Dennis Duijnhouwer: “Mijn vorige band was heel erg gespannen, daar lag de lat heel hoog en als je daar een foutje maakte dan werd dat besproken en werd je daar op aangekeken. In zo’n omgeving wil ik geen muziek meer maken, het moet ook leuk zijn. Als iemand een fout maakt dan weet hij dat van zichzelf. Als het blijft gebeuren dan zegt iemand daar wat van maar ik wil met deze band wel een iets lossere benadering.”
De naam Temple Fang verschijnt steeds vaker op de bills van festivals en dat is niet voor niks. Deze band maakt namelijk retegoede muziek en schotelt de luisteraar een interessante combinatie van psychedelic en stoner rock voor. Omdat Temple Fang eigenlijk spontaan ontstond is er lang niet veel over te vinden geweest op het internet, maar daar komt langzaam maar zeker verandering in. Reden genoeg om (mede) oprichter en zanger/bassist Dennis Duijnhouwer aan de tand te voelen over het ontstaan van Temple Fang. (Dit interview stamt uit begin 2019 maar was op de één of andere manier nooit gepubliceerd. Bij deze dan, een echo uit een tijd dat optreden nog de gewoonste zaak van de wereld was…)
Bart Meijer Ι 14 december 2020
Het heeft even geduurd voor jullie online te vinden waren; dat had op zich wel een bepaalde charme. Was dat een keuze, en waarom nu ineens wel?
Nou, een hoop mensen denken dat daar een soort plan achter zat, maar de hele band was niet gepland. Het hele ontstaan van de band was puur…ik kreeg een telefoontje van mijn oude label baas en zijn enige vraag was: “Hé, heb je een band?” Mijn gedachte was dat hij er wel iets mee zou willen, dus ik zei niet direct ja maar wilde ook geen nee zeggen. Ik zei hem dat ik aan het jammen was met wat mensen. Toen vroeg hij of ik over een paar maanden wilde openen in de Little Devil (Tilburg) met mijn nieuwe band. Dat wilde ik wel en hij vroeg hoe de nieuwe band heette, waarop ik zei dat ik daar later nog op terug zou komen. Het kwam er op neer dat we twee maanden hadden om een band te formeren en ik heb gewoon wat mensen opgebeld en gevraagd of ze dit wilden proberen. De reden dat er geen social media was, was omdat er helemaal geen plan achter zat. Die ene show in Little Devil leidde er toe dat we twee shows met Coven konden doen en daarna begonnen we voor dingen gevraagd te worden. Een half jaar geleden, toen Roadburn er aan kwam, zijn we gaan zitten en hebben we ons afgevraagd: gaan we dit echt doen? En als we dat gaan doen en het blijkt een goede band te zijn, zijn we dan ook bereid om een groot deel van ons leven daar aan te wijden? Het hele proces is heel geleidelijk geweest en social media was helemaal niet aan de orde.
Het Roadburn gebeuren, hoe zijn jullie daarvoor benaderd?
Ik heb al lang een goede relatie met Walter (Mr. Roadburn). Ik wist dat als wij op een bepaald niveau zouden komen iemand tegen hem zou zeggen dat hij Temple Fang eens moest checken. Die eerste show was twee dagen voor Roadburn (2018) en we dachten als we deze band echt gaan doen dan zou het wel heel gaaf zijn om volgend jaar op Roadburn te staan. En ergens is het op Walther’s radar gekomen, die heeft toen een show van ons bezocht en gezegd dat hij ons daar wilde hebben. Vanaf dat moment is het echt serieus geworden en wilde we daar naar toe werken.
Ik heb daar al vaker gestaan, met andere bands. Onder andere Death Alley en Oeds Beydals & The Initiates, met Oeds van Death Alley, Jevin van Temple Fang, Willem van Vanderbuyst en Igor van Gold op drums. Dat was een eenmalig project en daar is ook een live plaat van uitgebracht waar niemand iets van weet. Tweehonderd stuks gedrukt en die waren ineens weg!
Hoe is dat voor een artiest, Roadburn? Als bezoeker denk ik: iedereen wil daar spelen. Is dat ook zo?
