Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Kerry King en Deadhead in Hertog Janzaal Metropool, Enschede – 4 juni 2024

“Daar is ie! Je voelt het mensen denken.
Kerry King in Metropool, Enschede-4 juni 2024
Halverwege vorige maand bracht trashmetal icoon Kerry King zijn solo debuutalbum ‘From Hell I Rise’ uit bij Reigning Phoenix Music. Een label dat zijn naam wel op het tekenen van King lijk te hebben aangepast, want nog niet zo lang geleden heette dat nog Atomic Fire Records. Naast een blauwe maandag bij Megadeth verwierf King zijn faam bij de absolute metal grootmacht Slayer, waar hij weliswaar niet de belangrijkste componist was, maar wel de enige die fatsoenlijk een interview af kon geven en dus uitgroeide tot het boegbeeld van de band. Zijn looks werkten daarbij ook niet tegen. Vanavond, 1 dag na de 60e verjaardag van de hoofdrolspeler, staat de band in Enschede, in een moderne zaal, met afmetingen die hij al een tijd niet meer gewend was, maar die hij wel in vuur en vlam weet te zetten met zijn nieuwe band. Aan het Kampense Deadhead de ondankbare, maar oh zo nobele eer het bal te openen. De avond staat overigens aangekondigd als “hardcore/punk”. En dat is weliswaar aanvechtbaar, maar niet zozeer als ik diep van binnen misschien moet erkennen.
5  juni 2024 I Tekst: Ramon van Hengel | fotografie: Erik Mensinga

Om maar met de deur in huis te vallen, dinsdagen zijn voor veel muzikanten de rotste dagen op te treden tijdens een tour. Geen dag voelt zo ver van het weekend af en het is lastig publiek te krijgen. Ik heb in het verleden bands de Melkweg Amsterdam vol zien spelen, om een half jaar later in Staddijk in Nijmegen voor minder betalend publiek dan aanwezige crewleden op te mogen treden. Waar Kerry King de avond ervoor nog in 013 staat, staat hij vandaag in het beduidend kleinere Metropool, in Enschede, waarbij het balkon van de Hertog Janzaal ook nog eens gesloten is. Een fraaie, moderne zaal, dat overigens wel.

Hoe open je voor een kolos als Kerry King? Het Kampense Dead Head viel de eer te beurt. Doorgaans is er voor een support act weinig krediet te halen, ook omdat het beschikbare arsenaal voor de geluidstechnicus van dienst vaak beperkt is. Zo ook vanavond, maar de meneer (uit The Monolith Deathcult, als ik het goed zie) zorgt er in elk geval voor dat alle individuele partijen hoorbaar blijven. Petje af daarvoor. De band kan leunen op een flink en tamelijk legendarische catalogus en naast klassiekers krijgen we ook zowaar een nieuwe track van ze. We kwamen qua legende eigenlijk tot de conclusie dat er geen enkele andere band in Nederland deze spot zozeer verdiende als Dead Head. Met een geschiedenis van 35 jaar met een opvallend trouwe bezetting is dit DE band uit Nederland om deze klus te klaren. En ze weten dondersgoed dat het leeuwendeel van het publiek geen moer uitmaakt wat er daar op het podium gebeurt, maar met enthousiasme, professionaliteit en flair zetten ze een ijzersterke en afwisselende set neer. Onnodig, maar geestig genoeg om te vermelden is dat Dead Head de eerste band is die ik zie sinds Delain vorig jaar zonder zichtbare tattoos. De merch, bemand door Robbie Woning, wordt nog vrij behoorlijk bezocht na afloop en ze hebben écht wel wat neergezet met de middelen die ze voorhanden hadden. “Op welke plaat staat het één na laatste nummer dat jullie speelden, iets met “Phantom” of zo? ‘Haatland’? Dan wil ik die kopen”, hoorde ik nog. Door deze zoektocht was de gelukkige koper wel net te laat om de versie in oranje vinyl te bemachtigen, maar al metal wordt het wel weer eens tijd voor de opvolger van ‘Slave Driver’. Want er valt altijd genoeg te genieten bij Dead Head.

Maar dan, in alle eerlijkheid, waar het écht om gaat, Kerry King. Dat ik hiervoor nog een introductie heb geschreven bevreemd me zelf eigenlijk ook, maar wissen is ook zo zonde van de effort. De situatie is heel eenvoudig: Slayer is er (in principe) mee opgehouden, behoudens wat los zand in de vorm van 3 reünieshows later dit jaar, maar je mag geen albums of grote tours meer verwachten. Dat is althans nu de status. Dus alles wat met Slayer te maken heeft is gewoon verleden tijd. Kerry King heeft echter nog meer te vertellen en zodoende startte hij zijn solo act. Daar kun en mag je van alles van vinden, maar ten eerste mag niemand hem het recht ontzeggen gewoon muziek te blijven maken en ten tweede zorgen figuren als hij wel dat er ontzettend veel buzz in de scene blijft. En daar moet je hem dankbaar voor zijn. Als je vindt dat hij na Slayer zelf ook had moeten stoppen wens ik je heel veel succes met je mening, maar niemand koopt er iets voor.

