Helldorado Festival in Klokgebouw, Eindhoven – 16 november 2024
“Het publiek wordt helemaal bespeeld; niet beginnen met spelen, voordat er minimaal vijf personen al crowdsurfend naar het podium gekomen zijn, naast de “gewone” pits, de hal in tweeën delen en links en rechts elkaar tegen elkaar laten botsen, of grote ronddraaiende mensenmassa’s organiseren, het lukt ze allemaal”
Helldorado weet ieder jaar weer een lading bands aan te trekken, waarvan een paar altijd hoog eindigen in mijn jaarlijstje. Ook kom ik bijna ieder jaar met een stukje vinyl van een recente “ontdekking” terug. Dit jaar moest Uncle Acid And the Deadbeats al in een vroeg stadium Helldorado 2024 afzeggen, en daar kwamen later Bömbers en Alabaster nog eens bij. Vooral Uncle Acid en Bömbers zouden anders in ieder geval op mijn “must see” lijstje gestaan hebben. Er is echter nog een zeer breed scala aan andere hoogstaande bandjes te bekijken en beluisteren op deze 2024 editie van Helldorado. Ik zal er echt weer niet aan toe komen om alles te zien.
26 november 202 I Tekst: Cor Schilstra | fotografie: Linda
Iedere keer wil ik weer proberen dit festival vanaf het begin mee te pikken. Alle goede bedoelingen ten spijt, zullen toch de eerste bands gemist worden. We komen precies op tijd aan om The Baboon Show te zien aanvangen. Door een stukje “vooronderzoek” wist ik dat ik deze tot voor kort voor mij onbekende band wel eens erg zou kunnen waarderen. Een show is dit inderdaad wel; een zangers in een strak tijgerpakje, die als een ongeleide projectiel over het podium stuitert, regelmatig het publiek letterlijk opzoekt, en zelfs in een paar uitstapjes, al zingend, crowdsurfend over het publiek gaat. Zowel qua outfit als stem, zou dit zomaar de vrouwelijke versie van Kevin DuBrow (Quiet Riot) kunnen zijn. De gehele band is trouwens behoorlijk energiek en duidelijk in zeer goede doen, aanwezig op het podium. De pakkende, punky AC/DC – achtige rock ‘n’ roll doet het goed in de Cobra hal, en de band krijgt toch een heel aardig deel van het publiek in deze hal echt mee in hun drive. Wel heel jammer dat dit één van de weinige bands was, die geen vinyl (meer?) hadden in hun merchandise stand. Terwijl ik hier net een beetje van sta te balen, na zo’n toch nog onverwacht goed optreden, lijkt het er op dat de dag misschien al weer voorbij moet zijn. Er komt even iets tussendoor fietsen, wat gelukkig toch nog opgelost kan worden, en dus kan ik, met een behoorlijke vertraging, en het missen van The Spades, Pallbearer en Dool, mijn festivalbezoek toch vervolgen.
Een kijkje bij The Koffin Kats; een energiek psychobilly punk trio met aanstekelijke podiumpresentatie. Vooral de gitarist en contrabassist hebben een mooie interactie op het podium. Zowel qua mimiek als met instrumenten kunnen ze hele “gesprekken” voeren, wat weer relatief veel vrolijk kijkend publiek oplevert. Vooral bassist Vic Victor haalt, al spelend, behoorlijk indrukwekkende jongleertoestanden uit met zijn gevaarte van een contrabas. De mannen hebben het duidelijk naar de zin, werken zich in het zweet, en het publiek, inclusief ondergetekende, kan dit alles zeer waarderen.
Napalm Death is toch wel één van de publiekstrekkers lijkt me. Persoonlijk ben ik niet tot in details bekend met hun repertoire, maar heb ze wel eens eerder live bekeken. De heftige grindcore van deze band vind ik heel knap uitgevoerd, en de energieke performance kan ik als zeer onderhoudend ervaren, maar ik moet er wel voor in de stemming zijn. Of die stemming was niet optimaal voor deze muziek, of het geluid was echt, zoals het bij mij binnen kwam, beslist niet optimaal. Ja, optimaal hard qua volume, dat wil wel in deze galmbak, maar volgens mij zag ik om me heen toch verschillende mensen dit muzikale geweld enigszins apathisch over zich heen laten komen. Nu stond ik ook een beetje op afstand, en zag dat tot zeker halverwege de goed gevulde hal eigenlijk alleen maar een heel enthousiast publiek. Het super-Engelse accent van de frontman in zijn praatjes tussendoor, evenals de zeer sociale boodschappen, kon ik zeker ook waarderen. Na een kwartiertje werd het echter toch tijd voor een hapje eten.
