Arch Enemy, Ad Infinitum, Haliphron in 013, Tilburg – 14 juni 2023
“Ik ben op dit moment aangenaam verrast door een band waarvoor ik veel respect verloren had. “
Arch Enemy speelt weer eens in Tilburg en daar de band een bijzonder streng beleid heeft wat journalisten/schrijvers voor metal magazines betreft en ik toegang had tot dit optreden, ben ik er heen geweest en heb het allemaal aanschouwd, ervaren en opgeschreven. Het was ook al weer even geleden dat ik de band live had gezien, met name omdat de afgelopen keren mij niet echt hadden bekoord en ik het ongeveer opgegeven had. Voor mijn favoriete metal magazine maak ik echter graag een opoffering. En dat was niet echt vruchteloos.
16 juni 2023 I Tekst: Bart Meijer | fotografie: Natasja De Vries (013)
Er zijn regels. Nog ongeschreven regels. (Ik zeg het zo prominent omdat ik hoop dat onze chef de opdracht eruit doet om die regels dan eens op te gaan schrijven.) Deze regels worden vanavond grof geschonden. De regel dat je niet een shirt van de optredende artiest draagt, met name. Want bijna, bijna iedereen draagt een Arch Enemy shirt. (Ik heb zelf een neutraal roze aan.) Tenzij dit een vaal shirt van tenminste vijf albums geleden is, doe je dit niet. Iedereen hier weet waarvoor je komt, gebruik de kans om een meer obscure band te promoten. Aan de hand van de shirts kun je ook al wel een beetje zien met wat voor publiek je te maken hebt. Ik zie ook Sabatton, Arch Enemy, wat generieke festival shirts en Arch Enemy, en dat betekent vaak een jong en gierig publiek dat niet diep de muziek in wil duiken maar gewoon wil stampen op bekende melodieën.
Het vaderlandse Haliphron trapt af vanavond, de zaal is niet per se vol en alhoewel ik het eerste nummer retevet vind, gaat het publiek nog niet gelijk los. De opzet is mooi. Tussen twee eeuwenoude, stenen pilaren gaat zangeres Marloes Voskuil los. Een voorbode voor wat ons te wachten staat, of wellicht moeten we dat niet zo bekijken en deze vrij symfonische metal an sich zien. Want Haliphron is geweldig. Het symfonische is in eerste instantie ietwat over the top, maar komt dan naadloos samen met de riffs en growls die we horen. Als ik nader bekijk wie er hier spelen, realiseer ik me dat ik met één of twee ook wel eens in de Stationsstraat in Tilburg, voor de Little Devil heb gestaan, om aangeschoten te praten over hoe geweldig muziek is. Het harde overstemt gelukkig het symfonische en ik word herinnerd aan vroege Cradle, ergens-in-het-midden Satyricon en Borknagar. Drie dikke complimenten. Het verbaast me enigszins dat Arch Enemy Inc. toestaat dat een goede, jonge band hier het vlaggenschip is. De band speelt frisse, originele nummers, met hier en daar een heerlijke gitaarsolo.
Ineens staat er een man naast me die met zijn headbangen (respect daarvoor, dude) probeert een mensvrije zone rondom hem te creëren, maar ik besluit juist dichterbij hem te gaan staan. Dan loopt hij weg. Refuse/resist, zal ik maar zeggen. Het laatste nummer dat Haliphron ons toewerpt is ‘Unidentified Mass’ en ik vind dat alleen de titel al een Nobelrpijs verdient. Hiermee drukt de band nogmaals hun stempel op deze avond en ik verwacht dat er maar weinig mensen zijn die hen nog gaan vergeten.
Na een korte changeover begint het Zwitserse Ad Infinitum. Een prachtige entree. Als je ook maar enigszins Berlusconiesque bent, ofwel een diepe waardering voor het vrouwelijke hebt, dan is dit a night to remember. Muzikaal begint Ad Infinitum echter bijzonder zwak. Het klinkt alsof er een studioalbum opstaat en de band speelt alsof ze net een cursus “hoe speel ik een rockshow en engageer ik het publiek” heeft afgerond. De bewegingen van de gitaristen zijn bijzonder overdreven en alhoewel ik de poging erg waardeer, komt het allemaal niet oprecht over. Dit is de perfecte weg om te bewandelen als je een grote naam wilt worden in het “oppervlakkige” metal circuit, maar het is niet overtuigend. Ik hoor ook instrumenten en tweede zangers die ik niet zie. En Melissa Bonny kan zingen, begrijp me niet verkeerd, ze heeft een dijk van een strot, maar liever had ik zo’n stem gehoord in een originele setting. Alhoewel de bandleden met hun bewegingen en “enthousiasme” de aandacht trekken, blijft Bonny de blikvanger. Geheel terecht. Naast mijn mening moet er gezegd worden dat het publiek bijzonder enthousiast reageert op Ad Infinitum, en dat is eigenlijk veel belangrijker dan de mening van een oude metalfan. Ze doet wat ze opgedragen wordt en eigenlijk is deze hele voorstelling een groot succes, want van de 1800 aanwezigen hebben er 1789 het totaal naar hun zin. De muziek staat als een granieten rots en zoals al aangegeven zingt Bonny er lustig op los en is daar niks op aan te merken. Hier bovenop biedt de zangeres handtekeningen en foto’s aan na het hoofdprogramma. Het publiek geniet met volle teugen en ik moet zeggen dat de grunts me behoorlijk behagen.