Ja. Voor mij en Jevin is dit het belangrijkste festival in de wereld. Mijn eerste Roadburn was in 1999, met Masters Of Reality in 013, en sinds 2005 zijn wij daar eigenlijk elk jaar geweest. Ik denk ook dat Roadburn voor ons allebei verantwoordelijk is voor het vormen van onze muzikale smaak, elk jaar weer een ontdekkingsreis. Je kan er honderd keer gespeeld hebben, maar het blijft het meest belangrijke festival. Als Walter dan belt en zijn naam verschijnt in het schermpje van je telefoon… Ik heb nu een relatie met hem dat het relaxed is en we zijn vrienden. Maar heel lang is het geweest dat als hij belde ik niet op de bank bleef liggen maar rechtop ging zitten en even diep ademhaalde. Die hele sfeer die daar heerst, en dat weet jij als bezoeker ook, die nodigt bands gewoon uit om het allerbeste in zichzelf naar boven te halen. Ook de interactie tussen bands en publiek is heel bijzonder.
Jij speelt inderdaad ook op andere festivals. Wat is het verschil nou precies?
Dat is heel moeilijk aan te geven. Roadburn heeft natuurlijk een hele professionele aanpak en is zakelijk goed geregeld, maar de basis van Roadburn is puur de liefde voor muziek. That’s it. Daar is het uit ontstaan en daar is het langzaam in uitgegroeid, maar die basis blijft hetzelfde. Of het nou Sleep is of de kleinste band die Roadburn opent, daar heeft Walter een persoonlijke relatie mee. Ik zeg niet dat Roadburn het enige festival is waar dat gebeurt, ik ken hier op Sonic Whip ook de mensen die het organiseren. Ik denk wel dat Walter de eerste was en hij heeft aan mijn generatie muzikanten laten zien dat je iets kunt opbouwen met puur als basis liefde en respect voor muziek, de mensen die het maken en de mensen die er heen gaan. Dat voel je op ieder niveau, van de catering tot Walter zelf. Er zijn weinig festivals die lang bestaan en die dat centraal houden. Daar is Roadburn trendsettend in en ik denk dat daarom bands ook zover willen gaan. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de commisioned pieces, daar ben je maanden voor aan het repeteren, voor drie kwartier spelen op een festival. Als je dat aan mensen buiten het genre moet uitleggen, dat is absurd. Waarom doe je dat?
Ja, waarom doe je dat?
Omdat je voelt dat er iets gebeurt en dat je de ruimte krijgt. Ook van het publiek. Misschien is dat nog wel het grootste verschil voor een band: op andere festivals zijn er meerdere podia en de bezoekers komen dan een beetje als toerist de zaal in, die kijken een kwartiertje en als het dan niet aanslaat dan gaan ze weer. Ik heb op Roadburn het idee dat ook al speel je een hele lange set met uitgerekte nummers, mensen geven het de kans. Ik denk dat bands dat op een gegeven moment ook voelen en verder durven gaan, meer tijd durven te nemen en dieper durven te gaan. Toen we Roadburn openden dit jaar zag ik aan het begin van het optreden dezelfde gezichten als aan het einde, niemand was weg gegaan. Zo’n vertrouwen tussen een organisator en het publiek, dat heb je niet in twee jaar. Wie er ook geprogrammeerd wordt, de mensen komen sowieso.
Even terug naar Death Alley: hoe is de samenwerking tussen jou en die band beëindigd?
Als ik daar nu mijn mening over geef en het over zes maanden terug lees, dan denk ik daar weer heel anders over. Dat is twee jaar geleden en ik denk er nu anders over dan toen. Ik wil wel zeggen, wij gingen aan de ene kant heel goed. We hadden succes, de shows waren goed en ik heb ook het idee dat we er nog heel veel lol in hadden, maar het ging ook hard. We maakten een plaat en normaal piek je en dan zo na zes maanden, een jaar, moet er een nieuwe plaat komen. Maar wij bleven maar succes hebben met die eerste plaat. Tee Pee (Records) zei het ook, ze hadden dit nog nooit meegemaakt. Na zes maanden verkocht hij meer, na een jaar nog meer. Wat doe je dan? Je blijft touren. De “Black Magick Boogieland Tour” hield niet op.
