SOULCRUSHER IV – Doornroosje Nijmegen – 5 oktober 2019
“Intens. Zou dat een samenvatting van Soulcrusher in een enkel woord zijn? Soulcrusher was andermaal de plek voor liefhebbers van duistere apocalyptische riffs en zware experimentele klanktapijten.”
Op 5 oktober vond in het Nijmeegse Doornroosje de vierde editie van het eendaagse Soulcrusher festival plaats. Net als bij de voorgaande edities was de line-up weer even intens als divers. Met gekende toppers als Triptykon, Daughters en Pelican naast niet te missen nieuwe(re) acts zoals de duistere black metal van Mizmor, de ondefinieerbare, uiterst indringende industrial noise van Lingua Ignota en de ijzige doom metal van Hell is Soulcrusher andermaal de plek voor liefhebbers van duistere apocalyptische riffs en zware experimentele klanktapijten.
16/10/19 I Tekst: Jan-Simon & Mr. Eddo I Foto’s: Paul Verhagen (Doornroosje)
De lijst van optredende bands overziend vallen meerdere dingen op. Ten eerste is het een bonte kosmopolitische verzameling van ogenschijnlijk zeer verschillende bands. Behalve dat ze allen op hun eigen manier extreme heavy metal maken (met uitzondering van Lingua Ignota dan misschien, dat is natuurlijk een verhaal apart), is de overeenkomst dat de meesten een of meerdere shows op het illustere Roadburn festival op hun CV hebben staan. Is Soulcrusher dan een mini-Roadburn? Neen. Soulcrusher is zijn eigen ding, al is het wel duidelijk dat in dezelfde vijver wordt gevist en op een zelfde soort publiek wordt gemikt.
Als we in Nijmegen aankomen is het een mooie, zonnige herfstdag. Niet echt het weer dat je associeert met de duistere muziek die binnen in Doornroosje op ons staat te wachten. Zoals dat gaat waren we aan de late kant, dus of Leechfeast, de Sloveense band die de eer had om Soulcrusher 2019 af te trappen het in zich heeft om landgenoten Laibach te doen vergeten, we zullen het nooit echt weten. In de foyer konden we nog wat van de loodzware sludge en doom horen, maar het was te weinig om een serieus oordeel te vellen.
Soulcrusher vond plaats in de twee zalen die Doornroosje rijk is en was dusdanig geprogrammeerd dat je de hele tijd heen en weer moest rennen tussen de zalen om alles te kunnen zien. Geen pauzes, gaan met die banaan. Dus het was op naar de kleine zaal waar 30.000 Monkeys zijn opwachting maakte. Misleid door de naam verwachtten we toch op zijn minst een greintje humor. Helaas, 30.000 Monkeys was allesbehalve een komische act. Het was bloedserieus, dat was zeker, maar wat het nu verder precies was, geen idee. Het was van alles een beetje en misschien juist daardoor was het het allemaal net niet. Was het een soort van Amenra light of was het Neurosis meets Frank Zappa (misschien toch nog die humor?) De zware synthesizerdrones hadden leuk kunnen werken maar haalden vooral de flow uit de show. Al met al leverde dit optreden 30.000 Monkeys niet twee nieuwe fans op.
Tijd voor een portie instru-metal. Zal het over een paar weken nog steeds mogelijk zijn om de post metal van het Engelse kwartet Telepathy zonder problemen te importeren of moeten er dan invoerrechten betaald worden? Ze zijn er nu in ieder geval en de mix van Pelican-achtige post metal met shoegaze black metal werkte eigenlijk best goed. Als de soundtrack van een in de verte voorbijdrijvende onweersbui rommelden de drums en gierden de gitaren. Het was een vorm van beteugeld natuurgeweld dat best wat langer had mogen duren.
De Finse dööm van Dö lieten we aan ons voorbijgaan in afwachting van de meesters van het genre, de overduidelijke voorbeelden van Telepathy: Pelican. De band uit Chicago, USA, was (is) een pionier in de breed uitwaaierende, alles verschroeiende en louterende post metal waarin stuwende ritmes en een oneindige opeenstapeling van killer riffs even normaal zijn als balletjes breed en tikkies terug in het Nederlandse voetbal. Pelican is een van de grotere namen op de Soulcrusher poster van dit jaar. Het is al weer een poosje terug dat Pelican, dat sowieso beperkt in Europa toert, in Nederland optrad. Dat was al weer in juli 2013, tijdens de Forever becoming tour. De band heeft met Nighttime Stories – na een pauze van zes jaar – juist een nieuw album afgeleverd en het is niet verwonderlijk dat een groot deel van de set rond deze plaat is opgebouwd – slechts twee nummers van het vorige album passeren de revue, ouder werk laten de heren geheel links liggen. Veel nieuw werk dus en dat voelt als een hernieuwde kennismaking met de band, maar toch ook weer niet. De band weet van begin tot eind te boeien met hun zo kenmerkende ritmisch complexe en gelaagde post metal. Het kost ze dan ook weinig moeite om te bewijzen dat ze nog steeds de strijd aanvoeren aan de frontlinies. We zetten een vinkje bij “geslaagd!”.
