Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Airbag – A Day At The Beach
Karisma Records
Release datum: 19 juni 2020
“Het draait de band duidelijk niet om het etaleren van allerlei technische fratsen maar om het creëren van een (melancholische) sfeer’.”
8/10
Wim Strijbosch I 04 juni 2020

Het heeft maar liefst vier jaar geduurd voordat het Noorse Airbag met een opvolger komt van het laatste album ‘Disconnected’. Zanger Asle Tostrup besloot een wereldreis te maken en gitarist Bjorn Riis benutte de tijd om enkele soloalbums uit te brengen van wie ‘A Storm Is Coming’ uit 2019 de laatste was. Halverwege 2019 besloten de heren om weer met Airbag aan de slag te gaan, ditmaal officieel als trio (de band wordt gecompleteerd door drummer Henrik Fossum). En die vier jaar hebben  ervoor gezorgd dat Airbag echt van sound is veranderd. Typisch jaren tachtig elektronica gaat hand in hand met veel dromerige melodieën en met veel aandacht voor nuance in opbouw en structuur. Waar de band voorheen in één adem werd genoemd met Pink Floyd (niet vreemd natuurlijk met die gitaarpartijen van Riis), hoor je nu veel meer gelijkenis met muziek van bands als Riverside (Lunatic Soul), The Pineapple Thief en het late Anathema.

Het album opent met ‘Machines And Men’, een track van tien minuten die direct een ander geluid laat horen dan wat we tot nu toe gewend waren van de Noorse progrockers. Veel (heel veel zelfs) elektronica, dat zich beweegt rondom een lange, repetitieve riff. De gitaarsolo halverwege is weer ouderwets; het is onmiskenbaar Bjorn Riis die met zijn Gilmour-achtige perfectie de rillingen over je rug laat lopen. Ook de ietwat ijle stem van Asle Tostrup is uit duizenden herkenbaar. Het navolgende eerste deel van het titelnummer is dromerig en fijn subtiel in elkaar gezet. De muzikale reis wordt vervolgd door wellicht de beste song van het album, het lange ‘Into The Unknown’, waarin de band opnieuw experimenteert met elektronica. Heel fraai wordt de spanning opgebouwd die uiteindelijk leidt naar een gitaarsolo waar onze vriend Riis patent op lijkt te hebben. Het type solo dat je weg laat dromen, je kent dat wel. Het album vervolgt met tweede deel van het titelnummer wat in feite draait om een lange gitaarsolo van Riis, misschien wel één van zijn allermooiste ooit. Zo verfijnd, zo melancholisch, zo puur. Waanzinnig.

Na al dat fraais valt ‘Sunsets’ wat in het niet, hoewel dit voor menig ander band al van een te hoog niveau zou zijn. Want welke gitarist weet keer op keer weer zulke gitaarsolo’s én riffs te produceren, die maken dat elke song sowieso boven het gemiddelde wordt getild? Het album wordt afgesloten met ‘Megalomaniac’, waarin de band ook weer teruggrijpt naar de opbouw welke kenmerkend is voor dit album: van subtiel en ingetogen, repetitief en met waanzinnig mooi geluid (luister deze track maar eens op je koptelefoon), tot een meer rock georiënteerde riff. Het draait de band duidelijk niet om het etaleren van allerlei technische fratsen maar om het creëren van een (melancholische) sfeer. Daar waar Riis dat op zijn soloalbums doet middels ambient-achtige songs, kiest Airbag meer voor een meer progressieve invalshoek, waarbij we wat mij betreft wel mogen constateren dat Airbag een eigen, herkenbare sound heeft ontwikkeld.

Ik verheug me nu al op de concerten van de band in De Cacaofabriek in Helmond en in De Boerderij in Zoetermeer; hopelijk mogen we onze Noorse vrienden aldaar begroeten begin 2021.