Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Whom Gods Destroy – Insanium
InsideOut Music 
Release datum: 15 maart 2024
“Fervente progressieve rockfans kunnen toetasten, als ze geen bezwaar hebben tegen de technische flitscampagnes en tours de force op de instrumenten, maar is dat niet juist een belangrijk onderdeel van zulke bands?”
8/10
Vera Matthijssens | 18 april 2024

Met het vrij mysterieuze einde van Sons Of Apollo kregen stermuzikanten Ron ‘Bumblefoot’ Thal (gitaar) en Derek Sherinian (keyboards) ruim baan om songs waar ze al een poosje samen aan werkten, uit te geven onder een andere naam. Whom Gods Destroy is het vervolg op Sons Of Apollo, maar met andere mensen op bas, drums en zang. Geniale muzikanten uit de progressieve scene hebben meer dan anderen het talent om kliekjes te vormen met gelijkgestemde artiesten. Zo ontstond dus weer een nieuwe band dat ons kennis laat maken met het debuutalbum ‘Insanium’.

Dit clubje barst van talent, want achter de microfoon treffen we Dino Jelusick, een jongere Kroaat die naam maakte in Trans Siberian Orchestra en nu aangeworven is om David Coverdale in Whitesnake van ‘backing vocals’ te voorzien. Bassist Yas Nomura ken je mogelijk van The Resonance Project en drummer Bruno Valverde trommelt ook in Angra. Het is technisch verbluffende progressieve rock/metal dat we ruim een uur voor de kiezen krijgen. Prestatiedrang wint het van behapbare gevoelens, althans toch in het gros van de songs. We hebben absoluut respect voor de virtuositeit van deze bende, maar af en toe vliegt men wel eens uit de bocht en zijn we het spoor bijster. Devote aanhangers van instrumentale hoogstandjes, verblindende solo’s en adembenemende snelheid komen hier ferm aan hun trekken.

‘In The Name Of War’ (favoriet van zanger Dino) start met rustige piano en keyboards, maar wordt weldra gespierde hardrock met een charismatische zanger. We denken even aan Alter Bridge, maar ook aan Adrenaline Mob. Men heeft de ruimte voor solo’s op gitaar en keyboards en het refrein is toegankelijk genoeg om te blijven hangen. ‘Over Again’ klinkt even relaxt, maar het is gedaan daarmee wanneer de opgefokte zang weerklinkt. In ‘The Decision’ – een song met een persoonlijke boodschap: als men dreigt het op te geven, denk dan aan alle goede dingen en besluit om het nog een kans te geven – wordt het onrustige gitaarspel achterna gezeten door de drums. Ook de bassist laat zich gelden, maar er wordt wel smeuïg gezongen. Nog meer kunst- en vliegwerk in ‘Crawl’ tot dan plots een heel zoete, maar verademende ballade de aandacht opeist. Liefhebbers van hectiek en progstunten zullen dit mogelijk het minste nummer vinden, maar wij vinden dat ‘Find My Way Back’ echt wel nodig was als rustpunt tussen alle acrobatiek. Dit nummer gaat over thuiskomen (na een tournee) en dan ontdekken dat ge u in feite niet meer thuis voelt op die plek. Orgel, zeer mooie gitaarsolo en sensitieve zang. Dan zijn we klaar om de lawine aan snelle muziek van ‘Crucifier’ te ondergaan. ‘Keeper Of The Gate’ heeft een aangenaam duister timbre een licht oriëntaalse epiek, terwijl ‘Hypernova’ een instrumentale proloog van de apotheose ‘Insanium’ is. Bijna negen minuten lang is dit hoogstaande progressieve metal, al lijkt de song uit drie verschillende songs te bestaan met een heel ander gevoel. Het mediaboek bevat nog een mooi bonusnummer in het vrij rustige ‘Requiem’. Besluit: fervente progressieve rockfans kunnen toetasten, als ze geen bezwaar hebben tegen de technische flitscampagnes en tours de force op de instrumenten, maar is dat niet juist een belangrijk onderdeel van zulke bands?