Ik vind dat wij eigenlijk niet beschermd zijn door de mensen die wij betaalden om ons te beschermen. In plaats daarvan werden we alleen maar aangejaagd om meer, meer, meer te doen. Dan krijg je een situatie waarin het EN heel goed gaat, EN heel slecht. Je bent constant op tour maar je bent ook met de nieuwe plaat bezig. Dus het creatieve proces werd belemmerd door de frustraties van het touren. Ik vond dat moeilijk. Die plaat werd een struggle en als je dan ook nog weken met elkaar in een tourbus zit, dan wordt het vervelend. Wij hadden beschermd moeten worden tegen die ruzie. Wij kregen ruzie en toen klapte het uit elkaar en is het op een manier afgehandeld die niet de schoonheidsprijs verdient. Van alle kanten niet, hoor. Ik heb heel weinig wrok ten opzichte van oude bandleden, maar het zakelijke gedeelte daaromheen… En dat uit zich ook in onze nieuwe band. Ik ga niet meer met grote, zakelijke in zee.
De band werd zelfs te groot voor Tee Pee en heeft toen bij Century Media getekend. Dat is uiteindelijk hun val geweest. Ze hebben nog twee singles uitgebracht en dat liep niet super, dan word je ook aan de kant geschoven door zo’n label. Ik zag dat aankomen, het was veel te vroeg en daar hadden een aantal mensen veel over te zeggen en de band wat minder.
Is er wel zicht op een label voor Temple Fang nu?
Door mijn ervaringen met Death Alley ben ik gewoon heel blij dat we een band hebben die speelt en dat die alleen maar door mond tot mondreclame bekendheid heeft gekregen. Ik zal niet zeggen dat we nooit ergens gaan tekenen, maar voorlopig is dat wat mij betreft niet aan de orde.
Betekent dat ook dat er voorlopig nog geen album komt?
We gaan iets opnemen in juni, ik denk dat het een soort EP gaat worden. Op dit moment willen we kijken wat we zelf kunnen doen en een EP is haalbaar om door onszelf te financiëren en uit te brengen. Misschien een paar honderd stuks op vinyl. Ik zie mezelf niet nu bij een label tekenen en een album-cyclus ingaan. Voor mij is het een wonder dat deze band überhaupt bestaat en speelt.
(Redactionele noot: juni vorig jaar kwam ‘Temple Fang: Live At Merleyn’ uit.)
Je bent tevreden zoals het nu gaat, met al die shows. Jullie zijn goed op elkaar ingespeeld. Hebben jullie ook veel contact met elkaar? Vooral Jevin lijkt vaak in zijn eigen wereld te zitten.
Ja, haha, dat is zo. Jevin en ik zijn al vijftien jaar beste vrienden. We hebben onze eerste tour met z’n tweeën gedaan in 2003. Hij was uit Amerika naar Amsterdam verhuisd en hij speelde in heel veel bands. Als je een gitarist nodig had dan ging je naar hem toe. Op een gegeven moment kwam ik met hem in een bandje terecht en hij was de eerste persoon die ik ontmoette die geen enkel verschil maakte tussen een Kyuss, de Grateful Dead, Sonic Youth, Bad Brains, Frank Zappa. We hebben een paar bands gehad, punk, rock ‘n roll en op een gegeven moment woonden we zelfs samen. Hij zit inderdaad echt in zijn eigen wereld en de communicatie is soms erg subtiel. We hebben absoluut contact en we zijn gewoon veel samen, ook met de hele band.
En tijdens optredens, maken jullie dan ook veel contact?
Steeds meer. In het begin probeer je als band nog je eigen identiteit te vinden en af te tasten hoe iedereen op het podium op elkaar reageert. Ik merk dat we nu steeds meer contact hebben en ook inside jokes. Vroeger als iemand een fout maakte op het podium dan raakten we met zijn allen collectief in paniek en nu wordt degene die de fout maakt uitgelachen. We zijn veel meer ontspannen geworden. Dat komt ook door Roadburn want toen we daar eenmaal mochten staan hebben we veel live gespeeld van tevoren om maar niet nerveus te zijn. Dat waren we natuurlijk die woensdag wel. De zaterdag niet.
