Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Gargoyl – Gargoyl
Season Of Mist
Release datum: 09 oktober 2020
“De hang naar exotische maatsoorten en polyritmiek, typisch voor zowel progressieve rock als jazz, maakt het debuutalbum van Gargoyl zowel spannend als complex en moeilijk te verwerken.”
7.5/10
Jan-Simon Hoogschagen I 25 september 2020

Velen zullen reikhalzend hebben uitgekeken naar het debuutalbum van Gargoyl vanwege het feit dat Dave Davidson, het meesterbrein achter de eclectische thrash-death-prog sensatie Revocation, hiermee een nieuw project is gestart. Samen met zanger-gitarist Luke Roberts staat hij aan het roer van een – vooralsnog – gelegenheidsformatie die veel overeenkomsten heeft met Revocation, in de zin van de intrigerende fusie van allerhande muziekstijlen, en tegelijkertijd volkomen anders is. Waar Revocation stevig verankerd is in death metal, compleet met razende gitaarriffs, beukende blastbeats en grommende growls, daar heeft Davidson dit keer het kompas gericht op de progressievere en dissonante klanken van bijvoorbeeld Opeth en Voivod. Dit wordt dan weer gedoopt in een grungy sound die niet ver van Alice in Chains verwijderd is.

Het resultaat is virtuoos, onorthodox en hypnotiserend. De ondefinieerbare schoonheid van het meerstemmig a capella gezongen ‘Truth of a Tyrant’ waarmee het album opent, zal menig luisteraar behoorlijk op het verkeerde been zetten. De melodielijnen doen eerder denken aan vijftiende-eeuwse motetten dan aan wat voor metalgenre dan ook. De conservatoriumachtergrond van Dave Davidson zal hier ongetwijfeld een rol hebben gespeeld. De thema’s uit ‘Truth of a Tyrant’ gaan door in ‘Plastic Nothing’, een polyritmische progmetal extravaganza waarin de gitaren, bas, drums en zang als een hysterische Hydra alle kanten op kronkelen, om uiteindelijk op een onverklaarbare wijze à la Opeth samen te komen tot een pakkend nummer. De hang naar exotische maatsoorten en polyritmiek, typisch voor zowel progressieve rock als jazz, maakt het debuutalbum van Gargoyl even spannend als complex en moeilijk te verwerken. In de eerste helft van het album werken de muzikanten naar een dusdanig intense gordiaanse knoop dat het niet meer dan logisch is dat de culminatie van alle muzikale ambities, het bijna niet te bevatten zo verwarrende ‘Electrical Sickness’ wordt gevolgd door een aantal relatief rustige en minder ambitieuze tracks. Wat blijft is de karakteristieke zang van Luke Roberts, die bijna als een opeenstapeling van alle grote grunge zangers uit de jaren negentig klinkt. Opnametechniek zorgt er bovendien voor dat hij in zijn eentje voor meerstemmige vocalen verantwoordelijk is.

In de tweede helft van het titelloze album lijkt de betovering helaas uitgewerkt te zijn. Eenvormigheid neemt het over van excentriciteit. De verrassing die de eerste vier nummers zo overrompelend maakte is weg. Zelfs het gastoptreden van een saxofoon in ‘Acid Crown’, op zich een passende keuze bij dit soort vaag aan jazz herinnerende muziek, kan de boel niet meer vlottrekken.

Wat blijft is een bijzonder album dat zelfs voor de al bovenmatig avontuurlijk ingestelde Revocation fan niet makkelijk te verteren zal zijn. Wie gek is van Opeth, en dan vooral de voornamelijk prog georiënteerde Opeth van de laatste jaren, kan daarentegen zijn hart ophalen met dit staaltje muzikale hogeschoolacrobatiek.