Zeeltje Rock! 2019 – Deest – 17 augustus 2019
“De mannen kwamen met flesjes water het podium op en vooral gitarist Henny Wolter zag er uit alsof hij een hele zware nacht achter de rug had.”
Sinds een paar jaar is dit uitstapje een vaste prik; zo aan het einde van de vakantie nog een erg leuk festivalletje meepikken in Deest. Zeeltje is een gemoedelijk kleinschalig en erg gezellig festival met overwegend rock georiënteerde muziek. Weliswaar speelde er maar één band die ik beslist wil zien dit jaar, maar het zal sowieso wel weer een leuk uitje worden; vanaf twee uur zijn de verwachtingen in ieder geval droog weer.
23/08/19 I Tekst: Cor Schilstra I Foto’s: Linda Witjes
Wanneer de persoonlijke toestand het toegelaten had, was ik ook graag de vrijdag aanwezig geweest om in ieder geval Oliver Dawson’s Saxon, Thunder Mother en Moonkings te bekijken. Adje en band waren net als Dead Elvis en Picture kortgeleden al eens eerder te gast op dit festival, en qua aankleding of verrassende acts op het veld, leek het iets minder te zijn dan vorige edities, maar toch bleek het weer de moeite waard om een dagje naar Deest te gaan.
Bij binnenkomst stond Blind Lemon net het laatste nummer te spelen. De blues georiënteerde pop rock klonk me erg geschikt voor de plaatselijke kroeg en inderdaad leuk als opwarmertje zo vroeg op de middag. De band die daarna op het podium stond, was de naar mijn smaak te vroeg geprogrammeerde Nitrogods. Deze driemansformatie had ik nog niet eerder in levende lijve gezien, terwijl de muziekjes regelmatig in mijn stereo gespeeld worden; deze band moest ik een keer zien. De mannen kwamen met flesjes water het podium op en vooral gitarist Henny Wolter zag er uit alsof hij een hele zware nacht achter de rug had. De snaren werden in de solo’s niet altijd ver genoeg opgedrukt en bij het tweede nummer brak al een snaar, waardoor de Les Paul al snel vervangen werd door de Gretsch. Het feit dat Oimel aan het water was (het blikje bier bleef dicht!), moest volgens Henny ook aangeven dat er niet over gisteravond moest worden gesproken.
Toch hadden de mannen het best naar de zin, ze speelden de nummers strak, afgeladen met energie en enthousiasme. Veel nummers van de nieuwe plaat, maar ook geweldige versies ‘At Least I’m Drunk’, ‘Whiskey Wonderland’ en ‘Wasted In Berlin’ van het debuutalbum kwamen voorbij. Een speciale vermelding voor ‘Lipsynch Stars’, in zeer uitgebreide versie met Klaus die achter zijn drumstel vandaan komt wandelen met drumstokjes op een wijnfles om het live spel van deze band op een ludieke manier te bevestigen. Na een oproep uit het publiek om ‘Ace Of Spades’ als toegift te spelen, werden we getrakteerd op een uitgebreide versie van ‘Overkill’ die wel drie keer in de herhaling ging.
Na deze overdonderende muzikale waterval, was het hoog tijd eens een kijkje te nemen in de vinyl kraam; een traditie zo langzamerhand, die door het gereduceerde aanbod niet zo succesvol was als voorgaande jaren. Op het buitenpodium staat inmiddels de volgende band te spelen. De muziekjes van Crowmans Hill zijn herkenbaar, van een zeer behoorlijk radiovriendelijk niveau en kunnen dan ook prima als achtergrond muziek fungeren. De band doet zijn ding netjes, maar er spat niets van het podium qua presentatie of muzikaal vuurwerk.
Op het hoofdpodium stond inmiddels Picture klaar. Een paar jaar geleden stond de band ook al eens hier, maar ditmaal hadden Rinus en Bakkie zo’n beetje hun allereerste line-up nieuw leven ingeblazen (met Appie De Gelder als extra gitarist). De muzikaliteit was een beetje stroef hier en daar, maar de spelvreugde van deze dinosauriërs (veertig jaar geleden stonden deze mannen al als jonkies de vaderlandse podia onveilig te maken) maakte veel goed. ‘Eternal Dark’ was vocaal een regelrechte aanfluiting en de outfit van zanger Ronald van Prooijen was heel erg over de top, maar het oprechte enthousiasme van de zanger was zowel vermakelijk als ontwapenend. Mochten Van Kooten en De Bie ooit nog een typetje “hardrock opa vertelt” nodig hebben, dan mogen ze eerst naar een Picture concert. De mannen hebben trouwens ook recentelijk een nieuw (!) studioalbum ‘Wings’ uitgebracht, waarvan een paar nummers niet onverdienstelijk gespeeld werden. Misschien had de hoosbui die dit optreden uit de hemel kwam vallen ook een beetje de bezoekersaantallen in de tent bevordert, maar de jongens hadden voor dit tijdstip niet te klagen over het aantal bezoekers bij hun feestelijke reünie.
