
Katla – Scandinavian Pain
Napalm Records
Release datum: 21 maart 2025
“Dit is een raadselachtig plaatje dat ons wel verrast heeft. Het lijkt alle kanten op te gaan, maar toch is er een zekere cohesie in hun muziek”
Vera Matthijssens I 1 april 2025
Wanneer we de naam Katla onder ogen krijgen, denken we automatisch aan de IJslandse band van ex-Sólstafir drummer Gummi die twee avontuurlijke albums uitbracht, maar deze nieuw door Napalm Records getekende band blijkt uit de Deense hoofdstad Kopenhagen te komen. Daar alleen huizen trouwens al twee bands met de naam Katla, maar die reuzenvulkaan in IJsland roept bij iedereen natuurlijk ontzag en fascinatie op. Dit is een trio dat in 2018 van start ging en gedurende de pandemie een aantal kortere werkjes uitbracht. ‘Scandinavian Pain’ is hun debuutalbum en vertoont een best eigenzinnige mix van zware doom, post metal en sludge.
Bij zulke zompige muziek met laaggestemde gitaren hoort een ultra donker thema. De teksten zijn dan ook gebaseerd op depressie, schaamte, hebberigheid en schuld. Het komt neer op het einde van de wereld die nakend is, gestoeld op eeuwenlange manipulatie door religie. De zwarte hond op de vintage aandoende cover art staat voor melancholie. Dat motief komt van de Engelse schrijver en dichter Dr. Samuel Johnson. In de folklore van zijn thuisland wordt de zwarte hond beschouwd als een voorteken van onheil en rampzalige toestanden. Denk maar aan de zinsnede ‘the dogs of doom are howling loud’, zo treffend gezongen in ‘No Quarter’ van Led Zeppelin’s ‘Houses Of The Holy’. Tot zover de verpakking, maar hoe zit het met de inhoud?
Niet alles is een getormenteerde weergave van negatieve gevoelens. Bij nadere kennismaking met de band – en hun muziek – wordt een aanstekelijk gevoel voor humor duidelijk. Dat blijkt vooral uit de videoclip voor ‘Taurus’, maar ook wanneer je het album als geheel beluistert. Dit trio houdt van interludia, zo blijkt. Neem nu de intro ‘Don’t Let The Fuckers Get You Down’… Een rustige vrouwenstem nodigt ons hier uit tot relaxen, het lijkt wel een bezoek aan een yogales. Maar in ‘Goblet Of Power’ is het één en al vervormde fuzz gitaar dat de klok slaat, met plompe, maar dynamische riffs getooid. Daar komt een ruwe stem bij die overgaat in een schreeuwerige variant. ‘Dead Lover’ zou men een mediumtempo headbanger kunnen noemen, ongelofelijk wat een uitwaaierende muur van geluid deze gasten optrekken! Vervolgens is ‘Eating Grapes With Kevin Sharp’ voorbij voor we er erg in hebben. Hier wou men vast Napalm Death nadoen. Maar dan wordt het menens, met het langere ‘Taurus’ dat alle kwaliteiten van een single heeft. Raggend en zwaar, strak gespeeld en met een vinnige acceleratie die tot schreeuwerige zang leidt waar J.J. van Harakiri For The Sky zich in zou kunnen vinden, zo extreem wanhopig. En plots is daar zes en een halve minuut ‘Hunab-Ku’. Er wordt een melancholiek verhaal verteld met innemende stem. En dat is het. Slechts begeleid door akoestische gitaren. Maar verdorie, je spitst je oren om te volgen! Ik vond deze rustgevende passage erg fijn, maar ik kan me voorstellen dat er anderen denken: ‘wat komt dat erbij doen?’ Zij genieten best meteen van het uptempo rockende ‘White Dagger’, een volgende single waardig, want catchy. Bovendien volgen er dan nog twee sterke en langere songs. ‘Grim Jesus’ start zompig met screams, maar halverwege horen we interessante leads met op de achtergrond onduidelijke fatalistische spoken word passages. Het onheil daalt neer, dat is duidelijk. Weer eindigt het in intense wanhoop. Ook ‘Castle Of Purity’ is zware doom, al is er een repetitief einde met roepende leuzen samen, en dat op draaiende riffs. Dit is een raadselachtig plaatje dat ons wel verrast heeft. Het lijkt alle kanten op te gaan, maar toch is er een zekere cohesie in hun muziek.
