heath dus, laten we het daar eens over hebben.
Heeft een band ooit een vliegender start gehad dan Heath? Ik bedoel maar, je debuutalbum moet nog uitkomen en je staat niet één keer, maar zelfs twee keer op Roadburn. Je wordt de hemel ingeprezen door mr. Roadburn zelf, Walter Hoeijmakers die Heath zelfs zijn nieuwe favoriete band noemt. Je zou er verlegen van worden als je de loftuitingen naleest en tegelijkertijd wordt op deze manier de lat ontzettend hoog gelegd, want kan dat debuutalbum niet alleen maar tegenvallen na zo veel hype?
Het antwoord is heel simpel en nuchter: nee, met ‘Isaak’s Marble’ bewijst Heath dat er niets overdreven is aan de bijna hysterische ophef rond dit Haagse vijftal. Oppervlakkig bezien is ‘Isaak’s Marble’ niets minder dan een tijdreis, een eigentijdse variant van Back to the Future waarin Marty McFly is vervangen door vijf 21e eeuwse hippies die als een psychedelische garagerockband in de sporen treden van illustere Haagse voorgangers als Shocking Blue en Q65 en internationale grootheden als the Grateful Dead en the Doors. De gitarist van de band vertoont zelfs een bijna onwerkelijke gelijkenis met Wally Tax van de Outsiders, is dat toeval of ga je op een bepaald moment dingen zien omdat je ze wilt zien?
Hoe het ook zit, Heath is dus diep geworteld in de sixties, maar neemt daarin de moderne progressieve weirdness van bijvoorbeeld King Gizzard and the Lizard Wizard mee. Die link is nooit ver weg en wordt versterkt door de gelijkenis die het stemgeluid van Heath zanger Mees Vullings vertoont met die van Stu Mackenzie van King Gizzard. Het titelnummer waarmee het album opent is enerzijds traditionele psychedelische bluesrock, compleet met elektrisch versterkte mondharmonica, en tegelijkertijd prog in optima forma, bol van de wonderlijke (poly)ritmes in ongebruikelijke maatsoorten. Die bijzondere combinatie maakt dat de tien minuten die voor ‘Isaak’s Marble’ worden uitgetrokken niet overkomen als excessief lang. In het volgende nummer ‘Wondrous Wetlands’ gaat het er minder wild aan toe. Er is volop ruimte voor een zwoel geluid dat – op de mondharmonica na – aan de betere songs van the Doors doet denken. Na het zomerse ‘Strawberry Girl’, met zes minuten het kortste nummer op dit album, is het tijd voor het meest rockende, psychedelische en meteen ook langste nummer. ‘Valley of the Sun’ is als het in een klein bootje een lange rivier afvaren, van de bron tot de monding in de oceaan. De rivier slingert zich door exotische bossen, kabbelt rustig door laagvlaktes en raast in verraderlijke stroomversnellingen door woeste kloven. Heath neemt je mee op die reis en trakteert je op gitaarsolo’s, groovende basriffs, sirenenzang en tegen het eind van het nummer op de meest verschroeiende en verrukkelijke mondharmonicasolo aan deze kant van de eeuwwisseling. Little Walter en Paul Butterfield zouden van schrik hun mondharmonica inslikken bij het aanhoren van dit geweld, als ze nog hadden geleefd natuurlijk. Het einde van ‘Valley of the Sun’ is als de optredens van de band: volle overgave, extatische rock ‘n’ roll.
Het is dus de combinatie van groovy rock en een op hol geslagen mondharmonica met distortion die Heath zo uniek en ook zo goed maakt. Dat dus! Zo simpel had deze recensie kunnen zijn. Nou ja, de songs van Heath gaan ook iets verder dan drie akkoorden en drie minuten, misschien is deze vreemd meanderende recensie daarmee precies waar ik naar op zoek was.