Blijft dat niet hangen, dat nerveuze, voor elke show?
Daar is geen peil op te trekken. Ik had die woensdag een beetje onderschat. Bijvoorbeeld Ivy, onze tweede gitarist, die is heel jong en die zei na de show: “Ik heb nog nooit voor zoveel mensen gespeeld.” Daar hadden we helemaal niet over nagedacht. Het feit dat je zo’n festival moet openen en dat je zelf zo’n druk er op hebt gelegd. En het was niet slecht hoor, maar ik hoor wel een groot verschil tussen die twee optredens. Die zaterdag zijn we helemaal losgegaan en dan is alles net iets ruiger. Vandaag zijn we ook iets nerveuzer omdat we al een week niet geoefend hebben. Dan ben je net iets roestiger.
Mijn vorige band was heel erg gespannen, daar lag de lat heel hoog en als je daar een foutje maakte dan werd dat besproken en werd je daar op aangekeken. In zo’n omgeving wil ik geen muziek meer maken, het moet ook leuk zijn. Als iemand een fout maakt dan weet hij dat van zichzelf. Als het blijft gebeuren dan zegt iemand daar wat van maar ik wil met deze band wel een iets lossere benadering. Ook in de nummers, als iemand besluit dat hij nog langer wil doorgaan dan moet dat kunnen.
En hoe maak je dat dan duidelijk?
Soms lukt het om dat duidelijk te maken en soms niet. Ik denk dat we nu genoeg kilometers hebben gemaakt om met één blik duidelijk te kunnen maken van, we zijn er of we zijn er nog niet. Dat gaat zeker niet altijd goed, maar de laatste tijd steeds vaker. Die woensdag op Roadburn maakte één van ons een best wel extreme fout, die nog nooit was gemaakt, puur door de spanning en daar schoten we met z’n allen van in de lach. Het is een groep vrienden die met elkaar in een band speelt.
Een beetje een standaard vraag, maar waar komt jullie naam vandaan?
Dat zou je eigenlijk aan Jevin moeten vragen want de naam komt uit zijn koker. Mijn idee met bandnamen is dat je heel veel moet durven noemen, heel veel moet durven verzinnen, en op een gegeven moment blijft er eentje plakken. Op een gegeven moment zijn we in de groepsapp namen naar elkaar gaan sturen, zonder bang te zijn en ook gewoon domme dingen. Ik kan me niet meer herinneren wat nou de andere opties waren maar er zaten wel dingen tussen dat als ik die nu terug zou lezen ik blij ben dat dat het niet is geworden. Er moest een naam komen, want we hadden een deadline. Heel fijn, dat je niet eeuwen lang kan blijven nadenken daarover. Wat Jevin mij verteld heeft is dat hij één deel “sacred” wilde hebben en één deel “vicious”. We zijn allebei personen die heel erg rock ‘n roll hebben geleefd, met veel drank en drugs en dit is een soort grens waarop we ook met andere zaken bezig zijn. Vandaar Temple Fang.
Die drank en drugs is bij sommige van jullie best wel heftig geweest. Hoe zit dat nu en wat voor invloed heeft dat sowieso op een band?
Bij Death Alley zat het heel erg in het concept van de band, dat was heel erg een drugs-band. Anders maak je niet eenn single van een cover van Motörhead waarop je het logo van de band in speed neerlegt. Dat zat in die band en dat zat er vanaf het begin af aan in. Ik geloof dat je bands niet zelf verzint, die vormen zich en daar heb je weinig over te zeggen. Dat was die band en daar deden we allemaal aan mee. Het einde van Death Alley was voor mij ook het einde van hard drugs. Iemand zei ooit tegen mij: “Op een gegeven moment heb je al je consumptiemunten des levens er doorheen gejaagd.” Wat iedereen in Temple Fang doet dat moet ‘ie zelf weten, maar ik denk niet dat Jevin en ik het heel erg zouden tolereren als mensen eindeloos aan de hard drugs zouden zitten.