De band neemt afscheid onder luid geschal en dan is het wachten geblazen op Arch Enemy. Ik leerde deze band kennen toen ze nog de Gossow-banier voeren en heb echt intense momenten gehad met die lineup, zowel met studiomateriaal als live. Angela Gossow was voor mij de eerste vrouw die duidelijk maakte dat gender niet uitmaakt voor vocale vaardigheden. Sindsdien ben ik veel dieper en uitgebreider ingegaan op dat onderwerp en werd het een non-issue. De komst van Jeff Loomis bracht hoop: een meer dan geweldige gitarist die nu zijn input kon geven aan een reeds gevestigde band. Dat viel erg tegen, daar Jeff zich aanpaste aan de ideeën van Arch Enemy, in plaats van zijn geweldige gitaarwerk (luister naar Nevermore) onderdeel te maken van deze band. Ik heb onlangs de eerste twee Arch Enemy albums aangeschaft en fuck, hoe ontzettend goed zijn die.
Okay, terug naar het hier en nu. Arch Enemy is een melodische metalband met Alissa White-Gluz als frontperson. Een goede zet. Ze ziet er niet zo grindy goed uit als Gossow (maar smaken verschillen), maar kan bijna eenzelfde geluid ter gehore brengen en oogt en klinkt bijzonder energiek! Arch Enemy Inc. groeit langzaam maar zeker uit tot een grote naam onder het jonge, gretige publiek, maar ook bij de oudere garde die zweert bij alles wat traditioneel is. Als het podium in gereedheid wordt gebracht en de laatste klanken van Cradle Of Filth’s ‘Funeral In Carpathia’ wegechoën, begint de chaos. De band is fashionably late en begint twee minuten later met een ‘Ace Of Spades’ intro, om wat volgt legit te maken. Veel mensen gaan tijdens deze intro al los, maar er zijn toch zeventien mensen die met een stalen…of metaal gezicht op de trappen van 013 blijven zitten. Als de band opkomt met bijzonder luide muziek wakkert er een zwak pentagram boven het podium. Het publiek is buitenzinnig als de band, als silhouetten, het podium opkomt, maar een luid gejuich klinkt als Alissa van achter het drumstel haar entree maakt. Ze ziet er nog beter uit dan gewoonlijk en haar stem klinkt gelijk al optimaal. Niet overdreven theatraal maar echt. Zelfs het gitaarwerk van Loomis laat enigszins de genialiteit van deze man doorschijnen. Als ‘Ravenous’ in wordt gezet begint bij mij dat heerlijke kippenvel te kruipen, maar ik zie helaas bij het publiek minimale respons. Zonde, want dit doen ze echt heel goed. Daarna klinkt ‘War Eternal’ door de speakers, niet hun beste nummer, maar dit is wel goud. Strak, true to the original, en het publiek begint los te komen.
Ik moet zeggen, dit valt niet tegen. Arch Enemy had het de laatste jaren vrij hoog in de bol, maar tot nu toe maken ze de reputatie waar. Dit is heel fijn. Alissa is niet langer het boegbeeld maar onderdeel van de band, en alhoewel haar contact met het publiek wat saai is, “Tilburg Come on!!”, is ze duidelijk niet meer de aandachtsgeile persoon van toen. Als er een punt van kritiek gegeven mag worden dan is dit dat de band het afgelopen decennium of twee een gimmick heeft ontwikkeld en dat door dat specifieke gitaargeluid veel nummers op elkaar lijken. Dat klinkt ook nu even door, maar tijdens de riffs van ‘My Apocalypse’ toch ook veel minder. De band staat zelfverzekerd op het podium en speelt, gelukkig, ook de oudere nummers met overtuiging. Het hymne gehalte, meezingen, kazige solos en meedeinen op de muziek met het lampje van je mobiel aan, is mij iets te veel, maar ik kan me voorstellen dat je daar als fan heel goed op gaat.
De show gaat door en ik merk dat het publiek meer en meer energie krijgt van de vibes die de band de zaal instuurt. ‘Handshake With Hell’ geeft me oprecht kippenvel als Alissa haar cleane zang door de zaal laat galmen. Die kippenvel wordt ietwat teniet gedaan door wederom de kazige duo-gitaren, maar toch. Ik ben op dit moment aangenaam verrast door een band waarvoor ik veel respect verloren had. Cool. En ik ben ook al overtuigd, maar wil eigenlijk heel graag weten wat ze gaan spelen in hun halve uur speeltijd dat nog rest. Een bijzonder zware versie van ‘We Will Rise’ valt ons ten deel en het blakerende pentagram blijft hangen. Een vaarwel wordt geworpen, maar niemand gelooft dat. Er komt nog een toegift. Maar is dat waarlijk een toegift te noemen als het de standaard is? Ik hou er enorm van als een band afscheid neemt en dan gewoon naar de kleedkamer gaat. Dat gezegd hebbende geloof ik niet dat er iemand in de zaal is die spijt heeft van het komende, ongeveer half uur, dat Arch Enemy ons nog gunt. Een half uur waarin onder andere ‘Burning Angel’ en ‘Nemesis’ de revue passeren. Ze eindigen met ‘Fields Of Desolation’, van het allereerste album ‘Black Earth’, en de band had me al enigszins teruggewonnen vanavond, maar hiermee maken ze het compleet. Een mooi optreden!
Setlist:
Deceiver, Deceiver
The World Is Yours
Ravenous
War Eternal
In the Eye of the Storm
House of Mirrors
My Apocalypse
The Watcher
The Eagle Flies Alone
Handshake With Hell
Sunset Over the Empire
As the Pages Burn
We Will Rise
Encore:
Enemy Within
Burning Angel
Snow Bound
Nemesis
Fields of Desolation
Social media