The Cult – Under The Midnight Sun
Black Hill Records
Release datum: 7 oktober 2022
“Voor mezelf was The Cult in hun hoogtijdagen eigenlijk niets meer en niets minder dan een gitaar georiënteerde rockband die af en toe een hitje scoorde”
Erik Boter I 7 oktober 2022
Volgens de Dikke Van Dale betekent “esoterisch” “voor ingewijden”. Ik zocht dit even op omdat de band The Cult te pas en te onpas wordt omschreven als een band die “esoterische rock” maakt. Met de definitie uit het woordenboek schiet ik ook geen moer op. Elke muziek, elke band is “voor ingewijden”. Lekker duidelijk.
Voor mezelf was The Cult in hun hoogtijdagen eigenlijk niets meer en niets minder dan een gitaar georiënteerde rockband die af en toe een hitje scoorde. Fans zullen me vast vervloeken maar ik zag The Cult als een soort harde U2. Met Top2000 hits als ‘She Sells Sanctuary’ (1986) en ‘Love Removal Machine’ (1987) is The Cult ook nog wel steeds een bekende naam onder het rockminnende (oudere) publiek hier in Nederland. Live wist de band (of het duo – The Cult bestaat eigenlijk uit zanger Ian Astbury en gitarist Billy Duffy) hun mannetje wel te staan want ik herinner me nog een concert in de Rijnhal in Arnhem waarbij supportact The Cult de headliner Aerosmith volledig van het podium speelde. Ik moest het even opzoeken, maar dat was op 27 oktober 1989.
Alweer even geleden, dus. Met ‘Under The Midnight Sun’ mogen de heren Astbury en Duffy bewijzen dat ze 33 jaar (!!) later nog steeds mee mogen doen. Laat ik voorop stellen dat ik het erg tof vindt dat The Cult überhaupt nog nieuwe albums maakt. Vernieuwend is het muzikaal gebonene op dit nieuwe album natuurlijk niet maar dat doet er niet zoveel toe wat mij betreft. Goede songs en een goede sound natuurlijk wel. In het verleden werkte The Cult o.a. met Bob Rock als producent. Het prijsalbum ‘Sonic Temple’ werd onder zijn leiding opgenomen en ook bij de opnames van het voorlaatste The Cult album ‘Hidden City’ (2016) zat Rock achter de knoppen (en speelde hij basgitaar). ‘Under The Midnight Sun’ is echter geproduceerd door Tom Dalgety. Wat mij irriteert aan het geluid dat Dalgety heeft neergezet zijn de drums, of meer specifiek het gebrek eraan. De promo vertelt mij niet of John Tempesta, toch geen lullige drummer die al jaren met de band meegaat op toer, op het album is te horen of dat we te maken hebben met een drumcomputer. Het lijkt in ieder geval op dat laatste en dat is wat mij betreft een gemiste kans. Wie door het gerikketik heen kan luisteren hoort verder een heldere productie waarbij het specifieke gitaargeluid van Billy Duffy de meeste aandacht krijgt.
Het album komt met ‘Mirror’ nog wat stroefjes op gang, maar de tweede track ‘A Cut Inside’ is wel prijs en meteen de hardste track van de plaat. ‘Give Me Mercy’ laat horen dat The Cult ook nog steeds met een poppy liedje uit de hoek kan komen. Met de juiste airplay en twintig jaar terug in de tijd had dit zomaar een dikke radiohit geweest kunnen worden. De titeltrack en ‘Knife Through Butterfly Heart’ maken de meeste indruk. Het zijn wat langere, wellicht esoterische, nummers waarvan de laatste me, zeker in de eerste minuten, aan The Doors doet denken. Astbury mocht tussen 2002 en 2006 als “The Doors Of The Twentieth Century” op toer met de voormalig Doors leden Robby Krieger en Ray Manzarek. Misschien heeft hij nog wat inspiratie uit die jaren gebruikt. Toch zijn het ook de drums die in deze twee toptracks die de sound verpesten, wat jammer blijft.
‘Under The Midnight Sun’ is een aardig album dat niet misstaat in de discografie van The Cult. Onmisbaar? Dat ook weer niet.