Monograf – Occultation
Overhead Productions / Nordic Mission Records
Release datum: 14 november 2025
“Je automatische ingesteldheid gaat hier mogelijk aan het wankelen, maar weldra zal je innerlijke kompas het Noorden terugvinden”
Vera Matthijssens I 18 december 2025
Gedreven door een vergelijking met SAOR en In The Woods… zetten we ons aan het werk om het tweede album ‘Occultation’ van het Noorse Monograf te bespreken. Componist Erik Aanonsen is de bezielende geest achter Monograf. Zijn diverse achtergronden schemeren door in de muziek. Zijn wortels in de black metal underground als vroeger lid van Antestor is één daarvan, maar hij werkte ook al samen met de befaamde Noorse folkzanger Pål Moddi en heeft een graad in soundtracks schrijven. Op die manier is er ruwe heftigheid te vinden in de muziek, maar ook melancholie en filmisch drama. ‘Occultation’ is het onvoorspelbare resultaat van wat daaruit voortkwam.
Iets uitzonderlijk boeiend en vrij uniek. Een huwelijk van post rock, folk en extreme metal kan na enkele lange songs mislopen in langdradige monotonie, maar hier is dat zeker niet het geval. Integendeel! Er ontluikt zich een welhaast serene sfeer die je allerminst opjaagt, maar geen moment te repetitief wordt. Het is hier niet de gitaar die de composities overheerst, maar de klagende, uitwaaierende melancholie van nyckelharpa, fiddle (violen) en dominante bas die overheersen in het klankenpalet. Je automatische ingesteldheid gaat hier mogelijk aan het wankelen, maar weldra zal je innerlijke kompas het Noorden terugvinden. Tenminste, als je openstaat om enigszins van de geijkte paden af te wijken qua muziek.
Het gros van de songs is lang, ze zijn voorzien van lichtelijk onverwachte en soms gedurfde wendingen. ‘The Prophet’ is daarbij de eerste kennismaking. Drums en percussie worden op een tribale, dwingende manier ingezet. Viool en bas creëren een bijna akelige dissonantie. Harsh vocalen zijn gekrijs waaruit hysterie blijkt. Violen leiden harmonieus naar cleane hoge zang (verheven), maar deze streling wordt lomp en bruut onderbroken door welgemikte botte riffs. Het wordt duidelijk: een andere bendering dan bij simpele rock is vereist (lol). Ook de tweede lange track ‘Cripplegate’ maakt komaf met je verwachtingen, maar in dit geval komt er iets heel intrigerend voor in de plaats. Dit is geen opgefokte, maar erg weemoedige muziek. Die Scandinavische melancholie is erg breekbaar in het kalme, clean gezongen ‘Ashes’, een 3-minuten track in het midden die illustreert dat men geselt en zalft. Prachtig! Dan volgen terug twee lange songs. In ‘Carrion Seller’ wordt de titel gebruld met een primordiale stem, een cadans is merkbaar. Stugge bas en sierlijke viool worden de mond gesnoerd door driftig ingezette percussie, die (nog steeds) een tribal aura heeft. Het titelnummer van bijna dertien minuten passeert langs alle elementen die dit album zo merkwaardig maken en is een belevenis op zich. Het kan geen toeval zijn dat we ‘Occultation’ besproken hebben op de dag/nacht dat de aarde de meteorenzwerm der Geminiden doorkruist, want deze muziek heeft ook een ‘out of this world into space’ aureool. Verheven dus…