Cranial had de pech na Telepathy en Pelican de derde band te zijn die ongeveer dezelfde muziek ten gehore bracht. Waarschijnlijk was de volgorde verkeerd, want dit klonk alsof het voorgerecht als toetje werd geserveerd. Het was tijd voor een korte pauze en even opladen voor Mizmor. Dit gezelschap is het stadium van obscure eenmansblackmetalband definitief voorbij, want de band (ja, het is nu echt een band) is de afgelopen tijd op toer geweest in Noord-Amerika. Deze eerste toer werd afgesloten met een eenmalig Europees optreden op het Soulcrusher festival. Directe aanleiding voor de tournee was ongetwijfeld de onlangs verschenen, verrassend diverse nieuwe plaat ‘Cairn’. Een album waarop Mizmor toont veel verder te gaan dan de ijzige Amerikaanse black metal waarin voorheen werd gegrossierd. Melodieuzer en bij tijd en wijle zelfs akoestisch gaat ‘Cairn’ mijlen verder dan het in 2016 al grenzen verkennend en verleggend ‘Yodh’. Begonnen werd met enkele songs van ‘Cairn’. Complexe songs waarin semi-akoestisch gitaargetokkel werd afgewisseld met een mix van ouderwetse black metal en doom. De tweede helft van de show was gevuld met ouder werk, te beginnen met ‘The Serpent Eats His Tail’ van het ‘Yodh’ album. Het viel op hoe zeer deze nummers compromislozer waren. Harder en voorzien van de typerende krijskreten van zanger-gitarist A.L.N. Vreemd genoeg had het wel iets van Black Sabbath, maar dan wel een versie waarbij de Spaanse inquisitie Ozzy met roodgloeiende poken bewerkt. Het was een intens optreden.
Intens. Zou dat een samenvatting van Soulcrusher in een enkel woord zijn? Want het bleef intens in de andere zaal met Lingua Ignota. Daar was ze weer. 2019 is het jaar van Lingua Ignota. Het jaar waarin Kristin Hayter aantoonde dat je niet een batterij overstuurde gitaren en blastbeats uitbrakende drums nodig hebt om nietsontziend harde muziek te maken en het bloedstollende hyperventilerende gekrijs de zang van hordes in corpsepaint uitgedoste blackmetallers doet verschrompelen tot kampvuurliedjes. Zo ongeveer in haar eentje verlegde ze de grenzen van wat heavy is. Na Roadburn stormenderhand te hebben veroverd in april en vorige week nog in het kielzog van Amenra het Amsterdamse Paradiso met de grond gelijk te hebben gemaakt was het nu de beurt aan Nijmegen. In het begin was er – zoals ook bij Roadburn – geen doorkomen aan, zo vol was de kleine zaal. Even vreesden we dat dit weer zo’n optreden was dat je wel kon horen maar niet kon zien. De heftigheid en de eigenzinnigheid van Lingua Ignota bleek al snel voor velen te hoog gegrepen met als gevolg dat de zaal met een redelijke snelheid leegliep en we relatief snel ons een weg naar voren konden banen waar we – hoera – zowaar iets konden zien. Op een soort van geïmproviseerd podium voor het echte podium met alleen een tl-balk als lichtshow was het een bijzondere mengeling van serene neoklassieke kamermuziek met een bijzondere, extreem zware autobiografische lading en uitbarstingen van pure white noise. Lingua Ignota is al met van alles vergeleken: Diamanda Galas, Sunn O))) maar eigenlijk is ze onvergelijkbaar. “How Do I Break You Before You Break Me?” en andere teksten over huiselijk geweld in de meest extreme vorm – je hoeft ze niet eens te verstaan om gegrepen te worden door de emotionele lading en overgave. Na minder dan drie kwartier was het alweer klaar en had menig toeschouwer even tijd nodig om dit te verwerken.
Maar daar was helemaal geen tijd voor. De volgende band stond alweer klaar in de andere zaal. Bij sommige bands kijk je uit naar het nieuwe album. Bij andere bands kijk je uit naar het moment dat ze weer in de buurt optreden. Daughters is duidelijk een band van de laatste categorie. De reputatie van deze band is dusdanig dat de verwachtingen hooggespannen zijn. Blijft alles heel dit keer, of laat de band weer een spoor van verwoesting achter, zoals gewoonlijk? En ondanks deze wetenschap ben je verbaasd als na een minuut of dertig ineens zanger Alexis Marshall naast je staat, midden in de zaal, woest zwaaiend met de microfoonstandaard, dansend met iedereen die maar mee wilde dansen en tegelijkertijd stug doorzingend. Is dat raar? Bij andere bands misschien, maar niet bij Daughters. Het was na een kleine twee minuten al raak. Na wild met de microfoon te hebben geslingerd belandde het apparaat met een luid versterkte knal op het voorhoofd van Marshall. Gevolg: een bloedende hoofdwond. En dat was nog maar het begin. Muzikaal is Daughters niet eens zo heel interessant al moet gezegd worden dat de leadgitarist idioot snel kon spelen. Daughters blijkt een soort draaideurband rond zanger Marshall. Dit keer had de band een nieuw gezicht meegenomen in de vorm van een andere bassiste. Het is een soort flashback naar de new wave noise rock van de late jaren tachtig. Jesus Lizard komt met name boven drijven. De band moet het hebben van de spanning die ontstaat door de totaal onberekenbare en onvoorspelbare maniak van een zanger. Zou hij weer op de bar gaan staan? Zou hij zichzelf weer verwonden? Je weet het niet, maar je ziet dat er elk moment iets kan gebeuren en die gevaarlijke spanning maakt ieder Daughters optreden een belevenis. Dit keer was niet anders.