Strak op de minuut nauwkeurig start de set, althans het intro ‘Diablo’ over de PA. Bij het betreden van het podium met zijn custom Dean is de zaal direct aan. Daar is ie! Je voelt het mensen denken. Overigens ben ik in gezelschap van een jongeman die nooit eerder de kans heeft gehad om Slayer live te zien, want de laatste keer was hij 13 en was de boel in no-time uitverkocht. Probeer je eens in te beelden hoe magisch het voor zo’n jongen moet zijn. De verlichte omgekeerde kruizen met de KK letters er omheen zorgen voor een spannend effect, waar iemand die veel meer verstand van grafische vormgeving heeft dan ik overigens de letters van “slayer” in meent te zien. Ik heb geen andere keus dan hem te geloven, maar om ben ik niet.

Vanzelfsprekend heeft de soloband nog geen rijk oeuvre en dus wordt het debuutalbum volledig, maar niet integraal gespeeld. Ik persoonlijk zie het als echt statement dat het eerste Slayer nummer dat hij speelt ‘Repentless’ is, immers de titelsong van het eerste Slayeralbum dat hij helemaal op eigen kracht schreef. De zaal gaat kapot van de passie. Het nummer staat al als vierde op de setlist. Overigens speelt King nu heel bewust alleen de Slayerliedjes die hij zelf (mede) heeft geschreven, om gelul van die-hard Jeff Hannemanfans geen voer voor kritiek te geven. De andere Slayertracks zijn ‘Chemical Warfare’, ‘Disciple’ (King heeft de tekst “God Hates Us All” op zijn vingers getatoeëerd), de tandem ‘Raining Blood’ en ‘Black Magic’ en ‘Payback’.

Toen vorige maand het album ‘From Hell I Rise’, of eigenlijk toen de eerste single ‘Idle hands’ in februari verscheen, was de algemene indruk “huh, kan Death Angel zanger Mark Osegueda dat, joh?”. En dat ga ik nu verklaren. Vocaal gezien zet Osegueda inderdaad een heel sterke performance neer. King had zich geen betere vervanger kunnen wensen dan hij, want als de veel genoemde Phil Anselmo het was geworden, was het de Phil Anselmoshow geworden. En dat was niet de bedoeling, temeer daar er al een Phil (Demmel, ex Machine Head, die tegelijktijdig elders in ons land staan te spelen) in de band zat. Maar hoe sterkt en actief Osegueda ook is, het lukt hem niet heel goed om de echte verbinding te maken met het publiek. Er is wel interactie, maar er blijft een twijfelfactor over en weer over. Zijn natuurlijke charisma is gewoon net wat minder dan van de wat bekendere frontmannen. Dat gezegd hebbende, man, man, man, wat een performance geeft hij vanavond weg en wat doet hij zijn best het publiek te vermaken. In tegenstelling tot King, die volledig leunt op zijn status en nauwelijks tot geen contact maakt met het publiek.

Dat sologitarist Phil Demmel uit een bijzonder hout gesneden is moge duidelijk zijn. Je kan je geen betere wensen voor een project als dit. Hij speelt zijn solo’s in de stijl van Slayer, maar wel met zijn eigen melodieuze benadering. Als er vanavond iemand geslaagd is, is hij het wel. Bassist Kyle Sander (Hellyeah) draait prima mee, maar is wat mij betreft ook vervangbaar. Bovendien betrap ik hem op wat foutjes die hem ook van slag brengen. Tot slot drummer Paul Bostaph. Daar moet ik helaas toch een wat hardere conclusie over trekken. Toen hij in de jaren 90 tot Slayer toetrad noemde hij dat “every drummer’s wet dream”. En met ‘Killing Field’ werd hij als statement gelanceerd. Inmiddels lijkt die honger meer en meer plaats te maken voor routine en mis ik die bite die hij vroeger wel had. Hij snijdt echt iets te vaak de bocht af, als je het mij vraagt. Daarbij, de lichttechnicus licht hem niet één keer echt uit en hij komt ook niet op uit zijn kit om interactie met het publiek te zoeken. En dat voor een man waar de VPRO destijds nog een special aan gewijd heeft. Terecht, overigens. En die punten van kritiek betekenen overigens niet dat hij een slechte show gaf, integendeel, maar hier en daar laat ook deze legende toch wat scheurtjes toe, in een verder geweldige performance.

Wat trekken we als conclusie? De soloband van Kerry King zet een geweldige show neer en bezorgt ons een fantastische avond. Een fantastische avond waar je als geoefend recensent nog best wat commentaar op kan leveren, maar waarbij je dolblij mag zijn dat je hem hebt mogen beleven. De band is omringd door professionals, het optreden staat als een huis en King maakt zijn legende op een veel kleiner podium dus ook meer dan waar. Op naar het festivalseizoen, waar dit de opwarmer voor was.