Briqueville – IIII
Pelagic Records
Release datum: 3 november 2023
“Alsof het een soundtrack van een occulte horrorfilm is, blijkt ‘IIII’ vooral een oefening in sfeer waarbij volop geëxperimenteerd wordt met de stem als extra instrument en waarin post metal en doom meer dan ooit harmonieus samengaan”
Jan Simon Hoogschagen I 3 november 2023
De in mysteriën en donkere mantels gehulde Belgische band Briqueville is afkomstig uit het Oost-Vlaamse plaatsje Steendorp, wat meteen de bandnaam zou verklaren. Of niet, want bij Briqueville zijn rookgordijnen en verwarring een deel van de act. Grote delen van de bandbiografie lijken pure fantasie of moeten op zijn minst met een flinke korrel zout genomen worden. Wat hoe dan ook echt is, is de muziek. Sinds het debuut uit 2014 – met de intussen legendarische PR stunt van de twintig her en der in België begraven exemplaren – heeft Briqueville drie albums uitgebracht met daarop steeds grotendeels instrumentale postmetal, gevat in songs die steevast “Akte” met een volgnummer heten. Nu 2023 alweer op zijn eind loopt is het tijd voor plaat nummer vier, die toepasselijk ‘IIII’ is getiteld, uitgebracht op het illustere Pelagic Records, een label dat de ene na de andere geweldige Belgische band weet te contracteren.
Op ‘IIII’ telt Briqueville rustig verder: dit album begint met ‘Akte XVI’ en eindigt met ‘Akte XX’. In vergelijking met het vorige album ‘Quelle’ valt meteen op dat het mystieke oriëntaalse geluid wat naar de achtergrond is verdwenen, om plaats te maken voor bijna macabere soundscapes. Alsof het een soundtrack van een occulte horrorfilm is, blijkt ‘IIII’ vooral een oefening in sfeer waarbij volop geëxperimenteerd wordt met de stem als extra instrument en waarin post metal en doom meer dan ooit harmonieus samengaan. ‘Akte XVI’ begint met diepe basdrones en sleept je via eenzaam gitaargetokkel mee naar een onbekende wereld. De wereld van Briqueville is er een waarin nauwelijks als zodanig herkenbare zang een hoofdrol speelt. Zang waarbij niet een verhaal wordt verteld via een songtekst, maar een beeld wordt neergezet met ondefinieerbare klanken, alsof je wordt meegesleurd in een seance onder leiding van een in hogere sferen verkerende sjamaan. Naarmate de song vordert komen steeds meer de gekende Briqueville ingrediënten boven drijven: stuwende baslijnen, tremolo gitaren die daar overheen zweven en – voorheen minder prominent aanwezig – extra lagen keyboards. In ‘Akte XVII’ is (eindelijk?) de bekende Briqueville sound te horen, met halverwege een omweg naar Jeruzalem. Sleep fans weten genoeg. Het volgende nummer, inderdaad ‘Akte XVIII’, had op ‘Quelle’ kunnen staan. Een lange song waarin zorgvuldig laag op laag wordt gestapeld en de repetitieve gitaarlijnen uitwaaieren en naar een climax toewerken.
‘IIII’ sluit af met het twintigste nummer van Briqueville en hoe lang, groots en meeslepend het ook mag zijn, de verpletterende indruk die ‘Quelle’ maakte is helaas afwezig. Op de een of andere manier missen de vijf songs iets, maar alleen maar als je de eerdere albums kent en de band al eens live bezig hebt gezien, dan kun je daar, zij het met moeite, de vinger op leggen. Wie nog niet eerder van Briqueville heeft gehoord en via ‘IIII’ kennismaakt met dit raadselachtige fenomeen, zal gegarandeerd van zijn sokken geblazen worden, met name door de twee langste en met afstand beste tracks, Akte XVIII en XX. De vierde van Briqueville is misschien niet een nieuw hoogtepunt in het oeuvre, wel weer het zoveelste bewijs dat België dé plek is voor wie van bijzondere (post) metal houdt.