Eerst een hapje eten of een tussenstop bij Dead Elvis? Dit is een one-man-band van een in Elvis pak en doodshoofd masker opgedofte komisch bedoelde act. Het kan best even leuk zijn, maar na vijf keer “ik land met mijn vliegtuig in …. En wat zegt de plaatselijke bevolking? Oeh, Ah, Oeh, Ah Ah” gevolgd door deze tekst in een rommelig rondje refrein op een in akkoord gestemde gitaar, heb ik het wel gehoord. Het werd dus een hapje eten.
Grand East heb ik al meerdere keren, ook onder de naam Texas Radio nog, op Ribs & Blues zien staan; vakkundig gespeelde en met veel enthousiasme gebrachte blues georiënteerde rock is nog steeds het recept. Dat ze vroeger heel goed voornamelijk behoorlijk verbouwde covers speelden van bands als Deep Purple en The Doors, is nog steeds goed te horen zowel in de muziek zelf als de sfeer tijdens een optreden. Hier is nog ruimte voor een jam-achtige benadering in uitbouw van- en improvisatie tijdens een nummer, iets dat mits goed uitgevoerd, echt iets toe kan voegen aan een live show. Dit kon soms aan de ‘Spill The Wine’ taferelen van Eric Burdon & War doen denken. Het publiek in de tent liet zich aardig meenemen in het feestje van de band en menigeen (inclusief ondertekende) was onder de indruk van de lange sprint die zanger Arthur Akkermans al mondharmonica spelend dwars door het publiek trok, waarna hij zichtbaar moe maar voldaan bijna op het podium neerplofte; respect!
Op het buitenpodium een gitarist en bassist in stemming zwart, daartussenin een zanger/gitarist die erg zijn best had gedaan er als vrouw uit te zien. Een striptease, provocerende presentatie en confrontaties met het publiek; niet iedereen kon het waarderen, maar het trok wel aandacht. Muzikaal klonk Speak Easy een stuk rauwer, gruiziger en bijna garage/punk-rock; een stuk passender bij de live presentatie dan de vrij net geproduceerde werkjes die ik van de band van tevoren had beluisterd. Erg goed heb ik dit verder niet kunnen volgen, omdat ik steeds bekenden tegen kwam, waar ook even mee bij gebabbeld moest worden. De volgende keer zal ik deze band op voorhand trachten meer aandacht te kunnen geven; er waren in met name het gitaarspel een paar dingen in positieve zin doorgedrongen tijdens de conversaties.
Stacey Collins was de beoogde publiektrekker deze editie Zeeltje; ditmaal geen hardrock maar een country en blues gerichte band die de inmiddels inderdaad aardig gevulde tent mocht vermaken. Tussen velen die lijken bekend te zijn met het repertoire van de band, laat ik het maar eens over me heen komen. Iets als Slobberbone heb ik ook altijd heel erg kunnen waarderen, dus dit kon best leuk worden. De band is een geoliede machine en deed me bij vlagen aan bijvoorbeeld Toto denken. Ook deze band slaagde er in de nummers bijna te goed te spelen; soms kreeg je de indruk naar een cd te luisteren en niet bij een live band te zijn. Heel knap hoe ze hun muziek presenteerden, maar de muziek kon me niet raken. Pas bij de afsluiter, de AC/DC cover ‘Long Way To The Top’, die heel behoorlijk (en natuurlijk een stuk minder netjes) gebracht werd, hadden ze me toch een klein beetje te pakken.
Op het buitenpodium mag Diggeth daarna hun muziekjes over het veld laten denderen. Met veel vakmanschap en vol overtuiging zetten deze mannen met zijn drieën een muur van geluid neer. Deze band die bijna on-Nederlands goed is, had ik al een paar keer op het veel te kleine podium van Backstage Nijmegen gezien, maar op dit grotere podium komt de mooie mix van stoner en traditionele hardrock en metal ook heel goed uit de verf. Vooral de donkere, zware passages kon de band in een perfecte sfeer neerzetten, maar ook de vaak behoorlijk technische speed metal en eigenlijk alles wat er tussenin zat, was weer behoorlik indrukwekkend. De band was muzikaal in topvorm en de presentatie was met volle overgave. Het ‘Kings Of The Underworld’ album hadden ze op vinyl bij zich en moest dus voor meer luisterplezier thuis, beslist meegenomen worden.
Na dit overdonderende optreden van onze vrienden uit het oosten van het land, was het tijd voor Rory Gallagher tribute band Band Of Friends, maar het herstelproces van mijn gezondheidstoestand was nog niet zo ver dat ik de dag vol kon maken. Na een paar nummers werd de reis terug naar huis maar ingezet en moe maar voldaan kon ik terug kijken op een zeer geslaagde festival dag. Jammer dat ik Dirty Denims nu ook mis, maar die zal ik waarschijnlijk nog wel een paar keer meepikken, als ze op minitour gaan met het Zweedse Grande Royale die eindelijk naar ons landje komen eind volgende maand. Zeeltje, tot volgend jaar! Zet maar in je agenda: 14 t/m 16 augustus!
Check de onderstaande socials voor meer informatie over Zeeltje Rocks!