Vanwege de band of omdat je misschien bang bent weer terug te vallen?
Nee, ik ben daar zelf niet meer bang voor. Het moment dat de hard drugs een band in komen heeft die band een houdbaarheidsdatum. Misschien heb je dat als band altijd, maar zodra je allemaal speed gaat gebruiken versnel je dat. Death Alley was een hele heftige band, er werd weinig geslapen en altijd maar door gegaan. En dat is gaaf op dat moment zelf maar als er frictie ontstaat is dat ook een reden waarom je het niet meer op kunt lossen.
Zijn er bands waarvan jij vindt dat ze de houdbaarheidsdatum al overschreden hebben?
Vast wel. Iedere band moet dat voor zichzelf bepalen. Laat ik het zo zeggen, toen ik uit Death Alley werd gekickt zei Jevin tegen mij dat hij zo blij voor me was. “Je weet nu zeker dat je over tien jaar niet nog ‘Black Magick Boogieland’ hoeft te spelen.” Dat is iets dat wij gemeen hebben, we hebben ik weet niet hoeveel bands met z’n tweeën gehad maar we weten allebei wanneer de houdbaarheidsdatum op is. We hebben nooit geloofd in bandleden vervangen, dezelfde naam houden…niet uit principe, maar het is nooit aan de orde geweest om carrière te bouwen over een langere periode. Ik zie mezelf niet iedere avond nummers spelen van tien jaar geleden. Ik heb er geen oordeel over als andere bands dat wel doen, ik sta ook te janken als ik Black Sabbath zie spelen op die laatste tour, ondanks dat ze niet de originele line-up hebben.
Het voelt een beetje als verraad dat je dan toch bent gegaan.
Haha, ik was in Amsterdam niet gegaan. Ik had ze in 2005 in het Goffertpark gezien met originele line-up en dat was zo overweldigend. Ik had Ozzy backstage uit de limo zien stappen en die kon amper lopen. Toen was ik gaan twijfelen of ik dit wel moest zien, het zijn toch mijn grote helden. Toen speelden ze, op een dag met Slayer, Motörhead, Velvet Revolver, Audioslave en dan Sabbath, en ze vaagden zo alles weg op dat veld! Ik stond met een vriend in de foto-pit en ik moest echt even checken bij hem of dit echt gebeurde. Toen zij gingen touren zonder Bill Ward, was ik die lul die zei dat hij niet ging, ik wilde de herinnering koesteren. De volgende dag kwam ik met het bandje waar ik toen inzat de oefenruimte in gelopen. Zij waren wel gegaan en één zei: “Luister, als ik nou gisteren tegen jou had gezegd dat Tony Iommo, Geezer Butler en Ozzy Osbourne met één of andere drummer hier ergens staan te spelen en ik kan een gastenlijst regelen, had je dan wel gegaan?” Ja, natuurlijk. Alleen omdat het Black Sabbath heette en er geen Bill Ward was ging ik niet. En toen speelden we met ze op Hellfest (2016). Wij waren de eerste band van de dag en zij de laatste en ik vond die drummer helemaal niks maar het bleef Sabbath natuurlijk. Het was heel ontroerend. De hele dag had je theaterbands, zoals Ghost, wat trouwens heel vet was, en een aantal vergane glorie-bands, zoals Megadeth. Die hadden allemaal backing tapes en het was allemaal niks.
Huh? Echt waar?
Ja, Dave Mustaine die is zo verslaafd dat ‘ie amper kan staan. Hij was niet in de beste staat. Echt zo’n hele dag dat je naar bands kijkt en denkt, dit is gewoon niet goed. Ik ben ook Megadeth fan maar het was zo’n dramatische show. Toen Sabbath ging spelen gebeurden er dingen die voor een muzikant heel herkenbaar zijn. Soms speelden ze te lang door en keken ze elkaar aan van “Yo, je gaat te lang door op dit stuk man”, “Oh, sorry joh”, of er kraakte een kabeltje. Ze hadden ook niet echt een show, het was gewoon een podium met een bas en een gitaar, Ozzy op zang. Het kwam over als geen enkele trucage maar gewoon een rockband. Ik weet niet meer wat de vraag was, maar…
Haha, ik weet het ook niet meer. Heb je nog tijd? Ik was nog benieuwd naar jouw moeder, die is volgens mij best vaak aanwezig bij jullie shows.
