Katla – Allt þetta helvítis myrkur
Prophecy Productions
Release datum: 13 november 2020
“Met dit tweede album maakt Katla een grote stap voorwaarts naar die eigen identiteit en vertoont een gedurfde kunstzinnigheid die eerbied afdwingt.”
Vera Matthijssens I 13 november 2020
Katla is de naam van een reusachtige vulkaan in het zuiden van IJsland, maar voor ons betekent die naam ook het nieuwe muzikale project van drummer/grafisch artiest Guðmundur Óli Pálmason waarin hij zijn artistieke inspiratie kwijt kan na de scheiding met Sólstafir. Het debuutalbum ‘Móðurástin’ kwam drie jaar geleden uit en was een indrukwekkende post metal ervaring vol betoverende klanken, maar samen met nieuwe buddy Einar Thorberg Guðmundsson (Fortíð, Potentiam) is er nu een tweede oogst te beluisteren op ‘Allt þetta helvítis myrkur’ wat zoveel betekent als ‘al deze verdomde duisternis’. In de winter is het namelijk dag en nacht pikdonker nabij de poolcirkel.
Er is een wezenlijk verschil tussen het eerste album en ‘Allt þetta helvítis myrkur’. Dit is ruwer, cinematisch, nog meer ondoorgrondelijk en experimenteel. Komt het door de duisternis? Het is een soms beklemmende ervaring om de lange songs op je te laten inwerken. Alsof met het zicht op de einder ook je gevoel voor tijd en ruimte verdwijnt als het donker is. Maar er is ook veel schoonheid. Net zoals in IJsland.
We komen in de stemming met een vrij akelige toon die heerst in ‘Ast orðum ofar’, maar de plechtige gezangen van Einar zijn verheven en authentiek. Enkel op het einde zijn er tokkelende gitaren en die gaan over in ‘Villuljós’, een stuwend postrock nummer met licht dissonante gitaren en een zwevende gitaarsolo. Aangezien de songs lang zijn, is er ruimte voor een ommezwaai naar opsommende en ruwe zang, waarna een blekken geluid van een snaarinstrument en symfonische arrangementen het overnemen. De songs zijn met grote precisie geboetseerd tot lijvige epossen en het is bewonderenswaardig dat alles tot stand gekomen is door de twee muzikanten en hun nauwe kring kennissen en familie. Het volgende nummer is een korter instrumentaal intermezzo, met kloeke drumslagen en verder atmosferisch. ‘Sálarsvefn’ heeft een onderhuidse dreiging, de trage noten leiden tot een eruptie. De gedrongen zang is hier veelal ruw en men werkt toe naar een climax met krijsende vocalen. ‘Vergangur’ heeft dan weer wispelturige progressieve patronen en ritmes, de cleane zang wordt later enigmatisch vervormd, maar men eindigt met bedachtzame tokkel en sacraal orgel. Er is een grote diversiteit in de songs. Zo speelt cello een voorname rol in ‘Hvítamyrkur’, de zang is opvallend hoog en clean en het gitaarwerk – met name solo’s – is uiterst mooi en melodieus. Bijna traditioneel te noemen voor een keer.
Strakke percussie kondigt ‘Húsavíkur Jon’ aan, duidelijk een verhalende track over meneer Jon van Husavik en dit met ietwat weemoed in de stem. Twee lange turven resten ons nog. In het twaalf minuten durende titelnummer voel je de rillingen over je rug lopen, want daar waait een gure wind doorheen en het feit dat IJslanders goed zijn in de schoonheid en guurheid van hun land in muziek te vervatten komt hier goed tot uiting. Verder is het een interessante compositie met veel heldere zang en verstilde momenten. De veertien minuten durende afsluiter ‘Svartnætti’ is slepend met uitbarsting, waarbij het weemoedige overgaat in wanhopigere ruwe zang met een pittige acceleratie, tijdens de climax tot gekrijs toe, om ten slotte beschouwend te eindigen. Dit is muziek waar je even voor moet gaan zitten, om de charme van het onbekende in je op te nemen, te laten bezinken en uiteindelijk wordt het een deel van jezelf. Met dit tweede album maakt Katla een grote stap voorwaarts naar een eigen identiteit en vertoont een gedurfde kunstzinnigheid die eerbied afdwingt.