De herrijzenis van John Coffey kan reeds als zeer succesvol worden beschouwd. Al weer een aantal grotere festivals zijn door de come-back van de band onveilig gemaakt, dus de Helldorado Lion hal kan helemaal op zijn kop gezet worden. Dat is precies wat de band doet. Met nummers als ‘Steam Waltz’ en ‘Broke Neck’ aan het begin van de set, kan het feestje losbarsten. Het publiek wordt helemaal bespeeld; niet beginnen met spelen, voordat er minimaal vijf personen al crowdsurfend naar het podium gekomen zijn, naast de “gewone” pits, de hal in tweeën delen en links en rechts elkaar tegen elkaar laten botsen, grote ronddraaiende mensenmassa’s organiseren, het lukt ze allemaal. Zanger David Achter de Molen is zelf ook regelmatig tussen het publiek te vinden en gitarist Christoffer van Teijlingen gaat al spelend en crowdsurfend over het publiek. De uitermate energieke hardcore/punkrock/screamo is ook wel heel erg geschikt voor deze taferelen. Op het podium staat de hele tijd een heel hard werkende band, die strak speelt, zelf ook heel veel lol heeft, en ondertussen ook het podium aardig verbouwt; boxen worden opgestapeld om bovenop te klimmen en het hele drumstel-podium wordt (op wieltjes, terwijl de drummer stug doorgaat) zijdelings, vooraan op het podium geduwd. Een andere kant van deze mannen komt tijdens de show trouwens ook naar voren; net als eerder bij Napalm Death, toont de band een heel (politiek) betrokken gezicht, met in deze tijd toch bijna gewaagde uitspraken over “dat zootje in het Catshuis”. Heel toepasselijk (“Why don’t you people go home”) stond ‘Heart Of A Traitor’ mooi aan het eind van de setlist. Wel jammer dat Zeke tegelijkertijd stond geprogrammeerd, maar ja, je kan niet alles hebben.
Ik wilde niet voortijdig vertrekken bij het John Coffey spektakel, en miste daardoor wel het begin van Graveyard. Even heel iets anders; direct kippenvel als ik de expressieve aanslag van snaren van de gitaristen hoor. Die geweldige dubbele lijnen doen me toch erg vaak aan Wishbone Ash denken. Er staat een extra gitarist op het podium, zodat Joakim Nilsson zich helemaal kan focussen op de zang, wat hij dan ook bijzonder expressief invult. De steviger dreinende retro-rockers als ‘Ain’t Fit To Live Here’ laten de koppies in het publiek wel op en neer gaan, maar ik kan me voorstellen dat de liefhebbers van het extremere spul hun heil bij Hellripper gaan zoeken. Graveyard heb ik een paar keer eerder mogen aanschouwen, en iedere keer kunnen ze me helemaal inpakken. Ook iedere keer weer is er dat kippenvel bij sommige gitaarpartijen. Vooral bij de langzame blues-achtige nummers als ‘Uncomfortably Numb’ en het van de laatste plaat afkomstige ‘Rampant Fields’ met zijn “op het randje” langs elkaar knijpende gitaren; een dik compliment voor de uitvoering en het lef om deze nummers hier te spelen. Het algehele geluid, wat behoorlijk chaotisch was bij Napalm Death (volgens mij dan), is trouwens opeens heel best te pruimen in deze voor geluidsmensen best uitdagende hal.
Peter Van Elderen is vast vlak voor zijn eigen optreden nog wel even wezen kijken bij zijn collega’s van Zeke; het T-shirt is in ieder geval van verre te herkennen. Peter Pan Speedrock, een steeds terugkerend high energy rock ‘n’ roll fenomeen op Helldorado is weer klaar voor een krap uurtje speedrock. Je zou zeggen dat het spelen in deze grote hal op Helldorado ook wel kan gaan wennen, maar de mannen van Peter Pan zijn alweer, en nog steeds, zichtbaar onder de indruk en dankbaar dat ze hier hun thuiswedstrijd mogen spelen. De voor het grootste deel op razende snelheid gespeelde, heftige speedrock ‘n’ roll kan weer tot zeker de voorste helft van de hal, de aanwezige toeschouwers heel behoorlijk in beweging brengen. Ergens halverwege de set komt er ook nog even een stukje indrukwekkende “solospot” snarenmarteling van Van Elderen. Ook Peter blijkt echter een mens, als er vlak daarna een nummer heel even verkeerd ingezet wordt; toch een geruststelling voor de amateur muzikanten onder ons. Gelukkig spelen ze voor de afwisseling ook een paar iets meer zware, mid-tempo beukers als ‘Hallelujah’ en ‘Gotta get Some’, van het album ‘Premium Quality …Serve Loud!’, ooit mijn kennismaking met deze band. Ook door Peter liefkozend genoemde “De Dikke”, oftewel Dikke Dennis is natuurlijk van de partij voor zijn gastrol, waarbij ‘Schoppenaas’ en ‘Megasdetitas’ ten gehore gebracht worden. Na afloop nog maar even zijn recent verschenen album ‘Hardhout’ bij de merchandise aangeschaft; deze keer geen vinyl van een voor mij nieuw bandje, maar toch een vers stukje luistervoer voor thuis.
Baroness is met zijn mix van prog, psych, sludge, shoegaze en stoner (en de imposante verschijning van frontman John Dyer Baizley) toch wel een band die hier echt een keer hoorde te staan. De muziek is op plaat al heel moeilijk in een hokje te stoppen, maar live weten ze ook al die verschillende invalshoeken helemaal uit te buiten. Met bewondering heb ik deze band staan bekijken. De bassist en drummer zetten een wel heel solide basis neer, waarbij de drummer behoorlijk geplaagd werd door technische problemen met het monitorgeluid op zijn in-ears. Baizley is een gigant op gitaar en zijn toch wel kenmerkende stem zal misschien voor sommigen toch even wennen zijn. Het enthousiasme van de headbangende, spring in het veld gitariste/zangers Gina Gleason, met een smile van oor tot oor, is heel aanstekelijk, en het gitaarspel bijzonder imposant. Deze set heb ik niet helemaal tot het einde mee kunnen maken; rond elf uur was het tijd om de terugreis te aanvaarden. Toch weer een geweldige dag op Helldorado 2024; heel graag tot de volgende editie!