The Secret uit Italië had een paar goede flessen wijn meegebracht en de zanger deelde als de voorganger in de mis uit aan de toeschouwers die vooraan stonden. Of er ook nog hosties aan te pas kwamen kon ik niet zien, even later was wel duidelijk dat meneer pastoor niet instemmend zou knikken bij het horen van de bak extreme black metal herrie die deze gasten produceerden.
Triptykon was natuurlijk de hoofdact op Soulcrusher dit jaar. Wat moeten we nog zeggen over Tom G. Warrior? Dat hij nog steeds alive & kicking is? Dat hij al ruim dertig jaar een van de trendsetters in de metalwereld is? Daar stond hij dan, zoals altijd met zijn muts op en met de intussen een beetje sneu ogende uitgelopen mascara tussen H.R. Giger banners en drie medebandleden die zijn kinderen hadden kunnen zijn. Persoonlijk heb ik niet veel, zeg maar helemaal niks met Triptykon of Warriors eerdere bandje Celtic Frost, dus ik moest afgaan op de reactie van de mensen om me heen om te kunnen beoordelen of hetgeen Triptykon te bieden had de moeite waard was. Al bij het eerste nummer, Celtic Frost klassieker ‘Procreation Of The Wicked’ ging het dak er spreekwoordelijk af en stonden volwassen mannen als jochies luchtgitaar te spelen en te headbangen. Het was dus oké. Tom had er duidelijk zin in, was in een goede, bijna jolige bui en had volop tijd voor publieksinteractie en lolletjes met de bassiste. Na nog wat nummers aangehoord te hebben, een afwisseling van Triptykon en Celtic Frost songs, verlieten we de zaal om niet verder in de verleiding te komen de zure recensent te spelen, en de fans hun feestje verder te laten vieren.
Intussen werd in de kleine zaal druk gewerkt aan de aankleding van het podium voor het optreden van Turia, de enige Nederlandse band op het programma. De kaarsen en brandende wierook zouden de nietsvermoedende passant kunnen laten denken dat dit een romantische soirée zou worden. Niets was minder waar. Turia maakt onderdeel uit van de sinds enige tijd florerende Nederlandse black metal scene. Kaal, afgekloven tot het bot en gestript van alle franje is dit muziek die is teruggebracht tot de essentie. In dit geval een soundtrack vol nihilistische wanhoop en woede in een wanordelijke, waanzinnige wereld. De bezetting was ook vrij minimalistisch: drummer, gitarist en een zangeres die over een onwerkelijke krijszang bleek te beschikken. De diverse nummers werden volgens een vast stramien gespeeld: drums als een stormloop van op hol geslagen neushoorns, een razend tremolo gitaargeraas bestaande uit zo min mogelijk verschillende akkoorden – alsof anarchopunks Crass ineens black metal speelden – en dus dat onaardse gebrul. Alleen kenners zullen verschillen tussen de songs gehoord hebben. De enige nuance kwam uit de intermezzo’s tussen de songs. Koebellen en andere rustieke geluiden versterkten de meedogenloos voortdenderende geluidstsunami. Toch was het fascinerend en door de compromisloze overgave van de band een geslaagd optreden.
En toen was het tijd voor iets heel anders: Hell. Maar ook weer niet, want zien we daar meneer A.L.N., voorman van Mizmor niet achter het drumstel? En blijkt de drummer van Mizmor niet ineens de voorman van Hell te zijn? Het is geen toeval dat Mizmor en Hell samen op tournee zijn, want er zijn duidelijk dwarsverbanden. De muziek is wel anders, want Hell tapt vooral uit het doomvaatje. Het is allemaal wat makkelijker dan Mizmor, relatief gezien dan en als je niet een paar uur eerder die band had gehoord, dan had je je prima vermaakt met Hell. Het is beslist geen straf om naar Hell te moeten luisteren, maar hemels is het nu ook weer niet. Daarvoor onderscheidt deze band zich te weinig van andere doom metal bands. We laten Hell nog wat doorsudderen en verlaten Doornroosje moe maar voldaan. Duimpjes omhoog voor de organisatie van Soulcrusher. Ga zo door, op naar het eerste lustrum.
Check de onderstaande socials voor meer informatie over Soulcrusher.