Mijn moeder? Niet heel vaak, mijn vader is er vaker, maar mijn moeder is er sowieso als ik op Roadburn speel.
Heb jij een special band met je ouders, wat muziek betreft?
Het is absoluut niet mijn moeders muziek. De eerste keer dat zij naar Roadburn kwam was in 2014 volgens mij. Ze heeft mij natuurlijk van kleins af aan moeten afzetten bij metal festivals en ik kan me voorstellen als je je zoon voor de eerste keer bij Dynamo Open Air achterlaat dat dat eng is: een zee met langharige metalheads in het zwart. Mijn moeder heeft daar helemaal geen feeling mee, zij houdt van Andre Hazes. Toen ze merkte dat dit echt was wat ik ging doen en dat ze daar eigenlijk geen invloed op had is ze het langzaamaan gaan waarderen. Roadburn 2014 was voor haar een hele grote openbaring: “Iedereen is hier zo lief, zo aardig voor elkaar.” Mijn moeder heeft een opvallende stijl, ze heeft dan zo’n groen leren jackie aan en in die zee van zwart zie je haar dan staan. Het is overduidelijk en mensen vragen dan ook aan haar: “U bent vast iemands moeder”, waarna ze antwoordt: “Ja, van Dennis van Temple Fang”. Dus die komt dan helemaal gloeiend van Roadburn terug. Ik heb een hele bijzondere band met mijn moeder en zonder haar had de band ook niet bestaan denk ik.
Wil je nog iets kwijt over Masters Of Reality?
Ja, dat is onze gemeenschappelijke band. Ze doen natuurlijk niet zo veel en dan verdwijnen ze op een gegeven moment van mijn radar. Vervolgens post iemand, zoals jij, iets over die band en dan leeft dat weer op. Laatst in de bus hadden we ‘Deep In The Hole’ opstaan. Normaal gesproken doen we omstebeurt een verzoeknummertje, maar ‘Deep In The Hole’ bleef het hele album aan staan. Ivy, onze gitarist, had er nog nooit van gehoord en aan het eind van het album gingen we achter over zitten en zei hij: “Fuck, man, wat goed!” Ik heb ze ook maar één keer live gezien, in 013, twintig jaar geleden, toen niemand wist dat Josh Homme en Nick Oliveri in de band zaten. Toen die het podium opkwamen zei iedereen woooow. Daar hebben ze die live-plaat ook gemaakt. (Flak ‘n Flight.)
Hoe Chris Goss over muziek en over de business denkt is van grote invloed. Die man wordt er ook niet rijk van. Ken jij die documentaire van de VPRO? (Lola Da Musica, Masters Of Reality.) Ik kwam die laatst toevallig weer tegen en dat is zo’n mooi filmpje van hem. Het regende in L.A. en dan zit hij in zo’n goedkoop motel en gaat hij filosoferen over muziek. Met Death Alley wilden we dat het succes had en op het moment dat dat crashed dan kan het een paar kanten op. Je kan zeggen dat je er helemaal klaar mee bent, je hebt genoeg backstages en binnenkanten van tourbusjes gezien en je bent er klaar mee. Dat was mijn eerste reactie. Als al die toevallige samenlopen van omstandigheden niet waren gebeurd dan had Temple Fang niet bestaan. Toevallig een telefoontje krijgen en dan ja zeggen… En dat vind ik heel inspirerend aan Chris Goss. Die heeft ook zijn moment gehad. Ginger Baker in de band, een label, en die liep op een gegeven moment tegen een muur aan. Maar ik weet zeker dat hij nu ergens met een gitaar in zijn handen zit, met een stel jonge gasten te jammen. Dat vond ik aan dat filmpje heel inspirerend. In de tijd dat ik er doorheen zat en dat keek dacht ik, daar gaat het uiteindelijk om.